In de eerste negen maanden van dit jaar waren er uitzonderlijk veel vastgoedtransacties in ons land. Leidt de aangekondigde wijziging van de registratiebelasting tot een tijdelijke afkoeling van de woningmarkt?
De drukte op de Belgische vastgoedmarkt is in het voorbije kwartaal niet geluwd. In de eerste negen maanden van dit jaar lag het aantal vastgoedverkopen 20 procent hoger dan in dezelfde periode in 2020. Dat blijkt uit de nieuwe Notarisbarometer.
De notarissen wijzen er wel op dat vergelijkingen met het coronajaar 2020 een wat vertekend beeld geven. De eerste maanden van 2019 zijn daarom een betere vergelijkingsbasis. Maar ook dan valt de sterke toename op: +16,2 procent. De hervorming van de registratierechten in Vlaanderen kan nog geen impact hebben gehad op de cijfers, want die werd pas eind september aangekondigd.
De stijging deed zich voor in alle regio’s: in Vlaanderen ging het om een klim van 15,6 procent tegenover 2019 (+21,3 procent in vergelijking met 2020). In Brussel steeg de activiteit met 8,1 procent (+16,1 procent tegenover 2020) en in Wallonië met 19,1 procent (+19,7 procent tegenover 2020).
Lees verder onder de video (reportage Kanaal Z)
Energiezuinig bouwen
De notarissen wijzen op opvallende verschillen tussen de vastgoedsegmenten. In het derde kwartaal werden 15,3 procent meer appartementen verkocht dan in dezelfde periode in 2019. Vooral gronden deden het erg goed (+30,5 procent) net als garages (+22,4 procent).
Het aantal verkochte woonhuizen steeg dan weer minder sterk: +7,3 procent. Volgens notaris Bart van Opstal heeft die vrij beperkte toename wellicht te maken met de prijsstijging in het vorige kwartaal. Hij voegt er wel aan toe dat ook op lange termijn het aandeel van de woonhuizen afneemt, terwijl het aandeel van de gronden toeneemt. “Mensen gaan minder voor een bestaande woning en kiezen om zelf te (laten) bouwen”, stelt hij. “Dat kan met corona te maken hebben, maar ook met een bewuste keuze om energiezuinig te bouwen, inclusief strenge isolatienormen.”
Rem op de prijsstijgingen
Een woonhuis in ons land werd in de eerste negen maanden van 2021 gemiddeld 6,6 procent duurder in vergelijking met het gemiddelde van 2020. Rekening houdend met een inflatie van 1,9 procent ging het om een reële prijsstijging van 4,7 procent. De gemiddelde prijs bedraagt nu 295.367 euro. Appartementen werden 4,9 procent duurder (3 procent in reële termen) tot een gemiddelde prijs van 256.689 euro.
In Vlaanderen betaalden kopers in de eerste negen maanden van 2021 gemiddeld 327.107 euro voor een woonhuis (+6,7 procent in vergelijking met 2020) en 261.185 euro voor een appartement (+5,3 procent). Volgens Bart van Opstal “is het niet onmogelijk dat kopers in de komende maanden de kat wat uit de boom kijken als gevolg van de aangekondigde wijziging van de registratiebelasting. Als er minder gekocht zou worden, zouden de prijzen ook wat minder snel kunnen stijgen.”