De Europese eenheidsmunt is voor het eerst in ruim twee jaar onder de 1,22 dollar gezakt, terwijl de banken hun cash bij de ECB (Europese Centrale Bank) blijven stallen.
Donderdagmiddag zakte de euro tot 1,2196 dollar, of het laagste peil sinds 1 juli 2010. De euro moest dit jaar al 5,7 procent prijsgeven, waarmee de verliezen uit 2011 al worden overstegen.
Nul procent voor de banken
De euro verliest gestaag meer van zijn glans na de beslissing van de Europese Centrale Bank (ECB) om de depositorente tot nul te herleiden. Als gevolg van die historische knip in de depositorente krijgen de banken namelijk niets in de plaats wanneer ze hun overschot aan liquide middelen bij de ECB stallen. Bovendien kan het nultarief investeerders aanmoedigen om de euro in te ruilen voor de hogere opbrengst van risicovollere valuta’s.
Cash blijft bij ECB
Het nieuw rentetarief van nul procent werd voor het eerst toegepast op woensdag 11 juli (gisteren). Banken bleken tegen het einde van die handelsdag 324,9 miljard euro op de deposito van de ECB te hebben gestort. Dinsdag was dat nog 808 miljard euro. Dat betekent evenwel niet dat er meer geld bij andere banken of in de economie terecht is gekomen, wat uiteindelijk toch de bedoeling van de ECB is. Het verschil kwam woensdag eenvoudigweg bij de kasreserves van de ECB terecht, waar de banken hun overtollige cash voor één maand i.p.v. één dag kunnen stallen. Ook bij die ‘lopende rekening’ bedraagt de rente nul procent.
Export
De goedkopere euro maakt export wel aantrekkelijker voor bedrijven die goederen buiten de eurozone uitvoeren. Maar wie in de zomermaanden naar een dollarland reist, ziet zijn verblijf duurder worden.
(Reuters/BO)
