Huurprijzen 2,3 procent gestegen
De huurprijzen van woningen in Vlaanderen en Brussel zijn in 2020 met maar 2,3 procent gestegen. Dat is de helft minder dan de koopprijzen. Dat blijkt uit cijfers van de Confederatie van de Immobiliën Beroepen (CIB) waarover De Tijd dinsdag bericht.
De gemiddelde huurprijs van een woning bedroeg vorig jaar 778 euro per maand. Dat is een toename met 2,3 procent, beduidend meer dan de inflatie (+0,7 procent). In 2019 bedroeg de stijging van de huurprijzen nog 3,7 procent.
Door de pandemie waren er minder huurtransacties in Vlaanderen (-6,4 procent) en nog minder in Brussel (-12,2 procent). De daling van het aantal nieuwe contracten door de lockdown in de eerste zes maanden (-17,2 procent) kon maar deels worden gecompenseerd in de tweede jaarhelft (+2,4 procent).
Ook op de huurmarkt lagen de huizen relatief beter in de markt dan appartementen. De prijsstijging van halfopen bebouwingen (+4,5 procent), vrijstaande woningen (+3,9 procent) en rijhuizen (+3,1 procent) is hoger dan van appartementen (+2,3 procent).
‘Er is een groot verschil tussen appartementen met en appartementen zonder terras. Voor appartementen met terras noteerden we in ons netwerk een prijsstijging van 7,1 procent. Zonder terras was dat maar 3,4 procent’, zegt Filip Dewaele van Dewaele Vastgoed.
Voor alle types woningen is Vlaams-Brabant de duurste provincie om te huren, West-Vlaanderen is de goedkoopste, behalve voor appartementen. Antwerpen is de duurste Vlaamse centrumstad.