Met de vastgoedprijzen in het geplaagde Spanje gaat het dit jaar voor het eerst sinds 2008 beter in plaats van slechter. Dat blijkt uit cijfers van het Nationaal Instituut voor de Statistiek (INE).
Uit het rapport van de INE blijkt dat de huizenprijzen in Spanje in het tweede kwartaal van dit jaar met 0,8 procent gestegen zijn in vergelijking met hetzelfde kwartaal vorig jaar.
In het eerste kwartaal werd nog een daling met 1,6 procent genoteerd.
Dankzij de lichte toename van 0,8 procent laat de Spaanse huizenmarkt voor het eerst sinds 2008 een stijging van de prijzen zien.
De prijzen van de nieuwbouwwoningen stegen het meest (+1,9 procent), terwijl de ‘tweedehands’ woningen 0,2 procent hoger klommen, de hoogste stijging sinds het vierde kwartaal van 2007.
Eerder deze maand liet de toonaangevende vastoedwebsite Fotocasa.es al een stijging – op maandbasis – van 1 procent zien, de grootste stijging in acht jaar.
De huizenprijzen in Spanje kelderden onophoudelijk na het uiteenspatten van de gevreesde vastgoedzeepbel in de tweede helft van het vorige decennium.
Met een economie die heel erg afhankelijk is van de bouwsector – op het hoogtepunt van de boom had de sector een aandeel van 18 procent in het bbp – resulteerde dat ook in stevig oplopende werkloosheidscijfers. Bovendien kelderde ook de vraag naar Spaans vastgoed uit het buitenland.
Fotocasa, die naar verluidt meer up-to-date informatie biedt dan het Nationaal Instituut voor de Statistiek (INE), berekende dat de huizenprijzen met 43,9 procent gedaald zijn sinds in april 2007 een piek werd geregistreerd. Toen werd tot 2.952 euro per vierkante Spaanse vastgoedmeter betaald.
Behalve positieve vastgoedcijfers kan Spanje ook bemoedigende groeicijfers voorleggen. Dat gebeurde in het tweede kwartaal, na een pijnlijke periode van recessie en verstikkende besparingsmaatregelen. Met een kwartaalgroei van 0,6 procent behoort het Zuid-Europese land trouwens tot een van de best presterende landen van de eurozone.
(Reuters/BO)
