In een recent rapport van de Vlaamse Woonraad luidt het dat huurderschap ‘sexy’ gemaakt moet worden.
De Vlaamse Woonraad pleit vooral voor aanbodgerichte maatregelen. Maar brengen die wel zoden aan de dijk in een regio waar de volkswijsheid zegt dat huren weggegooid geld is? Voor de Vlaming is huren veelal een negatieve keuze: hij huurt omdat hij niet kan kopen. Voorzitter van de Vlaamse Woonraad Bernard Hubeau bevestigt dat de private huurmarkt ook aan de vraagzijde met een imagoprobleem kampt. En dat is zonde, vindt hij, want huren biedt ook voordelen. “Het is een flexibele woonformule, en dat is ook goed voor de arbeidsmobiliteit. Daarnaast beperkt huren ook het financiële risico en is het minder kapitaalbelastend.”
Hoe poetsen we het imago van de private huurmarkt op? In een recent rapport van de Vlaamse Woonraad suggereert een stakeholder dat de communicatie anders moet. “Huurderschap moet ‘sexy’ gemaakt worden”, klinkt het. “Door de flexibiliteit sterk in de verf te zetten. Of de voordelen voor jonge koppels te beklemtonen.”
Bernard Hubeau is het idee wel genegen, maar meent dat een middelenverschuiving ook een belangrijke aanzet kan geven. “Het fiscale en budgettaire beleid is altijd sterk gericht geweest op het verwerven van eigendom, met als resultaat dat de private huurmarkt een restmarkt is. Ik zeg niet dat het beleid niet mag inzetten op eigendomsverwerving. Maar meer evenwicht lijkt toch wenselijk. De Vlaamse Woonraad staat overigens niet alleen met dat standpunt. Zowel de OESO, de Europese Centrale Bank, de Europese Commissie en de KU Leuven pleiten voor een neutralere woonfiscaliteit.”
Matexi, de belangrijkste woningbouwer van het land, is het idee van middelenverschuiving minder genegen. COO Rik Missault wijst erop dat de koop- en huurmarkt met elkaar verbonden zijn. Maatregelen die de nieuwbouw afremmen, laten zich ook voelen op de huurmarkt, zeker in de huidige context met een bevolkingstoename, is de redenering. Missault: “Bij een beperkt aanbod in het middensegment verschuift de marktvraag naar de lagere segmenten. Dat drijft vooral in de onderste segmenten de prijs op. Op die manier worden de minstbedeelden uit de markt geduwd. Een gezonde private huurmarkt is alleen mogelijk als de hele residentiële markt, inclusief de private nieuwbouw, gezond is.”
