Een op de vijf Belgen kan niet overleven zonder cash
Contactloos en mobiel betalen zitten in de lift, maar tegelijk kent het gebruik van cash een heropleving. Een op de vijf Belgen zegt niet te kunnen overleven zonder cash en noemt het zijn preferente betaalmiddel.
“Je kunt spreken van een betalingskloof in de samenleving”, zegt Leo Van Hove, professor economie aan de VUB. “Aan de ene kant is er een meerderheid die steeds meer contactloos en mobiel betaalt. Aan de andere kant is er een minderheid van diehard cashgebruikers, mensen die niet zonder cash kunnen. Het is belangrijk dat we als maatschappij die groep niet aan haar lot overlaten.”
Lees verder onder de video
Van Hove voert, samen met zijn collega Ellen Van Droogenbroeck, jaarlijks een studie uit naar het betaalgedrag van de Belgen in een verkooppunt (niet online). De Digital Payment Barometer baseert zich op verklaringen van gebruikers, niet op werkelijke transacties. De eerste peiling gebeurde in maart 2020, net voor de covidcrisis. Dit jaar zijn de onderzoekers aan de vierde editie toe en kunnen ze voor het eerst twee ‘normale’ jaren vergelijken.
Doorbraak contactloos betalen
Een eerste vaststelling is dat contactloos betalen met de kaart een geweldige sprong gemaakt heeft in vergelijking met de pre-covidperiode. In 2020 betaalde minder dan de helft van de Belgen op die manier, nu zeggen vier op de vijf Belgen ooit al eens hun kaart voor een terminal gehouden te hebben zonder de pincode in te voeren. Het aantal dat dit regelmatig doet, is gestegen van 25 naar 55 procent.
De bankkaart is het meest gebruikte betalingsmiddel in ons land. Want meer dan de helft van de Belgen zegt ook regelmatig te betalen met de kaart én de pincode. Volgens een studie van de Europese Centrale Bank (ECB), die eind vorig jaar verscheen, zijn kaartbetalingen in België goed voor 48 procent van alle transacties. België is daarmee een van de vier landen in de eurozone waar kaartbetalingen belangrijker geworden zijn dan cashbetalingen.
Een tweede vaststelling: mobiel betalen zit in de lift als het over overschrijvingen vanuit een mobiel apparaat (smartphone of tablet) gaat, blijkt uit statistieken van de Nationale Bank. Maar als het over mobiel betalen via het scannen van een QR-code gaat (in België gebeurt dat via Payconiq), blijft het fenomeen al bij al beperkt. Ongeveer een derde van de Belgen zegt dat ze die techniek al gebruikten om te betalen in een winkel, aldus de studie van de VUB. Bij jongeren loopt dat op tot 50 procent.
Gehechtheid aan cash
Voor een groot aantal Belgen blijft cash echter een essentieel betalingsmiddel. Uit de ECB-studie bleek dat 45 procent van de betalingen in België nog altijd contant gebeurt. Zes jaar geleden was dat nog 63 procent en drie jaar geleden 57 procent. Het gebruik van cash daalt dus, en 45 procent cashtransacties is het vierde laagste cijfer van de eurozone, maar het blijft een hoog cijfer.
De enquête van de VUB bevestigt die gehechtheid aan cash. Bijna zes op de tien Belgen (57%) zeggen minstens één keer per week contant te betalen in de winkel of op café. Voor covid was dat iets meer dan zeven op de tien (72%). “Het gebruik van cash heeft na de covidpandemie een heropleving gekend”, legt Van Hove uit. “Dat effect zwakt nu weer af, maar niet fundamenteel. Het aantal cashbetalingen blijft stijgen tot gemiddeld 1,4 keer per week, en 17 procent van de Belgen noemt cash zijn preferent betalingsmiddel. Daarmee zitten we terug op het pre-covidniveau, toen 16 procent van de Belgen de voorkeur gaf aan cash.”
