Bouwvakkers mogen voortaan meer overuren presteren. En er mogen nu zelfs gepensioneerde bouwvakkers aan de slag in de sector.
Een wijziging daartoe is verschenen in het staatsblad, in uitvoering van de programmawet. De wijziging komt er op vraag van de sector, luidt het bij Bouwunie, de kmo-bouwfederatie.
Het aantal toegelaten overuren wordt opgetrokken van 130 naar 180 uren. De bouwvakkers kunnen kiezen om die overuren al dan niet te recupereren. Als ze kiezen om ze uitbetaald te krijgen, geldt er een belastingvermindering. Hierdoor houden ze netto meer over dan een uur zwartwerk. De regel geldt enkel voor de eerste 130 uren.
Bouwunie zal de volgende regering vragen het voordeel op te trekken naar 180 uren. De sector is tevreden met de uitbreiding van het aantal mogelijke overuren. “De 130 uren -één uur per dag over twee kwartalen- beantwoordden niet meer aan de noden van de sector”, aldus Bouwunie.
De belastingvermindering bij niet-recuperatie van de overuren is ook een belangrijk wapen in de strijd tegen zwartwerk. Er geldt wel een belangrijke voorwaarde: de vakbonden moeten per bedrijf hun fiat geven voor de extra overuren. Dat gebeurt ofwel op bedrijfsniveau of, bij kleinere bedrijven, of sectorniveau.
Een tweede wijziging is dat gepensioneerden voortaan, net als in
veel andere sectoren, hun pensioen kunnen combineren met inkomen uit arbeid.
