Hans Brockmans
Nieuwe woningbelasting kan rechtvaardig zijn
Minister van Financiën Koen Geens overweegt de reële huurinkomsten van privéverhuurders te belasten. Dat gebeurt het beste in een brede hervorming, waarbij de personenbelasting daalt.
Voor verhuurwoningen geldt vandaag een botte vermogensbelasting. De verhuurders van woningen betalen belasting op een fictief huurinkomen – het kadastraal inkomen – dat al sinds 1975 niet werd aangepast.
Dat geeft aanleiding tot een mattheuseffect. Eigenaars van woningen in straten die vroeger een bloeiende handel en welvaart kenden, maar die intussen verkommerd zijn, betalen nog altijd het hoge kadastraal inkomen van 1975. Stadswijken die zijn opgewaardeerd of landbouwdorpen die villadorpen werden, hebben daarentegen een kunstmatig laag kadastraal inkomen. Minister van Financiën Koen Geens (CD&V) overweegt voortaan de reële huurinkomsten te belasten. Is dat de aanzet voor de zoveelste belastingverhoging van de regering? Dat hoeft niet, als dat gebeurt in het kader van een brede hervorming.
Het plan van minister Geens werkt een grove onrechtvaardigheid van het huidige systeem weg. Het mattheuseffect in de verhuurfiscaliteit moet dringend worden weggewerkt. Maar die operatie moet op een fiscaal neutrale manier gebeuren, dus niet om de schatkist te spekken. Een belasting op de reële huurinkomsten zal extra geld in de staatskas doen vloeien. Dat moet gepaard gaan met de verlaging van het tarief van de personenbelasting. Ook de Europese Commissie vraagt zo’n lastenverschuiving van het beroepsinkomen naar het relatief laag belaste woningvastgoed.
Eén bevolkingsgroep dreigt disproportioneel te lijden onder dat voorstel: voormalige zelfstandigen, voor wie de huuropbrengsten een aanvulling zijn op hun al erg kleine pensioen. Die groep verdient een overgangsmaatregel.
Het voorstel van Geens kan mutatis mutandis het beste worden uitgebreid naar de particuliere eige-naars, die zelf in hun huis wonen. Die moeten ook de kosten aan hun woning in mindering kunnen brengen, in hun geval van het – weliswaar gecorrigeerde -kadastraal inkomen. Dat voorstel zal de aankoop en de renovatie van de eigen woning op termijn stimuleren. Het dalende aanbod van verhuurwoningen – sommigen vrezen daarvoor als de reële huurinkomsten worden belast – kan zo worden gecompenseerd.
De combinatie van die maatregelen kan een zegen zijn voor het kwalitatief niet-optimale woningvastgoed, en dus voor de achtergestelde wijken in de steden. Het geeft de eigenaars en de verhuurders een incentive om geld uit te geven voor hun huis, zoals voor energiezuinige maatregelen, zelfs als ze van plan zijn snel te verhuizen.
Er is een prettig neveneffect. Verleden jaar berekende de vakgroep Belastingrecht van de Universiteit Gent dat 40 procent van de aannemers de bedragen op zijn facturen weleens naar omlaag haalt. Meestal gebeurt dat op vraag van de klant, die zo btw wil vermijden. Maar als hij minder personenbelasting kan betalen door de factuur bij de fiscus in te dienen, zal hij die wel vragen. Wie wil er dan nog een aannemer in het zwart? De extra btw-inkomsten die dat genereert, kunnen wellicht de personenbelasting compenseren die de overheid verliest bij de woning-eigenaar. Dat is dan weer een verschuiving van de lasten op de beroepsinkomsten naar de consumptie. Net wat iedere verstandige waarnemer wenst.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier