De termen ‘wintersportgebied’ en ‘skioord’ zijn achterhaald. Dat concludeert de internationale vastgoedadviseur Knight Frank in de nieuwste editie van zijn jaarlijkse Alpine Property Report. De Europese berggebieden trekken in alle seizoenen toeristen aan, waardoor het hooggelegen vastgoed het hele jaar door rendeert. Bovendien vinden ook steeds meer permante bewoners hun weg naar deze berggebieden.
De transformatie is volgens Knight Frank ingezet tijdens de coronapandemie. De doorbraak van het thuiswerken heeft fulltime leven in de bergen aantrekkelijker gemaakt. Uit een enquête bij vermogenden blijkt dat 73 procent een verhuis naar de Alpen overweegt.
Ook de klimaatverandering speelt een rol: in tijden van hittegolven in Zuid-Europa zijn de koelere berggebieden een interessant alternatief. Dit gaat wel gepaard met een tweedeling in de markt: fanatieke wintersporters trekken naar sneeuwzekere, hoger gelegen gebieden, terwijl wandelaars, fietsers en wellnesszoekers hun oog laten vallen op gebieden met een meer gevarieerd aanbod zoals Chamonix, Megève en Zermatt. Bijna de helft van de kopers geeft aan rekening te houden met klimaatbestendigheid bij hun aankoopbeslissing.
Maar de hedendaagse vastgoedkoper in de Alpen is dus niet langer alleen op zoek naar skipistes. Er is een groeiende vaag naar wellnesscentra voor gepensioneerden, avontuurlijke resorts voor adrenalinejunkies en gezinsvriendelijke steden met goede scholen. Knight Frank wijst in dit verband op de uitbreiding van de International School in het Zwitserse Verbier.
Olympisch prijseffect
De Knight Frank Alpine Property Index steeg op jaarbasis met 3,3 procent; in vijf jaar bedraagt de prijstoename 23 procent. Deze prijsindex spitst zich toe op luxevastgoed in de drie zogenaamde alpiene kernlanden: Frankrijk, Italië en Zwitserland. Andermatt in Zwitserland tekende voor de sterkste prijsklim: plus 14,6 procent (zie tabel 1). Op de tweede en derde plaats staan Davos (+10,5%) en Cortina d’Ampezzo (+10%)
Voor Cortina d’Ampezzo heeft Knight Frank het over een olympisch effect: de ‘Koningin van de Dolomieten’ is samen met Milaan de gaststad van de Olympische Winterspelen in 2026. Overigens ziet Knight Frank nog groeipotentieel voor Cortina d’Ampezzo, aangezien de prime vastgoedprijzen er nog 30 tot 40 procent lager dan in vergelijkbare markten zoals Sankt Moritz. (Lees verder onder de tabel)
Grote prijsverschillen
Het Zwitserse Gstaad blijft de duurste Alpenbestemming. Knight Frank berekende de prijsvork voor topvastgoed in de mondaine wintersportplaats op 42.800 tot 47.300 euro per vierkante meter (zie tabel 2). Sankt Moritz en Courchevel 1850 vervolledigen het podium. Bij de ‘goedkoopste’ bestemmingen voert Morzine de ranking aan, gevold door Les Gets en Champéry (zie tabel 3).
Voor avontuurlijke investeerders die op zoek zijn naar topmarkten in een vroeger stadium van ontwikkeling is Zakopane – de ‘winterhoofdstad van Polen’ – een interessante mogelijkheid: de topprijzen schommelen er tussen 4.500 en 6.500 euro per vierkante meter. Ook in Hemerdal en Trysil in Noorwegen en Åre en Sälen in Zweden, blijven de prime prijzen ruim onder de 10.000 euro per vierkante meter. In Duitsland is de regio Schliersee-Spitzingsee-Tegernsee nabij München een trekpleister met prijzen voor topvastgoed tussen 8.000 en 12.000 euro per vierkante meter.
Wie toch meer voelt voor een klassiek wintersportland kan terecht in St Anton en Kitzbühel in Oostenrijk, maar daar liggen de topprijzen toch al tussen 12.000 en 17.000 euro per vierkante meter.