Het wassende water
Alle ogen waren vorige week op Ben Bernanke en zijn collega’s gericht. Will he or won’t he? Of er na afloop van de zeswekelijkse rentevergadering wel of niet aan de rente geraakt zou worden, dat was niet de vraag. Wel of hij nieuwe maatregelen zou aankondigen om extra zuurstof in de economie te pompen. Want als er deze zomer iets duidelijk geworden is, dan is het wel dat de vrees van de beleggers zich heeft verlegd van de schuldenproblematiek naar de groeivertraging.
Al heeft het ene natuurlijk veel, zoniet alles, met het andere te maken. Denk daarbij alleen al maar aan de wereldwijde besparingsprogramma’s die worden opgezet om de uit de hand lopende begrotingstekorten aan banden te leggen. Dat Bernanke en de zijnen er uiteindelijk voor gekozen hebben om de Amerikaanse economie opnieuw aan het infuus te leggen, was zelfs ook niet echt een verrassing. Waar de financiële markten wel van geschrokken zijn, is de beperkte omvang van de maatregelen, zeker in verhouding tot de teneur van de begeleidende verklaring. De patiënt is ernstig ziek, maar krijgt voorlopig alleen een aspirientje in plaats van de broodnodige antibiotica. Daar is de zachte dokter weer.
Maar is de patiënt wel doodziek? Laat ons zeggen dat hij het geweest is en herstellende was. Was, want tot enkele maanden geleden leek iedereen er van overtuigd dat de recessie of zelfs de depressie achter de rug was en dat het herstel zich had ingezet. Dat dat traag en af en toe moeizaam zou verlopen, daar was iedereen het over eens. Ook Bernanke. En door de financiële markten werd het destijds zelfs als goed nieuws ontvangen. We waren aan de betere hand. Maar daarbij is wel gemakshalve het woordje moeizaam tussen de plooien gevallen. Of in elk geval de definitie van het begrip. Moeizaam betekent nog steeds dat het af en toe ook wel eens moeilijk kan worden. Wel, dat is exact waarmee we vandaag geconfronteerd worden. Werd er eind vorig jaar nog zacht of luidop over exitstrategieën gesproken en werd er ook al gedacht aan een renteverhoging tegen het einde van dit jaar, dan zijn we daar vandaag een heel stuk van verwijderd. Waren de financiële markten overdreven en onterecht optimistisch? Velen hebben zich ongetwijfeld wat laten meeslepen, maar laten we het kind niet met het badwater weggooien. Bedrijven hebben de voorbije 18 maanden een indrukwekkend parcours afgelegd. De crisis heeft hen soms ook sterker gemaakt. Er werden prioriteiten gesteld en de kosten zijn onder controle. De financiële structuur is aangepast. Kortom, heel wat bedrijven staan op scherp. AB InBev bijvoorbeeld. De Belgisch-Braziliaanse brouwer heeft de voorbije jaren bijna maniakaal op de kleintjes gelet en overtollig vet weggesneden. Ook de portefeuille werd tegen het licht gehouden en waar nodig werden er aanpassingen gedaan. Vandaag kan het bedrijf zich opnieuw focussen op toplinegrowth. Omzetgroei, zeg maar. De levensader van elk bedrijf. En vrij van cholesterol kan het bloed onbelemmerd en krachtig door de aderen stromen.
Maar AB InBev is geen alleenstaand geval. In dit nummer hebben we het over de fusies en de overnames. Een perfecte barometer voor de gezondheid van de bedrijven. Door rigoureus op de kleintjes te letten en elke euro drie keer om te draaien alvorens die uit te geven, hebben bedrijven een flink spaarpotje kunnen aanleggen. Dat geld kan nu aan het werk gezet worden. De vraag is natuurlijk wel of een drukke M&A-activiteit voor iedereen zo’n goede zaak is. Voor sommige aandeelhouders in elk geval wel. Die van Movetis, bijvoorbeeld. Zelfs wie intekende op de beursintroductie van een van de jongste bedrijven op Euronext Brussel, strijkt nog een flinke meerwaarde op. En geloof mij, dat is niet altijd het geval geweest. Maar hoe zit het met de rest van het verhaal? Met fusiedossiers valt in één adem meestal ook het woord synergievoordelen. Besparingen dus. Overlappingen wegsaneren. Mensen ontslaan. En dat kan bezwaarlijk goed nieuws voor de economie genoemd worden. Maar niet alleen bedrijven zitten op flink wat centen. Ook beleggers. Of moeten we zeggen: spaarders. Enkele weken geleden is nog maar eens gebleken dat de Belgen voor zo’n 203 miljard op een gezamenlijke spaarrekening staan hebben. Angst voor de beurs, maar ook de angst om zijn of haar job te verliezen zet heel wat mensen tot voorzichtigheid aan. En het appeltje voor de dorst hebben ze in zo’n scenario liefst niet te ver weg liggen.
Op de financiële markten is die voorzichtigheid al enkele weken uitgesproken aanwezig. Om het wassende water van de rivier het hoofd te bieden, springen beleggers van steen naar steen. Soms moeten ze even terug, springen ze op een kleinere steen en krijgen ze natte voeten. Maar zolang er geen brug of tunnel is – en daar wordt voorlopig nog niet aan gebouwd – is dat toch de beste strategie om aan de andere kant van de rivier te komen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier