Enquête: bijna 30 procent sollicitanten krijgt zelden of nooit reactie op cv en motivatiebrief
Bijna 30 procent van de sollicitanten krijgt zelden of nooit reactie op cv en motivatiebrief. Dat blijkt uit een bevraging van vacature.com en de vakgroep Sociale Economie van de UGent. Meer dan de helft van de respondenten zegt zelfs dat hij of zij na een negatieve sollicitatie-ervaring liever niets meer met het bedrijf in kwestie te maken wil hebben.
‘Bij elke stap in het sollicitatieproces word je als werkzoekende op van alles en nog wat afgerekend’, zegt Stijn Baert, professor arbeidseconomie aan de UGent. ‘Over de andere kant wordt zelden geschreven. Nochtans hoor je in de wandelgangen best wel vaak gemor, over werkgevers die zelfs niet de moeite doen om een standaardafwijzingsbrief te sturen of amper of geen feedback geven na een gesprek.’
Vacature.com en de vakgroep Sociale Economie van de UGent hielden een online bevraging bij 2.623 respondenten over de beleefdheid, professionaliteit en eerlijkheid die werkgevers hanteren jegens sollicitanten. ‘De resultaten tonen dat een zekere ‘lompheid’ in het rekruteringsproces allesbehalve een mythe is’, aldus Baert.
Uit de bevraging blijkt dat sollicitanten die zich niet hoffelijk behandeld voelen, duidelijk minder geneigd zijn nog producten of diensten bij deze werkgever af te nemen. Twee op de drie respondenten zijn negatief over de feedback die werkgevers bieden na een (niet-succesvolle) sollicitatie. En 29 procent krijgt zelden of nooit respons op ingestuurde motivatiebrieven en cv’s.
‘Onze economie verkeert in een situatie van hoge arbeidsmarktkrapte: er zijn veel vacatures en weinig werklozen die deze kunnen invullen. Hoe gaan we dat ooit oplossen als we enthousiaste sollicitanten telkens weer ontmoedigen?’, vraagt Baert zich af. Sollicitanten verwijten volgens de bevraging de bedrijven vooral een gebrek aan eerlijkheid. ‘Als ze al feedback geven, zo geven onze respondenten aan, maken ze zich er doorgaans van af met een nietszeggend beleefdheidsbriefje waar niemand iets aan heeft’, aldus Baert.