Het nieuw fiscale gunstregime voor auteursrechten: wie valt uit de boot?

Minister van Financiën Van Peteghem en premier De Croo. © belga
Jozef Vangelder
Jozef Vangelder redacteur Trends

Valt uw werk nog onder het hervormde fiscale gunstregime voor auteursrechten? Specialist Gauthier Vandenbossche, die werkt voor de Universiteit Gent en het advocatenkantoor Tiberghien, beantwoordt vragen van bezorgde Trends-lezers.

Op 1 januari 2023 treedt de hervormde fiscale regeling voor auteursrechten in werking. De oorspronkelijke wet dateert al van 2008 en liet toe niet alleen kunstenaars maar ook beroepsgroepen als IT-ers en architecten te betalen met fiscaal voordelige auteursrechten. Op initiatief van minister van Financiën Vincent Van Peteghem (cd&v) heeft de Kamer deze maand een hervorming aangenomen. Het fiscale gunstregime blijft: minstens tot een bepaald plafond worden auteursrechten beschouwd als roerende inkomsten, belast tegen slechts 15 procent, na aftrek van een kostenforfait. De hervorming vernauwt echter het toepassingsgebied van het gunstregime, wat vooral slecht nieuws is voor de IT-sector. Maar ook andere sectoren zitten met vragen.

Trends lanceerde een oproep aan zijn lezers om hun vragen voor te leggen aan specialist Gauthier Vandenbossche, onderzoeker aan de Universiteit Gent en wetenschappelijk adviseur van het fiscale advocatenkantoor Tiberghien.

Eerst zet Vandenbossche de grote lijnen van de hervorming op een rijtje.


De algemene principes

Welke werken vallen onder de hervormde belastingregeling auteursrechten?

“De eerste voorwaarde is: er moet sprake zijn van zogenoemde werken van letterkunde of kunst”, zegt Vandenbossche. “Dat zijn bijvoorbeeld literaire of educatieve boeken, maar ook grafisch werk, beeldende kunst of audiovisuele werken. Die zijn auteursrechtelijk beschermd, als ze een vaste vorm hebben en origineel zijn. Ook prestaties van uitvoerende kunstenaars als acteurs, zangers en musici komen in aanmerking.”

“De tweede voorwaarde is technisch-juridisch en gaat over de auteursrechten op het werk: dat moeten kwalificerende auteursrechten of naburige rechten zijn, opgenomen in Titel 5 van boek XI van het wetboek van economisch recht. Kwalificerende auteursrechten beschermen werken van letterkunde of kunst. Naburige rechten beschermen prestaties van uitvoerende kunstenaars.”

“Derde voorwaarde: de auteursrechten op het werk of de naburige rechten op de prestatie moeten worden overgedragen of in licentie gegeven aan een derde partij – bijvoorbeeld een uitgeverij, werkgever of opdrachtgever – met het oog op de exploitatie van die rechten.”


Welke personen vallen onder de hervormde belastingregeling voor auteursrechten?

“Een voor de hand liggende beroepsgroep zijn kunstenaars. Maar ook niet-kunstenaars komen in aanmerking. Bij die laatste categorie kun je bijvoorbeeld denken aan architecten. Voor zowel kunstenaars als niet-kunstenaars is een belangrijke, nieuwe voorwaarde dat het werk beschikbaar moet zijn voor het publiek. Voor kunstenaars, die beschikken over een zogenoemd kunstwerkattest, is dat per definitie het geval, veronderstelt de wetgever. Maar het is de bedoeling van de wetgever om het brede publiek ook te laten genieten van de werken of prestaties van de niet-kunstenaars of mensen zonder kunstwerkattest. Daartoe moeten niet-kunstenaars hun rechten overdragen of in licentie geven aan een derde met het oog op de verspreiding onder het brede publiek. Of, zoals de wet het formuleert, met het oog op ‘mededeling aan het publiek, voor openbare uitvoering of opvoering, of voor reproductie’.”


De lezersvragen

“Ik ben een IT-er. Valt mijn werk onder de nieuwe regeling?”

Dat is de hamvraag in de IT-sector. Kunnen softwarebedrijven nog altijd hun werknemers of freelancers via de fiscaal voordelige auteursrechten uitbetalen? Vandenbossche: “We spreken hier over makers van computerprogramma’s in gelijk welke vorm: besturingssystemen, tekstverwerkingsprogramma’s, boekhoudpakketten, apps en zo meer. Strikt gezien zijn het geen werken van letterkunde of kunst, maar zijn ze ermee gelijkgesteld. In de Kamercommissie Financiën heeft minister Van Peteghem echter gezegd dat de gelijkgestelde computerprogramma’s niet onder het fiscale gunstregime vallen.”

“Mogelijk is er ook een probleem met de tweede voorwaarde: de auteursrechtelijke bescherming van computerprogramma’s valt strikt gezien niet onder Titel 5 van boek XI van het wetboek van economisch recht, zoals vereist in de nieuwe regeling. Zij vallen onder Titel 6. Onder het gangbare auteursrecht, zoals opgenomen in het wetboek van economisch recht, worden computerprogramma’s echter ook beschermd door die Titel 5, maar volgens minister Van Peteghem gaat die redenering niet op in het fiscale recht.”

“Nog dit: er is in een overgangsregeling voorzien voor belastingplichtigen die vanaf 1 januari 2023 niet langer onder het fiscale gunstregime voor auteursrechten vallen. Onder bepaalde voorwaarden kunnen zij nog een jaar genieten van het gunstregime. Vanaf 2024 zijn ze definitief uitgesloten.”


“Wat met iemand die videogames maakt?”

“Een ontwikkelaar van videospelletjes valt mogelijk wel onder de nieuwe regeling. Dat heeft de minister gezegd in de pers. Want een videospel is niet alleen een computerprogramma, het is ook een audiovisueel werk, en dus een werk van letterkunde en kunst. Daarom vallen de auteursrechten ook onder de vereiste Titel 5 van boek XI van het wetboek van economisch recht.”

Vandenbossche sluit niet uit dat die kwestie aanleiding geeft tot discussies tussen belastingplichtigen en de fiscus. “Wanneer precies krijgt een computerprogramma het etiket van audiovisueel werk opgeplakt? En is het rechtvaardig dat de belastingplichtige in dat geval geniet van een fiscaal gunstregime, en niet als het slechts om een computerprogramma zou gaan?”


“Vallen de inkomsten uit mijn boek, gedichtenbundel of ebook onder de nieuwe regeling?”

“Boeken, essays, wetenschappelijke teksten, persartikels, foto’s, blogteksten, cursussen en ondersteunend materiaal voor opleidingen zijn werken van letterkunde of kunst, net zoals een e-book, want dat is een letterkundig werk in digitale vorm. Zoals steeds is vereist dat die werken origineel zijn. De auteur moet er zijn of haar persoonlijke stempel op hebben gedrukt.”

“Bovendien moet de auteur de rechten op zijn of haar werk overdragen of in licentie geven met het oog op exploitatie door iemand anders. Stel dat een auteur zijn manuscript in eigen beheer uitgeeft. Er is dan geen overdracht of licentieverlening van auteursrechten aan een derde, en kan hij niet genieten van het nieuwe fiscale gunstregime. Of neem een schilder. Verkoopt hij zijn werk rechtstreeks aan een particuliere klant, dan valt de opbrengst evenmin onder de nieuwe regeling. Dat is wél het geval wanneer de schilder bijvoorbeeld het recht verleent aan een derde om het werk af te beelden op prentkaarten. Hetzelfde geldt voor een leerkracht die een handboek schrijft. Verkoopt hij zijn handboek rechtstreeks aan de leerlingen, dan is er geen overdracht van auteursrechten. Dat is anders wanneer de leerkracht het manuscript overdraagt aan een uitgeverij om het te reproduceren.”


“Wat zijn de gevolgen voor mij als architect?”

“De eerste vraag is opnieuw: zijn de werken van de architect werken van letterkunde of kunst? In principe is het antwoord ja. Een gebouw, een schets, een tekening, een plan of een maquette zijn werken van letterkunde of kunst. Opnieuw moeten ze wel origineel zijn. Een ontwerp van een gewone betonnen paal of parking is wel een werk, maar het is niet origineel. Er zit nauwelijks een persoonlijke inbreng van de architect in.”

“Vervolgens moet de architect de rechten op bijvoorbeeld het plan overdragen of in licentie geven aan een derde – een architectenbureau bijvoorbeeld – met het oog op de exploitatie van die rechten. Dat kan bijvoorbeeld door de bouw van de woning op basis van het plan.”

“Dan wil de wetgever ook nog dat het werk van de architect beschikbaar is voor het publiek. Ook al is de architect geen kunstenaar, dan nog moet het de bedoeling zijn om het werk te laten reproduceren en te verspreiden. Uiteraard is de woning, eens gebouwd, zichtbaar voor het publiek, maar het plan is dat niet. En dat laatste verandert volgens de minister niet door het plan achteraf gewoon op een website te zetten. Normaal heeft een architect ook niet de bedoeling zijn of haar plan ter beschikking te stellen van het publiek, want in principe is het enkel bedoeld voor de bouwheer. Architecten zullen dus moeten opletten voor een strikte interpretatie van de wetgeving bij fiscale controles: moet het origineel werk, zijnde het plan, beschikbaar zijn voor het grote publiek? Of volstaat de bouw van de woning als reproductie van het plan?”


“Kan ik auteursrecht krijgen voor mijn nieuw concept voor prijsberekening?”

“Daar zou ik voorzichtig mee zijn. Het auteursrecht beschermt geen concepten, enkel de concrete uitwerking ervan. Belastingplichtigen die willen weten of ze onder het nieuwe regime vallen, kunnen terecht bij de Dienst Voorafgaande Beslissingen of de zogenoemde rulingcommissie van de federale overheidsdienst Financiën. Uit de praktijk blijkt alvast dat de rulingcommissie tools voor het maken van bepaalde berekeningen vaak als onvoldoende origineel beschouwt.”

“Het Excel-programma van een notaris voor de afrekening van kosten of de module van een boekhouder voor de berekening van de cashflow: de rulingcommissie heeft ze geweigerd als auteursrechtelijk beschermde werken. De commissie zag er gewoon een toepassing van Excel in, en geen originele werken van letterkunde of kunst. De weigerachtigheid van de commissie ligt ook aan het feit dat zulke tools niet zelden dienen voor intern gebruik, en dus niet beschikbaar zijn voor het publiek.”


“Ik schrijf teksten en speeches voor CEO’s en andere sprekers, bedenk radio- en tv-programma’s, teken scenografieën en creëer slideshows voor keynotesprekers. Hoeveel auteursrechten kan ik aanrekenen?”

“Teksten en speeches zijn auteursrechtelijk beschermd als werken van letterkunde of kunst, zolang ze origineel zijn. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor powerpointpresentaties. Ook tekeningen voor scenografieën kunnen auteursrechtelijke bescherming krijgen. Bij radio- en tv-programma’s is het onderscheid tussen idee en concrete vorm niet altijd duidelijk. Het auteursrecht beschermt enkel de concrete vormgeving van dat idee.”

“Opnieuw is vereist dat je de vermogensrechten overdraagt of in licentie geeft aan een derde met het oog op de exploitatie en de reproductie. Geef je toestemming aan iemand anders om je tekst te exploiteren en te reproduceren, dan is aan die vereiste voldaan.”

“Welk deel van je inkomsten vallen dan onder de hervormde regeling? Daarvoor zijn nieuwe regels voorzien. Stel, een CEO vraagt je een speech te schrijven. Dan mag de auteursrechtvergoeding in principe maximaal 30 procent bedragen van de totale vergoeding die je ontvangt, omdat er ook sprake is van een geleverde prestatie. De vraag van de CEO houdt immers twee zaken in. Hij vraagt om de speech te schrijven: daar staat een prestatievergoeding tegenover. Maar de CEO wil de speech ook exploiteren, door die aan het publiek mee te delen of te reproduceren: daarvoor heeft hij de auteursrechten nodig, en betaalt hij dus een auteursrechtvergoeding. Nu zegt de wet dat die auteursrechtvergoeding maximaal 30 procent mag bedragen van de totale vergoeding voor de schrijver. De overige 70 procent wordt vermoed een loutere vergoeding voor het werk of de prestatie te zijn, en belast als beroepsinkomen tegen de progressieve tarieven.”

“Er is wel in een overgangsregeling voorzien. Het aandeel van 30 procent wordt in 2023 verhoogd tot maximaal 50 procent van de totale vergoeding, en tot maximaal 40 procent in 2024. Vanaf 2025 is het aandeel van 30 procent van toepassing.”


“De nieuwe regeling spreekt over ‘een voldoende ruim publiek.’ Wat moet je daaronder verstaan?”

“Zoals gezegd: wie geen kunstwerkattest heeft moet de rechten overdragen of in licentie geven aan een derde voor de mededeling aan het publiek, de openbare opvoering of uitvoering, of de reproductie. De wetgever wil daarmee dat het werk beschikbaar is voor het publiek. Volgens de minister is dat een onbepaald aantal potentiële mensen, dus een vrij groot aantal, en geen specifieke individuen behorend tot een private groep. Concreet: voor de auteur van een boek is het aantal effectieve kopers niet relevant, volgens mij. Als het boek in de winkel ligt, is het wel potentieel beschikbaar voor een heel groot publiek. Want iedereen kan het werk kopen.”


“Wat gebeurt er bij geschillen met de fiscus?”

“De toetsing aan de wettelijke voorwaarden zal geval per geval moeten gebeuren. Dat geldt ook voor de voorbeelden die ik gaf. Allicht komt er meer duidelijkheid van de rulingcommissie, maar zij moet de nieuwe wetgeving wellicht eerst nog bestuderen vooraleer zij voorafgaande beslissingen zal afleveren. Bij controles zal de fiscus een interpretatie aan alle wettelijke voorwaarden moeten geven. Minister Van Peteghem heeft trouwens benadrukt dat de fiscus bevoegd is om de wettelijke voorwaarden te toetsen. Bijvoorbeeld, de fiscus zal oordelen of een werk voldoende origineel is. Wie niet akkoord gaat met de fiscus, moet terecht bij de rechtbank. Dan ben je voor lange tijd vertrokken, en moet je de rechtsonzekerheid erbij nemen. Maar de rechter heeft wel het laatste woord, ook over de vraag of computerprogramma’s onder het fiscale gunstregime vallen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content