Belgische woningmarkt herstelt, maar nieuwbouw blijft slabakken

Foto: Belga © Belga
Laurenz Verledens vastgoedexpert bij Trends

De Belgische woningmarkt beleefde een sterke eerste jaarhelft. Veel panden wisselden van eigenaar en de gemiddelde huizenprijs veerde op. Dat blijkt uit de Notarisbarometer.

Het herstel van de activiteit op de Belgische woningmarkt zet door. In april rapporteerden de notarissen al een toename van het aantal transacties met 15,7 procent. Ook in het tweede kwartaal presteerde de woningmarkt nog sterk. Over de eerste jaarhelft vertaalt zich dat in een stijging van het aantal verkopen met 16,7 procent tegenover dezelfde periode in 2024.

In Vlaanderen was de stijging nog iets sterker, met een groei van 18,2 procent. In Wallonië ging het om een toename van 16 procent, terwijl Brussel een meer gematigde klim van 8,6 procent liet optekenen.

De verkoop van nieuwbouwwoningen blijft intussen slabakken. Het aandeel van nieuwbouw zakte naar 9,1 procent, het laagste cijfer in vijf jaar (zie grafiek hieronder).

Inzoomen op de Vlaamse provincies leert dat Vlaams-Brabant de sterkste groei kende: plus 20,2 procent. De provincie Antwerpen volgt op de tweede plaats met een toename van de verkoopactiviteit met 19,7 procent. Het aantal verkopen steeg het minst in West-Vlaanderen: plus 14,9 procent. In Oost-Vlaanderen bedroeg de groei 18 procent, in Limburg 18,4 procent.

Sterke prijsstijging met een disclaimer

De woningprijzen zitten ook nog altijd in de lift. Een huis in ons land kostte in de eerste zes maanden van dit jaar gemiddeld 346.648 euro, een stijging van 5,1 procent in vergelijking met het jaargemiddelde van 2024. In Vlaanderen steeg de gemiddelde prijs van een huis met een meer bescheiden 2 procent tot 375.053 euro. Ook in Brussel bleef de prijsklim beperkt: plus 1,2 procent, tot een gemiddelde van 576.763 euro.

Vooral Wallonië is dus verantwoordelijk is voor de forse prijsstijging op nationaal niveau. In het zuiden van het land schoten de prijzen met maar liefst 13,4 procent de hoogte in, tot een gemiddelde van 270.627 euro. “Wellicht is dat een tijdelijk fenomeen, doordat flink wat kopers de verlaging van de registratiebelasting van begin dit jaar hebben afgewacht”, zegt notaris Bart van Opstal, de woordvoerder van Notaris.be.

“Een prijstoename was inderdaad te verwachten”, zegt woningmarktonderzoeker Frank Vastmans (KU Leuven, Steunpunt Wonen). “Een verlaging van de verkooprechten vertaalt zich doorgaans in een omgekeerd evenredige stijging van de prijzen.” Toch plaatst hij een kanttekening bij de omvang van de stijging in Wallonië. “Het uitstel van transacties speelde waarschijnlijk vooral bij grote en duurdere woningen, omdat het voordeel van de lagere registratierechten daar groter is. Als er dan meer van dat type woningen verkocht wordt dan een jaar eerder, leidt dat automatisch tot een hogere gemiddelde prijs.”

“Eigenlijk moet je kijken naar hoe sterk de prijs van eenzelfde woning evolueert door de tijd”, vervolgt Vastmans. “Daarvoor gebruiken we hedonische prijsindices. Die tonen aan dat de woningprijzen in Vlaanderen en Wallonië in het eerste kwartaal van 2025 opnieuw op het niveau liggen van augustus 2022, het moment van de sterke stijging van de hypotheekrente. Begin 2024 lagen die prijzen nog iets lager, maar door de verlaging van de verkooprechten zijn ze nu dus ook voor eenzelfde woning licht gestegen.”

Op de appartementenmarkt stabiliseerde de gemiddelde prijs in de eerste jaarhelft op nationaal niveau op 271.994 euro. In Vlaanderen daalde de prijs licht tot 281.541 euro (-0,4%), terwijl Wallonië een stijging van 3,9 procent noteerde, tot 206.297 euro. In Brussel nam de gemiddelde prijs met 1,5 procent toe tot 295.068 euro.

Limburg niet langer de goedkoopste provincie

Nog opvallend: op de huizenmarkt is Limburg niet langer de goedkoopste Vlaamse provincie. Het voorbije halfjaar klommen de huizenprijzen in Limburg met 4,4 procent, de sterkste stijging van alle Vlaamse provincies. Met een gemiddelde prijs van 338.609 euro is Limburg nu duurder dan West-Vlaanderen, waar de huizenprijs zo goed als stabiel bleef op 331.353 euro.

In Vlaams-Brabant, de duurste provincie, was de stijging relatief beperkt: plus 1,5 procent, tot een gemiddelde van 429.793 euro. 

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content