België loopt achter op het buitenland in offsite bouwen

OFFSITE "De tijdsbesparing is enorm."
Xavier Attout journalist Trends/Tendances

Offsite constructies kunnen de kosten, de bouwtijd en de CO2-uitstoot van bouwen verminderen. Toch komt die techniek in België maar traag van de grond. Hoewel steeds meer spelers actief worden in de offsite sector, zijn er nog veel obstakels.

In Zweden verlaat elke 30 minuten een modulair bouwelement een offsite fabriek. In het Verenigd Koninkrijk is die techniek, waarbij onderdelen van een gebouw in een fabriek worden geprefabriceerd om ze vervolgens op de werf te assembleren, goed voor 9 procent van de bouwmarkt. In Frankrijk heeft de regering beslist de ontwikkeling van de sector te versnellen om er een hefboom voor de industriële relance van te maken. De marktleider, Nexity, heeft zijn krachten gebundeld met de Britse groep TopHat, een specialist in de prefabbouw van huizen, om zijn ontwikkeling te versnellen.

En in België? Hoewel steeds meer bedrijven zich op dat terrein begeven, zijn er nog veel obstakels. De traditionele bouw heeft nog altijd veel fans, vooral omdat het gebrek aan mankracht op dit moment nog niet nijpend genoeg is om een verandering van aanpak teweeg te brengen in een sector die op zijn zachtst gezegd conservatief is. Arnaud le Grelle, de CEO van Meccabuild, geeft toe dat “er nog een mentaliteitsverandering moet plaatsvinden. Maar als we de vertragingen zien die worden veroorzaakt door slecht weer op bepaalde werven, is het vreemd dat je niet meer gebruikmaakt van onderdelen die geprefabriceerd kunnen worden in een fabriek.”

Voorstanders van offsite bouwen sommen een lange lijst met voordelen op: de mogelijkheid om de kosten en de levertijden te verminderen, de arbeidsomstandigheden te verbeteren en de decarbonisatie te versnellen door duurzamere materialen te gebruiken.

Politieke wil

Hoewel beide termen verwant zijn, voegt de term ‘offsite’ een dimensie toe aan ‘prefabricage’. Thomas Scorier, de CEO van TS Construct en een voormalige voorzitter van Embuild, merkt op: “Door de term ‘offsite’ te gebruiken, kunnen we bepaalde negatieve vooroordelen uit de weg gaan over de vrij eenvoudige prefabelementen die de afgelopen decennia zijn gebruikt. Vandaag is de kwaliteit van de constructie vergelijkbaar met of zelfs superieur aan die van de traditionele bouw. De tijdsbesparing is enorm. Het duurt bijvoorbeeld minder dan een jaar om een vrijstaand huis op te leveren en te monteren, vergeleken met minstens achttien maanden voor traditionele bouw.

‘Vandaag is de kwaliteit van een offsite constructie vergelijkbaar met of zelfs superieur aan die van de traditionele bouw’

Thomas Scorier, TS Construct

En toch wordt dat proces nog niet op grote schaal toegepast. 2D-producten, zoals kozijnen, isolatiepanelen en zelfs elektriciteitsinstallaties, worden steeds vaker ontworpen in fabrieken en geïnstalleerd op bouwplaatsen. Voor 3D-modules is dat veel zeldzamer.

Hélène de Troostembergh, de CEO van Build Up, een bedrijf dat gespecialiseerd is in duurzame modulaire bouw, betreurt dat “er, in tegenstelling tot andere Europese landen, momenteel geen politieke wil is om de sector te ontwikkelen. Wij zijn echter een nieuwe speler die een echte rol kan spelen in de waardeketen van de bouw, door de productiviteit, de prestaties en de kwaliteit van de vastgoedproductie te verbeteren. Op dit moment komen de vraag naar duurzamere bouw en het aanbod van offsite bouw niet samen. Overheden moeten in hun aanbestedingen meer rekening houden met dat proces en zich niet alleen richten op algemene aannemers.”

Eigen draai

Hoewel offsite bouw meestal wordt ingezet om eengezinswoningen op te trekken, kan die ook worden gebruikt voor de bouw van flatgebouwen of zelfs voor scholen, rusthuizen of ziekenhuizen. “Wij zijn gestart met de constructie van een gebouw met tachtig flats voor de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM)”, zegt Arnaud le Grelle. “Het is dus mogelijk met die techniek grote projecten te realiseren. Nu moeten we alleen nog meer architecten en overheidsinstanties ervan overtuigen dat het mogelijk is.”

Een van de grootste bezorgdheden is dat de industrialisatie een standaardisatie met zich zou brengen. De offsite bedrijven wijzen die vrees van de hand. “Die standaardisatie bestaat al in de nieuwbouw”, legt Thomas Scorier uit. “Kopers kunnen hun keuken, vloer en badkamer kiezen, maar voor de rest zijn de flats vergelijkbaar. Hier is het hetzelfde proces. Bij offsite worden een paar basismodules ontworpen, voordat je er je eigen draai aan kunt geven.”

Build Up gaat daarin nog verder. “We bieden echt veel vrijheid”, zegt Hélène de Troostembergh. “Dat kan dus geen obstakel zijn. Zelfs bij renovaties is er veel vrijheid. Want ondanks de industrialisatie van de processen wordt er bijzondere aandacht besteed aan het vermijden van uniformiteit in de esthetiek van offsite bouwen.”

Tekort aan arbeidskrachten

Onder de grote spelers in de houtsector is Thomas & Piron bezig zich duidelijk te positioneren in het offsite segment via zijn dochteronderneming die zich toelegt op woningbouw. “We produceren nog geen huizen in onze fabrieken, maar we bereiden ons er wel op voor”, zegt Cédric Herbiet, managing director van Thomas & Piron Home. “We moeten ons vooral wapenen tegen het tekort aan geschoolde arbeidskrachten dat ons boven het hoofd hangt. Als we 650 woningen per jaar willen blijven bouwen, zullen we alternatieven moeten vinden. Want op zeker moment kunnen we de vraag niet meer bijbenen.” Offsite bouwen zou ook de interesse voor de bouw weer kunnen aanwakkeren, omdat er meer veiligheid, toezicht en opleiding zullen zijn en we binnen zullen kunnen werken. “Thomas & Piron hoopt over twee tot drie jaar de eerste productielijnen operationeel te hebben. Voorlopig hebben we genoeg personeel om aan de vraag te voldoen”, zegt Cédric Herbiet. “Maar we zullen steeds meer van onze 800 werknemers verliezen. Offsite bouwen is ongeveer 10 procent duurder, maar het is duurzamer, maakt een beter afvalbeheer en een betere planning van de levertijden mogelijk. Dus we houden die ontwikkeling nauwlettend in de gaten.”

Op de verhoopte omschakeling in België is het dus nog even wachten. “Ik hoop dat het zo snel mogelijk gebeurt”, zegt Hélène de Troostembergh. “Maar realistisch bekeken gaan wij uit van vijf jaar. De noodzaak om gebouwen op grote schaal te renoveren zou het besef kunnen versnellen dat offsite renovatie een veel snellere manier kan zijn om oude gebouwen te vernieuwen.”


Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content