Stadim waarschuwt voor een tekort aan plaatsen in de woon-zorgcentra

"De strikte regulering laat weinig ruimte om te innoveren." © Getty Images
Laurenz Verledens vastgoedexpert bij Trends

De Vlaamse woon-zorgsector staat voor een dubbele uitdaging: het aanbod uitbreiden én vernieuwen met kleinschalige, aangepaste woonvormen.

We moeten dringend werk maken van extra capaciteit in de woon-zorgcentra. Zo niet, dreigen de wachtlijsten snel te groeien. Dat bevestigt het vastgoedstudiebureau Stadim op basis van een eigen rondvraag. “We hebben bij woon-zorgcentra gepeild naar hun bezettingsgraad”, zegt Dennis Weyts van Stadim. “Vaak was het antwoord dat ze vol zitten en met een wachtlijst werken.”

Vlaanderen telt 839 erkende woon-zorgvoorzieningen, goed voor 84.148 plaatsen. Die zitten verspreid over drie type aanbieders. De social-profitsector, verenigd onder de koepel Zorgnet-Icuro, is met 302 centra en 33.000 bedden de grootste aanbieder. De publieke sector beheert via de Vlaamse Vereniging voor Steden en Gemeenten (VVSG) 219 woon-zorgcentra met 25.000 bedden. Ook de privésector biedt 25.000 plaatsen aan, verdeeld over 258 voorzieningen.

In de jaren voor de coronacrisis is volgens Weyts nog stevig geïnvesteerd in de sector. Dat ging in de privésector gepaard met een consolidatiegolf, zowel bij de uitbaters als de eigenaars van het zorgvastgoed. Cofinimmo, Aedifica en Care Property Invest – drie gereglementeerde vastgoedvennootschappen (gvv’s) – zijn de bekendste en grootste eigenaars van zorgvastgoed in ons land. Daarnaast zijn er enkele kleine, niet-beursgenoteerde partijen zoals AG Real Estate, Aldea en Vivalto. Bij de uitbaters is de Franse groep Korian de marktleider in ons land, voor Vulpia en Armonea.

Tijdens en kort na de coronacrisis kampten veel woon-zorgcentra met een onderbezetting – een gevolg van de vele overlijdens en het stilvallen van de instroom. Woon-zorgcentra waren toen te mijden oorden. Maar inmiddels is het tij gekeerd. Weyts verwacht dat het tekort alleen maar zal toenemen. “De vergrijzingsgolf zal nog aan kracht winnen”, stelt hij. “Het aanbod aan erkende bedden is al enkele jaren onvoldoende en op korte termijn lijkt dat niet te zullen veranderen. De Vlaamse erkenningskalender voor woon-zorgcentra zit op slot tot 2026. Dat is problematisch, want voor de bouw van een nieuw woon-zorgcentrum heb je, vanaf het concept tot de opening, al gauw enkele jaren nodig.”

Nederlands model

De capaciteit voor ouderenvoorzieningen moet dus snel omhoog, maar ook de invulling van dat extra aanbod is aan herziening toe, meent Weyts: “Grootschalige instellingen met 100 of 120 bedden sluiten niet meer goed aan bij de wensen van de nieuwe generatie ouderen.” Volgens Weyts kan Vlaanderen leren van het Nederlandse model, waar kleinere sites en een breder aanbod beter inspelen op de uiteenlopende behoeften. “Sommige oudere mensen verkiezen eenvoudige zorgvoorziening met een standaardkamer, anderen willen permanente zorg in een ruime, luxueuze woonruimte en zijn bereid daar extra voor te betalen.”

Weyts verwijst naar Nederlandse woon-zorgcentra met 25 tot 40 plaatsen, of een klein domein met meerdere gebouwen met elk twaalf plaatsen. “Er moet wel een zekere schaal zijn om bepaalde faciliteiten te kunnen aanbieden.”

Volgens Weyts hebben commerciële uitbaters en vastgoedeigenaars zeker interesse voor zulke kleinschaligere voorzieningen. “De drie Belgische gvv’s zijn ook actief in Nederland en zijn dus al vertrouwd met het model. De grootste hindernis is de strikte regulering, die weinig ruimte laat om te innoveren. Met iets minder strikte regels kun je veel meer inspelen op die diversere wensen en noden, zonder in te boeten op de kwaliteit van de zorg. Die moet altijd voorop staan.”

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content