Een ander cijfer dat de behoefte aan cash onderstreept, is dat 20 procent van de Belgen verklaart dat ze niet zouden overleven zonder cash. En opmerkelijk genoeg: dat cijfer groeit jaar na jaar. “In 2022 zegde 17 procent van de ondervraagden dat. In het pre-covidjaar 2020 was dat nog maar 13 procent. Er is duidelijk een groep mensen die echt niet zonder cash kan”, stelt Van Hove vast.
Leeftijd speelt bij die groep een rol, maar is geen afdoende verklaring, zegt Van Hove: “Het is zeker niet zo dat dit enkel een bezorgdheid van de oudste bevolkingscategorieën is. Meer dan 20 procent van alle 45-plussers zegt niet te kunnen overleven zonder cash. Dat gaat dus veel verder dan enkel de 65- of 75-plussers.”
Van Hove ziet ook belangrijke regionale verschillen: “In Vlaanderen is de bevolking duidelijk meer vertrouwd met nieuwe technologieën, waardoor de mensen er ook meer gebruik van maken. In Wallonië is dat gebruiksgemak een stuk minder. Dat verklaart waarom contant geld bij veel gebruikers in het zuiden van het land de voorkeur geniet.”
Beschikbaarheid
Veel Belgen zijn niet tevreden over de toegankelijkheid en de beschikbaarheid van cash. Uit het ECB-onderzoek bleek dat 27 procent van de Belgen zegt dat ze moeilijk aan bankbiljetten geraken. In de rest van de eurozone gaat het gemiddeld maar om 9 procent. Nergens anders in Europa wordt zo geklaagd over het gebrek aan beschikbaarheid van cash als in ons land. Bovendien neemt het aantal klagers snel toe.
Dat is een gevolg van het verdwijnen van bankkantoren en daarmee de geldautomaten die vaak in die kantoren aanwezig waren. “Op het hoogtepunt in 2015 waren er in België 8.754 geldautomaten (exclusief bpost). Dat aantal is de voorbije jaren gedaald, tot 6.411 in 2020 en 4.705 vorig jaar”, zegt Raf Rollier, hoofd statistiek en digitale inclusie bij de bankenfederatie Febelfin.
Rollier wijst als verklaring onder meer naar de daling van het aantal geldafhalingen, dat sinds 2012 bijna gehalveerd is, van 300 miljoen tot 154 miljoen per jaar. “Dat betekent niet dat de sector geen oor heeft naar de bezorgdheden van zijn klanten”, beklemtoont hij. Daarom richtten de grootbanken een nieuw bedrijf op, Batopin (lees blz. 16), om een apart net van bankneutrale cashpunten uit te bouwen, naar het voorbeeld van bijvoorbeeld Geldmaat in Nederland. Dat moet leiden tot een betere spreiding en bereikbaarheid van de biljettenverdelers. Ook in landen als Italië, Zweden en Duitsland vinden gelijkaardige initiatieven plaats.
Spreiding belangrijker
“De aandacht moet meer uitgaan naar de spreiding dan naar het aantal automaten”, zegt Rollier. “We moeten durven te erkennen dat er in het verleden op sommige plaatsen een overconcentratie van automaten was, terwijl er op andere plaatsen weinig tot geen verdelers waren. De aantallen zullen tegen 2025 verder dalen, maar tegelijk wordt gestreefd naar een meer optimale spreiding dan vandaag het geval is.”
In de oorspronkelijke plannen van Batopin zouden in België 2.240 automaten op 750 locaties kunnen volstaan. Dat is een pak minder dan de grootbanken er vandaag hebben. Op die plannen kwam dan ook veel kritiek. Steeds meer dorpskernen zagen banken wegtrekken en bleven zonder automaat achter. Lokale politici gingen zich roeren en uiteindelijk kwamen ook de ministers Dermagne, Van Peteghem en Bertrand in actie.
