Hogere solidariteitsbijdrage voor gepensioneerde zelfstandigen

Heel wat zelfstandigen dreigen vanaf 2014 een extra solidariteitskorting te krijgen op hun pensioen. Dat komt omdat vanaf dan ook de inkomsten uit het vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen (VAPZ) worden meegeteld om de solidariteitsbijdrage te berekenen.

De solidariteitsbijdrage werd ingevoerd in 1994. Ze heeft als doel de hoogste pensioenen wat af te toppen om de laagste pensioenen een extraatje te kunnen geven.

De bijdrage varieert tussen 0 procent en 2 procent. Wie een pensioen als alleenstaande heeft van minder dan 2.222,18 euro bruto per maand moet geen bijdrage laten vallen. Wie boven 2.504,10 euro zit, moet 2 procent inleveren. Bij een gezinspensioen liggen de grenzen op respectievelijk 2.569,12 euro (0 procent) en 2.861,82 euro (2 procent). Daartussen lopen de bijdragen geleidelijk op. De bijdrage wordt berekend op de totaliteit van de pensioenen. Voor werknemers omvatten die zowel het wettelijke pensioen als de uitkering van de groepsverzekering.

Voor zelfstandigen gaat het om de wettelijke pensioenen en de individuele pensioentoezegging die een zelfstandige zaakvoerder via zijn bedrijf krijgt. Vanaf 2013 worden ook de buitenlandse pensioenen in rekening gebracht. En voor zelfstandigen komen daar in 2014 dus de pensioenen bij die via het vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen werden opgebouwd. Met de inkomsten van individuele levensverzekeringen en die uit het wettelijke pensioensparen wordt mvoor de berekening van de solidariteitsbijdrage geen rekening gehouden. (Belga)