Energieprijzen stijgen veel sneller in België dan in buurlanden
De prijzen voor energie zijn vorig jaar in België gemiddeld twee keer zo snel gestegen als in de buurlanden. Dat meldt het Prijzenobservatorium vrijdag. De energieprijzen dreven de gemiddelde jaarinflatie volgens de Europese definitie naar 3,2 procent in 2021, het hoogste peil sinds 2011.
In de buurlanden stegen de prijzen voor energie op jaarbasis met gemiddeld 10,9 procent (+10,1 procent voor Duitsland, +10,6 procent voor Frankrijk en +17,3 procent voor Nederland), terwijl het Prijzenobservatorium van de FOD Economie de prijzen in België gemiddeld twee keer zo snel zag stijgen, namelijk met 22,4 procent.
De verklaring is dat er in België een groter aandeel variabele energiecontracten is. Daarbij worden de prijzen tussentijds aangepast. In de buurlanden wordt vooral met vaste contracten gewerkt, die geen tussentijdse indexeringen hebben. Dat maakt dat prijsschommelingen in de groothandelsprijzen bij ons sneller tot uiting komen in de facturen.
Dat het verschil in totale inflatie met de buurlanden tegen het einde van het jaar groeide, had uitsluitend met de sneller stijgende energieprijzen te maken. In het vierde kwartaal bereikte het verschil 1,7 procentpunt in het nadeel van België. De inflatie van levensmiddelen en niet-energetische industriële goederen lag in België zelfs iets lager. Voor diensten was er geen verschil.