Nederlandse huizenprijzen kennen sterkste groei in 20 jaar
De gemiddelde prijs van een koopwoning in Nederland lag in het tweede kwartaal van dit jaar gemiddeld 13 procent hoger in vergelijking met dezelfde periode een jaar eerder. Daarmee steeg de verkoopprijs het meest in twintig jaar, melden het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Kadaster donderdag.
Precies acht jaar geleden bereikten de huizenprijzen bij onze noorderburen een dieptepunt en nu liggen die 70 procent hoger. In het tweede kwartaal van 2021 waren bestaande koopwoningen in Nederland gemiddeld 13 procent duurder dan een jaar eerder. Dat is de grootste stijging in een kwartaal in twintig jaar.
Voor een gemiddelde koopwoning wordt nu 373.000 euro betaald in Nederland. In het tweede kwartaal stegen de huizenprijzen het minst in de provincie Limburg, al lagen de prijzen daar ongeveer 12 procent hoger dan in dezelfde periode in 2020. De prijsstijging was met 16,8 procent het grootst in Flevoland.
In Utrecht stegen de huizenprijzen met 14 procent het meest vergeleken met de andere drie grote steden. In Amsterdam was de stijging met 7,5 procent het kleinst. In Den Haag en Rotterdam lagen de prijzen van koopwoningen respectievelijk 13,2 procent en 12,9 procent hoger.
Het aantal transacties op de huizenmarkt bedroeg in juni 17.707, ongeveer evenveel als een jaar eerder. In het eerste halfjaar werden in Nederland 119.414 woningen verkocht, ruim 12 procent meer dan in dezelfde periode van 2020.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier