Fitness of muziekschool (deels) dicht door corona: kunt u uw geld terugvragen?

© Getty Images
Roel Van Espen medewerker Trends

De meeste sportclubs en kunstacademies zijn nog altijd gesloten vanwege corona. Hebt u dan recht op een teruggave van het al betaalde lid- of cursusgeld, of mag u uw doorlopende betalingsopdracht zomaar stopzetten?

Door de coronamaatregelen is het sport- en ontspanningsaanbod gevoelig verminderd. Vorige week boog de Vlaamse Sportfederatie (VSF) zich openlijk over de vraag: zijn sportclubs verplicht een deel van het lidgeld terug te betalen? “Het lidgeld geeft recht op een tegenprestatie, zoals de toegang tot de infrastructuur of trainingen”, stelt ze. “Is er geen tegenprestatie, dan kunnen de leden dat lidgeld in normale omstandigheden terugvragen of aandringen op een compensatie. Maar in deze tijden van coronamaatregelen is er sprake van overmacht. De verplichtingen van de partijen kunnen daardoor vervallen.”

De VSF geeft aan dat er verschillende mogelijkheden zijn om daarmee om te gaan, waaronder een volledige of een gedeeltelijke terugbetaling. “Dat hoeft niet altijd in geld te gebeuren”, adviseert de federatie. “Sportclubs kunnen gerust creatief zijn. Ze kunnen bijvoorbeeld in een verlenging van de periode van het lidmaatschap, een korting op het lidgeld voor het volgende seizoen, een terugbetaling in waardebonnen voor lokale handelaren of een compensatie in natura zoals sportkledij voorzien.”

‘Zoeken naar alternatieven’

Die voorstellen werden eind januari al aangereikt door staatssecretaris voor Consumentenbescherming Eva De Bleeker (Open Vld). Zij riep toen sportclubs en hun leden op los van de juridische mogelijkheden vooral te zoeken naar redelijke alternatieven die alle partijen ten goede komen. “Het is nu niet het moment om elkaar in de kou te laten staan”, schrijft ze. “Het is wél het moment om redelijk te zijn en samen te zoeken naar alternatieven die zowel de club als het lid ten goede komen.”

De VSF vermeldt op haar website dat de club er ook voor kan kiezen het al betaalde lidgeld niet terug te betalen. “Ze kan zich daarvoor beroepen op overmacht”, argumenteert de federatie. Ook Eva De Bleeker is van mening dat de gezondheidscrisis als een geval van overmacht kan worden gezien, waardoor de verplichtingen van beide partijen vervallen. “De club moet in die omstandigheden geen tegenprestatie bieden als er al lidgeld zou zijn betaald”, meent ze. “Anderzijds hoeven leden geen lidgeld te betalen als ze dat nog niet gedaan hebben.”

‘Kijk naar het contract’

Maar klopt dat wel allemaal? We legden de vraag voor aan Ilse Samoy, hoogleraar privaat- en verbintenissenrecht aan de UHasselt en de KU Leuven. “Als er een contract is, dan moet de eerste reflex zijn de inhoud daarvan te bekijken”, adviseert zij. “Wordt daarin specifiek vermeld wat overmacht – zoals covid-19 – voor de wederzijdse verhouding betekent en wat er in zo’n situatie moet gebeuren? Zolang het contract geldig is opgesteld, volgen de partijen dan gewoon de regeling die daarin is opgenomen.”

“Een contract tussen consumenten en ondernemingen is weliswaar enkel geldig als het voldoende in evenwicht is. Het is dus niet toegestaan dat enkel de fitnessclub of de muziekschool in zulke omstandigheden aan haar verplichtingen kan ontsnappen, terwijl de consument dat niet kan.”

Wat is overmacht precies?

Om te weten of er sprake is van overmacht, moeten er volgens Ilse Samoy twee belangrijke vragen worden uitgeklaard. “De eerste vraag luidt: was het voor de partijen in het contract voorzienbaar dat één van hen haar verplichtingen niet zou kunnen nakomen? Kon men op voorhand voorzien dat covid-19 het normale verloop van het cursusjaar zou verstoren? Voor lessen die bijvoorbeeld in september 2020 zijn opgestart, was het virus niet meer onvoorzienbaar.”

“De tweede vraag is of een contractspartij door covid-19 onmogelijk haar verplichtingen nog kan nakomen. Is die nakoming effectief onmogelijk of alleen maar moeilijker geworden? Is er bijvoorbeeld een alternatieve uitvoering van het contract denkbaar, zoals onlinelessen of buitenactiviteiten?”

Met he antwoorden op die twee vragen kan men bepalen of er effectief sprake is van overmacht. Overmacht is een onvoorziene omstandigheid die ervoor zorgt een partij binnen het contract haar verplichtingen onmogelijk nog kan nakomen. In dat geval kan die partij daar niet aansprakelijk voor worden gesteld.

‘Zoek een redelijke oplossing’

“Bij een geschil zal een rechter op basis van het algemene verbintenisrecht evenwel niet noodzakelijk meteen aan overmacht refereren”, merkt Ilse Samoy op. “Partijen moeten hun contracten te goeder trouw uitvoeren. De rechter zal daarom in eerste instantie zoeken naar een redelijke oplossing waarbij geen van beide partijen er bekaaid van afkomt.”

“De ideale oplossing is uiteraard dat de partijen zelf die denkoefening maken. Kunnen ze samen een regeling treffen over de betaalde cursusgelden en de prestatie die daar tegenover staat? Vinden ze samen een alternatief in de vorm van een onlineactiviteit, een vermindering van het cursusgeld voor onlinelessen, een overdracht van het al betaalde abonnementsgeld naar een volgende periode of nog een andere oplossing? In deze bijzondere tijden is enige solidariteit zeker op haar plaats.”

“Enkel als zo’n redelijke oplossing niet kan worden gevonden, zal overmacht ertoe leiden dat het contract ofwel wordt opgeschort (bij tijdelijke onmogelijkheid) ofwel eindigt (bij definitieve onmogelijkheid).”

Kunt u een terugbetaling eisen?

Het antwoord op die vraag moet volgens Ilse Samoy een redelijke oplossing zijn voor alle betrokken partijen. “Het is van belang te weten of de fitnessclub of muziekschool een nuttig alternatief aanbiedt”, stelt ze. “Als die alle activiteiten stopt en bijvoorbeeld geen onlinelessen organiseert, dan lijkt het redelijk het deel van het abonnements- of cursusgeld voor de resterende periode terug te vragen. De partijen kunnen zelf uitrekenen welk deel gepast is.”

“Wordt er wél een alternatief aangereikt, dan ligt het eigen van een terugbetaling niet voor de hand. Het is in dat geval sterk de vraag of er werkelijk sprake is van overmacht, aangezien de fitnessclub of de muziekschool goedschiks zijn verplichtingen probeert na te komen. Een nuance is er evenwel wanneer het alternatief binnen de beperkende maatregelen nog altijd fysiek contact inhoudt: binnen dat scenario kan het toch redelijk zijn om toch een deel van het cursusgeld terug te vragen.”

Mag u de betalingsopdracht stopzetten?

Betaalt u maandelijks lid- of cursusgeld via een doorlopende betalingsopdracht? Ook daar geldt: als er alternatieven worden aangeboden, dan ligt het niet voor de hand om de betaling zomaar stop te zetten. Worden er geen alternatieve activiteiten of lessen georganiseerd, dan kan het redelijk zijn om dat wél te doen.

Meer informatie over de gevolgen van de coronamaatregelen voor contracten vindt u in deze nota van het Instituut voor Verbintenissenrecht van de KU Leuven.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content