Houtbouw wint terrein in grote bouwprojecten: beton is geen evangelie meer
Vastgoedontwikkelaars beginnen beton te ruilen voor hout. Voor gewone huizen bestaat het al langer, maar nu breekt hout ook door in de bouw van grote gebouwen. Het is een reactie van de sector op de klimaatuitdaging.
Het heeft lang geduurd, maar in de hoofden van de bouwontwikkelaars lijkt de bocht gemaakt. Ze brengen houtbouw naar een hoger niveau. Letterlijk. Hout wordt de speerpunt in nieuwe ontwikkelingen, ook voor grootschalige projecten, en dan vooral hoogbouw. De indrukwekkende herbestemming van de Gare Maritime op de terreinen van Tour & Taxis in Brussel was een eerste signaal. Daarna volgden de studentenresidentie Woodskot in het centrum van Brussel en de Erasmustuinwijk in Anderlecht.
België loopt achter op sommige buurlanden. Vooral in Frankrijk groeit het aantal projecten met houtbouw explosief. De Franse regering wil dat de helft van de gebouwen in grote ontwikkelingsprojecten vanaf 2022 hout of materiaal van biologische oorsprong (dierlijk of plantaardig, zoals stro of hennep) bevat. Zo hoopt de regering de private sector ertoe aan te zetten de switch te maken.
“Dat is het tegenovergestelde van wat in België gebeurt. Daar zijn private ontwikkelaars de drijvende kracht achter houtbouw”, zegt architect David Roulin, de CEO van Art & Build, een van de weinige Belgische kantoren met veel expertise in houtbouw (zie kader ‘Er is een groene revolutie nodig’). “Dat de ontwikkelaars voor die bewustmaking moeten zorgen, is niet normaal. Het wordt tijd dat de overheid zich bewust wordt van de voordelen van dat soort constructies, vooral voor de vermindering van de CO2-uitstoot.” Hout is het enige materiaal met een positieve koolstofbalans. Een kubieke meter hout slaat een ton CO2 op, terwijl hetzelfde volume in beton 250 kilo CO2 uitstoot. Een ander pluspunt: hout is een betere thermische isolator dan beton.
Met de huidige technologie behoren houten gebouwen tot 80 meter hoog, ofwel 24 verdiepingen, al tot de mogelijkheden
Samen met beton
Het verkleinen van hun CO2-voetafdruk is voor de vastgoedontwikkelaars zowel een noodzaak als een marketinginstrument. De bouw- en vastgoedsector is goed voor meer dan 40 procent van de CO2-uitstoot. De golf van de duurzame ontwikkeling is nog niet echt door die sectoren gerold.
“We moeten anders bouwen, om de planeet te vrijwaren”, verklaart Philippe Pourtois, houtdeskundige bij de bouwgroep CFE. “Hout is daarvoor maar een van de mogelijkheden.” Bouwontwikkelaars maken al langer werk van energie-efficiëntere gebouwen, maar die mogelijkheden zijn uitgeput. De volgende stap is innoveren om de ecologische voetafdruk van de constructie zelf te verminderen. Daarvoor is een grondige analyse nodig van de energie die opgaat aan de productie van de materialen. Zal dat de doodsklokken luiden voor beton? Niet meteen. De aloude tradities in de conservatieve bouwsector laten zich niet makkelijk aan de kant schuiven.
“Ecologie wordt almaar belangrijker in de bouwsector”, weet Hugues Frère, de directeur van Hout Info bois, een belangenorganisatie van de houtsector. “Al gaat het nog te traag, we kunnen alleen maar toejuichen dat de bouwontwikkelaars almaar meer opteren voor houtbouw. We moeten hoe dan ook vermijden dat hout en beton tegenover elkaar komen te staan. Beide hebben hun voor- en hun nadelen. Hout zal altijd samen met andere materialen worden gebruikt. Een project met alleen maar hout bestaat niet. Maar de evolutie zal tijd vergen, temeer omdat er een sterke beton- en staallobby is. Houtskeletbouw wordt nu in één op de tien huizen in België gebruikt. Er is dus ruimte voor verbetering.”
Breken met tradities
Enkele ontwikkelaars werken al met de een of andere vorm van houtbouw, maar geen enkele bouwt uitsluitend met hout. Twee entiteiten van de industriële groep CFE – de bouwgroep CFE Contracting en de vastgoedontwikkelaar BPI Real Estate – hebben de krachten gebundeld in Wood Shapers, een joint venture die zich toelegt op het duurzaam ontwerpen en bouwen in hout en geprefabriceerde materialen. “De ambitie is de vastgoedsector te herdenken en bouwprocessen te optimaliseren, met het oog op de impact op het milieu. We willen de gewoonten in de sector doorbreken”, zegt Arnaud Regout, de CEO van Wood Shapers. “Dat zal resulteren in grote houtbouwprojecten, die we volledig in handen nemen, vanaf het concept tot de oplevering, alleen of met partners.”
Houtbouw wordt vooral gebruikt voor kantoren en woningen, maar biedt ook mogelijkheden voor de bouw van scholen, hotels en sociale woningen” Arnaud Regout, Wood Shapers
“We moeten beseffen dat traditionele grondstoffen, zoals beton, schaarser worden, terwijl de ecologische voetafdruk van gebouwen een grote uitdaging is”, merkt Philippe Pourtois op. “Hout is dus een goed alternatief. Het maakt de constructie van een gebouw duurzamer, want het is het enige materiaal dat CO2 absorbeert.”
