Sommige bouwwerven gaan dicht, maar heel wat bouwvakkers blijven aan de slag
Bij overmacht mogen bouwwerven toe en genieten de arbeiders van een tijdelijke werkloosheidsvergoeding. Er is onduidelijkheid of de veiligheidsvoorschriften om het virus te bestrijden wel kunnen worden nageleefd. De reactie van de aannemers verschilt.
“Er is enorm veel onduidelijkheid over wanneer op onze werven tijdelijke werkloosheid heerst door overmacht”, zegt Dirk Van Tornhaut, bestuurder bij de Aalterse bouwgroep VT-INVEST. In dat geval zouden de arbeiders recht hebben op een werkloosheidsvergoeding. “Er is nog geen algemene schorsing van de werken. Aannemers moeten werf per werf aantonen dat er een overmachtssituatie is aan de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, eer die tijdelijke werkloosheid goedkeurt. Er moet een bewijs worden geleverd dat te veel mensen ziek zijn of dat noodzakelijke leveringen niet plaatsvinden. Ook moet het bewijs worden geleverd dat het niet mogelijk is te werken op minstens 1,5 meter van elkaar, zoals de federale regering eist om het virus te bestrijden. Begin er maar aan. We vragen om duidelijkheid, maar bij de RVA nemen ze niet eens de telefoon op. Blijkbaar gaat men ervan uit dat elke dag uitstel van een algemene schorsing een dag gewonnen is. De lockdown in Frankrijk is duidelijk. De Belgische situatie is onduidelijk.”
Bij de RVA verwijst men naar het kabinet van minister van Werk Nathalie Muylle. “De situatie is duidelijk”, klinkt het daar. “Er moet tussen de werknemers een afstand van 1,5 meter blijven. Is dat voor bepaalde werken niet mogelijk, kan men misschien andere uitvoeren. Ken er niet worden gewerkt, moet men sluiten. Behalve als het essentiële werken betreft. En dat geldt niet voor de bouwsector.”
VT-Invest houdt nog enkele werven open, maar de bedienden werken thuis. “Waar kan worden gewerkt in veilige omstandigheden, doen we dat”, zegt Van Tornhaut. “Elke dag omzet is meegenomen. Omdat we ten aanzien van de RVA moeilijk kunnen bewijzen dat op een aantal werven niet kan worden gewerkt, hebben we 100 procent van de medewerkers in dienst, terwijl we op 40 procent capaciteit draaien. Dat is ook het geval bij heel wat andere collega’s. Ik vrees dat deze crisis voor heel wat bedrijven de druppel wordt.”
Regels naleven
De Mechelse aannemer Willemen bouwt zijn activiteiten volledig af. “Een bouwploeg werkt nauw samen”, redeneert de CEO, Tom Willemen. “Het is onmogelijk alle veiligheidsregels te respecteren. We willen de gezondheid van onze mensen garanderen. Vanaf eind volgende week zullen heel wat werven stilvallen. Polen en Roemenen vertrekken dan op paasvakantie, voor hen een belangrijke periode. Die zullen niet mogen terugkomen.”
“Alle grote werven in België zijn nog open, maar zullen sluiten als het materiaal niet meer wordt geleverd”, voorspelt Jo De Wolf, CEO van de logistieke vastgoedbeheerder Montea. “In Frankrijk ligt alles stil. De beheerders van de gebouwen worden zelfs door onze klanten aan de deur tegengehouden, als we bijvoorbeeld een dak willen herstellen. Onze administratie wordt wel perfect georganiseerd via het Microsoft-pakket. Deze crisis heeft ons al een technologische voorsprong van drie, vier jaar gegeven.”
“Sommige werven blijven open, als we alle regels rigoureus kunnen naleven”, repliceert Paul Gheysens, de topman van Ghelamco. “Maar voor grote werken in de openlucht is het onmogelijk met een volle bezetting te werken. In België is er pakweg een bezetting van 10 procent. Op onze werven in Polen is dat 40 procent. We schakelen een eigen veiligheidsdienst in die strikt controleert dat er maar één persoon de lift gebruikt en dat aan het einde van elke gang de handen worden gewassen.”
Jean-Pierre Waeytens, gedelegeerd bestuurder van Bouwunie, denkt dat er snel een richtlijn van de RVA komt, die meer duidelijkheid moet scheppen over het begrip overmacht. “Ik denk dat aannemers dat soepel kunnen interpreteren. Geen enkele werkgever wil zijn mensen onnodige risico’s laten nemen. De eigenzinnige interpretatie van de veiligheidsregels door de politie vind ik veel erger. Zij sluit her en der werven en beboet auto’s van bouwfirma’s, terwijl die perfect in orde zijn. We kregen eerst de mededeling dat men de levering van materiaal aan werven zou toelaten, mits de regels worden gerespecteerd, maar we horen dat er weer auto’s aan de kant worden gezet.”
Stoppen en heropstarten is tijdrovend
Het Limburgse aannemingsbedrijf Mathieu Gijbels huurt bedrijfswagens voor de bouwvakkers. “Zo moeten ze niet meer met een bestelwagen naar het werk, wat verboden is omdat ze dan te dicht bij elkaar zitten”, verantwoordt de hr-directeur Herman Verwimp. “We houden elf van de zeventien werven open. We werken voor heel wat bedrijven aan nieuwe gebouwen, die ze broodnodig hebben als de economie na de crisis weer op gang komt. Het zou erg tijdrovend zijn om die werken herop te starten. De bouwsector is een keten. Als een onderdeel wegvalt, draait alles verkeerd. Na de crisis zullen de bouwbedrijven in gespreide orde heropstarten, en niet georganiseerd zoals na een bouwverlof. Dat zal heel wat vertraging geven. Dat zou erg vervelend zijn voor de klant. Daarom zetten we snel door.”
De Nederlandse werven heeft Gijbels wel stilgelegd. “In Nederland is er een grotere tolerantie die de besmetting met het virus in de hand kan werken”, zegt Verwimp. “De kans is reëel dat onze mensen er besmet raken en het virus meenemen naar hier. Dat willen we vermijden. Om dezelfde reden vragen we onze Nederlandse medewerkers thuis te blijven.”
Overzicht: de economische impact van het coronavirus
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier