De koninklijke familie van Nederland wil twee naoorlogse boerderijen op een landgoed in Wassenaar laten slopen om de financiële exploitatie van het terrein rond te krijgen.
Op de vrijgekomen plekken kunnen geïnteresseerde partijen nieuwe woningen neerzetten die erfpachtinkomsten moeten genereren, laat de Nederlandse Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) woensdag weten naar aanleiding van berichtgeving in de Volkskrant.
De Oranjes lijden jaarlijks verlies op de exploitatie van het landgoed De Horsten, waar prins Willem-Alexander en zijn gezin een villa bewonen. Geld is echter nodig voor “duurzaam behoud en beheer van het landgoed”, samen met andere landgoederen in de omgeving. Het is geen doel om winst te maken of vastgoed te ontwikkelen, aldus de RVD.
De sloop stuit evenwel op verzet van organisaties (onder meer Bond Heemschut en het Cuypersgenootschap) die menen dat de boerderijen een bijzondere cultuurhistorische waarde hebben. Zij willen dat de gemeente Wassenaar de boerderijen aanwijst als gemeentelijk monument. Ze hebben bezwaarschriften ingediend bij de gemeente tegen de verstrekking van de sloopvergunningen.
Volgens de RVD gaat het om verouderde, agrarische bedrijfspanden die in slechte staat verkeren. De boerderijen staan al enige tijd leeg.
De Horsten is sinds 1845 in bezit van de Oranjes. Nu is het landgoed het privé-eigendom van koningin Beatrix. Zij betaalt het volledige onderhoud van het landgoed, met uitzondering van de kosten voor beveiliging. Willem-Alexander, Máxima en hun drie dochters wonen op villa De Eikenhorst op een afgesloten deel van het terrein. Een groot deel van het koninklijke landgoed is opengesteld voor het publiek.