Wood Shapers is een voorloper in grote houtbouwprojecten. CFE en BPI hebben al Gare Maritime en Woodskot op hun cv staan, en er zitten nog projecten in de pijplijn, waaronder de Baloise-kantoren in Leudelange en de toekomstige hoofdzetel van CFE in Oudergem. Met de huidige technologie behoren houten gebouwen tot 80 meter hoog, ofwel 24 verdiepingen, al tot de mogelijkheden. “Het grote verschil met traditionele bouw is dat bij houtbouw alle onderdelen worden geprefabriceerd in de fabriek”, verklaart Arnaud Regout. Dat maakt de bouw makkelijker en verkort de bouwtijd met 20 procent. Dat betekent een sneller rendement voor de investeerder en minder overlast voor de omwonenden van de bouwplaats. Met onze kennis kunnen we ook gebouwen renoveren. Omdat hout 40 procent lichter is dan beton, kunnen we makkelijk vloeren toevoegen aan bestaande gebouwen, om hun capaciteit te vergroten. Dat helpt ook om de uitdaging van de groeiende bevolking aan te pakken.”
“De industrialisering van het bouwproces is in ieder geval een van de grote vorderingen in de houtbouw. Verwacht wordt dat ze een revolutie teweegbrengt in de sector en over enkele jaren de norm wordt. Hout is de toekomst”, zegt Arnaud Regout. “De bouwsector is in de afgelopen vijftig jaar nauwelijks veranderd. Het is tijd om een versnelling hoger te schakelen. Het algemeen bewustzijn rond de sociale en de milieu-impact van bouwprojecten zal helpen. Wood Shapers wil een drijvende kracht zijn achter die verandering.”
Interesse van ontwikkelaars en architecten
Niet alle projecten die BPI ontwikkelt, worden in de stijl van de Wood Shapers herbekeken. De volgende worden wel aan een zorgvuldige analyse onderworpen. “Houtbouw wordt vooral gebruikt voor kantoren en woningen, maar biedt ook mogelijkheden voor de bouw van scholen, hotels en sociale woningen”, vervolgt Arnaud Regout. “In ieder geval zijn de vooruitzichten positief. Voor gereglementeerde vastgoedvennootschappen is houtbouw ook interessant om hun governance-, sociale en milieudoelen te halen. Banken zijn ook eerder geneigd projecten te financieren met een kleinere milieu-impact.”
Spelers als Befimmo, Cofinimmo en Ion zijn al geïnteresseerd in houtbouw. Andere zullen moeten volgen. De grote belangstelling van ontwikkelaars en architecten bleek ook tijdens de officiële voorstelling van Wood Shapers begin februari. “We zijn bezig met de ontwikkeling van ons eerste grootschalige houtskeletbouwproject”, stelde Karim Zouaoui, development director bij de promotor Ion. Samen met Leasinvest ontwikkelde Ion het Monteco-gebouw in de Europese wijk in Brussel. “Hout was een strategische keuze. We wilden een uitzonderlijk en CO2-neutraal gebouw. Het wordt steeds ingewikkelder in Brussel sloop- en wederopbouwprojecten te ontwikkelen. De keuze voor hout is een extra argument in de discussie.”
Dat de ontwikkelaars voor de bewustmaking rond houtbouw moeten zorgen, is niet normaal” David Roulin, CEO Art & Build
‘Er is een groene revolutie nodig’
Het architectenbureau Art & Build was tien jaar geleden een van de eerste Belgische kantoren die zich bezighield met houtbouw. Het heeft vooral expertise in Frankrijk, waar het al een tiental grootschalige houtbouwprojecten heeft ontwikkeld, waaronder het acht verdiepingen tellende Opalia-gebouw in Parijs, de Silva-toren in Bordeaux (50 meter hoog) en het Engie-hoofdkwartier in Parijs (136.000 vierkante meter). CEO David Roulin, die onlangs het dertigarige bestaan van zijn kantoor heeft gevierd, ziet vooral de conservatieve aard van de sector als een obstakel voor houtbouw: “Onbekend maakt onbemind. Velen staan terughoudend tegenover onze manier van bouwen. De ontwikkelaars houden vast aan hun beproefde recepten. Sommige nemen wel eens risico’s, zoals Equilis met Dockx of BPI, dat zich positioneert als een avant-gardistisch bedrijf.”
Hoe komt het dat houtbouw in Frankrijk wel meer ingang vindt?
DAVID ROULIN. “De Brusselse vastgoedmarkt is een relatief goedkope markt. Dat maakt dat de ontwikkelaars weinig speelruimte hebben. Het is uiteraard gemakkelijker bepaalde beslissingen te nemen wanneer de verkoopprijs van een appartement, zoals in Parijs, gemiddeld 10.000 euro per vierkante meter bedraagt, in plaats van 3000 euro.”
De oplossing moet komen van de regering, vindt u.
ROULIN. “Inderdaad. Enkele jaren geleden voerde de Brusselse minister van Leefmilieu, Évelyne Huytebroeck (Ecolo), de verplichting in dat nieuwe gebouwen energiepassief moeten zijn. Alle ontwikkelaars hebben zich snel aangepast. De overheid heeft die macht.”
Bent u optimistisch over de toekomst?
ROULIN. “De bouwmarkt wordt zich almaar meer bewust van de milieuproblematiek. Beton zal in de toekomst minder schadelijk zijn voor het milieu. Hout is niet de enige hefboom voor actie. Het echte doel is de CO2-voetafdruk van de bouw te verminderen. We moeten onze manier van denken veranderen. Er moet een groene revolutie plaatsvinden.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier