Fiscus niet lief voor tweede verblijven
Vier op de tien kustgemeenten hebben de gemeentelijke taks op tweede verblijven fors verhoogd. En twee tot drie gemeenten overwegen de belasting volgend jaar in te voeren. Nogmaals een sein dat tweede verblijven al eens al melkkoe worden gezien door de overheid. De fiscus is er in elk geval minder gul voor. Maar ook zonder die ingrepen worden tweede verblijven al zwaarder aangepast door de fiscus.
De opbrengsten van de eigen woning waarin je woont, moet je niet aangeven voor de personenbelasting. Er is alleen een uitzondering voor wie nog een oude lening heeft, waarvoor hij fiscale aftrek geniet. Dit betekent dat er doorgaans geen belasting wordt geheven op het voordeel dat men heeft omdat men niet moet huren. Wie een tweede woning heeft, moet het kadastraal inkomen daarvan daarentegen wel aangeven in de personenbelasting. Het maakt niet uit of die woning wordt verhuurd of af en toe zelf wordt gebruikt. De fiscus verhoogt het kadastraal inkomen vervolgens met 40 procent. Daarna wordt het belast, samen met de rest van het inkomen. Ook wie een lening heeft, merkt het verschil in behandeling tussen een eerste en een tweede woning. Sinds 2005 geldt het systeem van de woonbonus voor de enige en eigen woning. Die geeft nu het recht om de belastbare inkomsten met een basisbedrag van 2.260 euro te verminderen. Bovenop komt de eerste tien jaar nog een bijkomend bedrag van 750 euro en nog eens 80 euro als men minstens drie kinderen heeft op 1 januari na het jaar waarin het krediet werd afgesloten. Dit alles levert een voordeel op tegen het hoogste belastingtarief waarin de betrokkene valt. Die bijkomende verhogingen van 750 en 80 euro gaan echter verloren op het ogenblik dat men een tweede eigendom verwerft. Wie een lening afsluit voor een tweede woning, krijgt slechts een fiscale vrijstelling van maximaal 2.260 euro. Bovendien is het belastingvoordeel slechts 30 procent. (Belga)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier