Verplichte erkenning voor woningcontroleurs op komst
Alle Vlaamse woningcontroleurs zullen tegen 2025 een verplichte erkenning nodig hebben. Dat meldt Vlaams minister van Wonen Matthias Diependaele (N-VA). De erkenning gaat gepaard met een test of een opleidingstraject en is belangrijk om de kwaliteit en de veiligheid van de controles te waarborgen, klinkt het.
Een woningcontroleur controleert of woningen veilig, gezond en kwaliteitsvol zijn op basis van de woningkwaliteitsnormen van de Vlaamse overheid. Die normen gelden voor alle woningen in Vlaanderen, maar de controles focussen wel veeleer op de huurmarkt. Woningen die in orde zijn krijgen een conformiteitsattest. Voldoen ze niet, dan kan de burgemeesters ze ongeschikt en eventueel onbewoonbaar verklaren. Het Agentschap Wonen-Vlaanderen voert elk jaar ongeveer 10.000 conformiteitsonderzoeken uit. Daarbovenop controleren woningcontroleurs in opdracht van gemeenten of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden elk jaar nog eens meer dan 20.000 woningen.
Voorwaarden om aan de slag te kunnen als woningcontroleur zijn er vandaag niet, al bestaan er wel enkele richtlijnen en kunnen controleurs als ze dat willen ondersteuning en begeleiding krijgen van Wonen-Vlaanderen. Daar komt vanaf 2025 verandering in, meldt Vlaams minister van Wonen Matthias Diependaele maandag. Woningcontroleurs zullen dan verplicht een erkenning moeten hebben, waarvoor ze een test moeten afleggen of een opleiding met succes moeten doorlopen. De test en het opleidingstraject worden nog uitgewerkt in samenwerking met het agentschap voor hoger onderwijs en volwassenenonderwijs, de VDAB, de steden en gemeenten, de intergemeentelijke projecten en de geïnteresseerde opleidingspartners.
Daarnaast moeten woningcontroleurs werken voor een gemeente, een intergemeentelijk samenwerkingsverband of een geaccrediteerde keuringsinstelling en een aantal gebruiksvoorwaarden naleven. De erkenning is belangrijk om de kwaliteit en de eenvormigheid van de controles te garanderen nu er steeds meer woningcontroleurs actief zijn, zegt de minister.