Eind maart sloot de overheid een akkoord met de bankensector. Dat voorziet in 207 extra locaties voor geldautomaten in vergelijking met de oorspronkelijke prognoses tegen 2025. In stedelijke gebieden komen 80 extra toestellen, om wachtrijen op drukke plaatsen te vermijden. Ook het criterium ‘bereikbaarheid’ werd anders gedefinieerd: voortaan zou het gaan om ‘de afstand met de wagen’ (of wandelafstand in de steden) en niet langer ‘vogelvlucht’. De uitvoering van het akkoord zal jaarlijks worden geëvalueerd door de Nationale Bank.
De banksector nam ook het engagement op zich om in een geldautomaat te voorzien in de hoofdgemeenten waar het laatste toestel was weggehaald na 31 december 2021. Op die manier zou elke hoofdgemeente over minstens één bankautomaat beschikken. Dat engagement lag eerder volledig op de schouders van bpost. Dat elke klant recht heeft op 24 gratis geldafhalingen bij zijn eigen bank werd verruimd naar 24 gratis afhalingen, ongeacht het netwerk.
Febelfin bekwam wel het recht om geldautomaten met minder dan 20.000 transacties per jaar te mogen verwijderen. “Steeds met die nuance dat er minstens één automaat per hoofdgemeente moet zijn”, aldus Rollier. Lokale politici wijzen erop dat 55 transacties per dag niet realistisch is voor landelijke dorpen of kleinere (deel)gemeenten.
Taksen op automaten
Ook als gemeenten of gewesten nieuwe taksen op een automaat heffen of bestaande taksen verhogen, kan worden beslist de locatie of het toestel te schrappen. “Want dat is één van de belangrijkste tegenstrijdigheden”, vindt Rollier: “Overheden willen dat er geldautomaten ter beschikking staan van hun inwoners, maar tegelijk worden belastingen geheven op die toestellen. Dat is niet logisch.”
Heffingen op automaten bestaan vooral in Wallonië en Brussel. “Intussen betalen de banken in totaal al meer dan 9 miljoen euro per jaar aan dergelijke taksen op biljettenverdelers”, zegt Rollier.
Lees ook:
45% van de betalingen in België gebeurt nog altijd contant.
17% van de Belgen noemt cash zijn preferente betalingsmiddel.
27% van de Belgen zegt dat ze moeilijk aan bankbiljetten geraken.
West-Vlaamse gemeente opende eigen bankautomaat
Woensdag 19 juli was een heuglijke dag voor de 6.300 inwoners van het West-Vlaamse Moorsele, een deelgemeente van Wevelgem. Nadat vorig jaar de laatste bank haar deuren had gesloten, konden ze in hun dorp niet meer terecht om contant geld af te halen. Ze moesten zich verplaatsen naar Wevelgem of de deelgemeente Gullegem. De gemeente kreeg daarover heel wat klachten van oudere en minder mobiele mensen. Omdat de banken niet thuis gaven, ging ze in zee met het Franse bedrijf Loomis, dat in eigen land al automaten los van de banken exploiteert. Er werd een samenwerkingsovereenkomst voor vier jaar getekend en de gemeente trok daarvoor 126.000 euro uit.
Op 19 juli was het zover. Inwoners van Moorsele konden weer in hun vertrouwde omgeving ‘geld uit de muur halen’. De nationale en regionale pers tekende present, en de reacties waren positief. Helaas was de automaat amper twee dagen operationeel en er trad al een defect op. Een start in mineur, maar schepen Kevin Defieuw blijft de beslissing verdedigen. Hij wijst op de behoefte aan cash bij jongeren en ouderen, terwijl ook de lokale winkeliers en ondernemers tevreden zijn dat er opnieuw een automaat in Moorsele is. Franse studies wijzen volgens hem uit dat de aanwezigheid van een geldautomaat leidt tot 8 procent meer uitgaven. De cijfers lijken hem gelijk te geven: na amper drie dagen was er in Moorsele al 47.350 euro afgehaald.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier