Plotse ommezwaai in fiscale behandeling professionele verhuur vastgoed
In tegenstelling tot wat aangekondigd was in het Zomerakkoord, kunnen professionele verhuurders van vastgoed de betaalde btw voor bijvoorbeeld verbouwingen dan toch niet fiscaal recupereren. Dat heeft de regering beslist.
Het Zomerakkoord voorzag in de invoering van een keuzestelsel om de onroerende verhuur voor professioneel gebruik aan btw te onderwerpen. Daardoor zouden vastgoedoperatoren de btw kunnen recupereren, die ze betaald hebben voor werken aan het verhuurde onroerend goed (zoals de btw op oprichtings-, verbouwings- en herstellingswerken). Volgens de persmededeling van minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) moest de maatregel ingaan op 1 januari 2018.
Maar de regering maakt een bocht. Er wordt enkel voorzien in “een btw-heffing voor de verhuur van een opslagruimte met bijbehorende kantoorruimte in hetzelfde gebouw, als de oppervlakte of het volume van de kantoorruimte minder bedraagt dan 50 procent van de totale oppervlakte of het totale volume van de opslagruimte.”
Denis-Emmanuel Philippe, advocaat bij Bloom Law spreekt van een serieuze inperking tegenover het eerder voorziene stelsel. De circulaire spreekt immers over een opslagruimte. “De fiscus zou voortaan aanvaarden dat de verhuur ervan aan btw onderworpen wordt”, klinkt het.
“Daarvoor zou het voldoende zijn dat het gebouw hoofdzakelijk gebruikt wordt voor goederenopslag. Nu eist de fiscus dat het gebouw uitsluitend voor goederenopslag wordt gebruikt. Het is dus geen grote verandering. De regering strooit zand in de ogen. Dat wordt het een zware dobber voor vastgoedmakelaars. Ik heb al minstens vier cliënten die echt rekenden op de maatregel. Die zullen zwaar teleurgesteld zijn. “
“De regering heeft de dramatische budgettaire consequenties van het keuzestelsel pas nu ingezien”, meent de advocaat. “Zo’n cadeau aan de vastgoedsector zou het gat in de begroting zeker groter maken.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier