Een bom onder uw successieplanning?

© belga

De uitbreiding van de antimisbruikbepaling tot de successierechten dreigt roet in het eten te gooien van menige successieplanning. Welke technieken staan op de zwarte lijst van de fiscus?

We schetsen u eerst kort de problematiek van de antimisbruikbepaling. Elke belastingplichtige heeft wettelijk het recht om te kiezen voor de minst belaste weg. De antimisbruikbepaling – het artikel 344, paragraaf 1 van het Wetboek inkomstenbelastingen – legde sinds 1993 wel een beperking op. Een constructie die door een belastingplichtige wordt opgezet, mag niet uitsluitend tot doel hebben belastingen te ontwijken: er moet ook een rechtmatig financieel of economisch motief aan ten grondslag liggen.

Herschrijving anti-misbruikbepaling

In de praktijk is deze bepaling geen afdoend middel gebleken om de grens te trekken tussen geoorloofde en ongeoorloofde belastingontwijking. Dat heeft de regering-Di Rupo, die de fiscale fraude wil aanpakken, ertoe aangezet om de antimisbruikbepaling te herschrijven in de Programmawet van 29 maart 2012. Onder de nieuwe bepaling blijft de keuze voor de minst belaste weg mogelijk, maar de belastingplichtige moet voor elke fiscale constructie kunnen aantonen dat hij ook een niet-fiscaal motief heeft gehad.

Gevolgen

Die regeling heeft gevolgen voor de inkomstenbelasting, maar ook voor de registratie- en de successierechten. Wie bijvoorbeeld een schenking doet voor een Nederlandse notaris, moet aan de fiscus duidelijk kunnen maken dat hij daar andere redenen voor heeft dan schenkingsrechten te besparen. Zo’n mogelijke reden is dat het honorarium van de Nederlandse notaris lager is dan dat van zijn Belgische collega. Een ouder die een handgift doet aan zijn kinderen en niet kan aantonen dat hij daarvoor een ander motief had dan schenkings- en successierechten te ontlopen, maakt zich schuldig aan fiscaal misbruik. De fiscus kan die constructie bestraffen.

De uitbreiding van de nieuwe regeling voor de registratie- en de successierechten is in voege getreden op 1 juni 2012. Fiscale optimalisatiestructuren die voor die datum zijn opgezet, ontsnappen dus aan de strengere beoordeling van de fiscus. Dat zal niet meer het geval zijn als die constructies later moeten worden geactualiseerd.

De fiscus verduidelijkt

Tot voor kort was het onduidelijk welke technieken van successieplanning de fiscus vooral zou viseren vanaf 1 juni 2012. Daarin is verandering gekomen met de circulaire van 19 juli 2012. De fiscus geeft daarin een lijst van constructies die wel en die niet als fiscaal misbruik worden aangezien. Agressieve technieken van successieplanning die enkel bedoeld zijn om belastingen te ontlopen, worden het beste vermeden. Bij twijfel is het mogelijk om vooraf aan de rulingcommissie te vragen of een geplande optimalisatie voldoende is gebaseerd op niet-fiscale motieven. Als die constructie later wordt betwist, kan de gunstige ruling worden voorgelegd aan de controlerende belastingambtenaar. Bij wijze van voorbeeld bespreken we hierna enkele technieken.

De hand- of de bankgift

Het blijft mogelijk roerende goederen door te geven aan een volgende generatie zonder dat er schenkingsrechten en eventueel successierechten hoeven te worden betaald, op voorwaarde dat de schenker de hand- of de bankgift minstens drie jaar overleeft. Zorg er altijd voor dat er bewijsdocumenten – een aangetekende brief, een dankbrief en rekeninguittreksels – voorhanden zijn, waarmee de datum van de schenking kan worden bewezen.

De schenking voor een buitenlandse notaris

Veel schenkingen van roerende goederen gebeuren voor een buitenlandse, en vooral een Nederlandse notaris. Het voordeel daarvan is dat er geen Belgische schenkingsrechten moeten worden betaald, enkel een honorarium van ongeveer 1500 euro. Als de schenker niet overlijdt binnen de drie jaar na de schenking, hoeven de erfgenamen geen successierechten te betalen op de geschonken roerende goederen. Ook deze techniek wordt niet geviseerd door de fiscus.

De gesplitste aankoop van vastgoed, voorafgegaan door een schenking

De fiscus heeft een kleine aardverschuiving veroorzaakt door in zijn circulaire aan te kondigen dat de gesplitste aankoop van vastgoed een fiscaal misbruik kan uitmaken. Die techniek werd vaak gebruikt door ouders en kinderen die samen een onroerend goed – bijvoorbeeld een appartement aan zee – wilden kopen. De ouders kochten dan het vruchtgebruik, de kinderen de blote eigendom van het appartement. De ouders konden het heel hun leven blijven gebruiken of ze konden het verhuren. Na hun overlijden doofde het vruchtgebruik uit en ging het automatisch over op hun kinderen, zonder dat die successierechten hoefden te betalen. Zowel de ouders als de kinderen moesten kunnen bewijzen dat ze hun deel van de eigendom met hun eigen geld hebben betaald. Dat was in de meeste gevallen een probleem voor de kinderen: die beschikten op het moment van de aankoop vaak over te weinig middelen om de blote eigendom te kunnen kopen. Daarom schonken hun ouders hen geld voordat de notariële aankoopakte werd verleden.

Dat die populaire techniek van successieplanning voortaan op de zwarte lijst van de fiscus staat, betekent dat gesplitste aankopen van vastgoed die zijn voltrokken sinds 1 juni 2012 in principe worden belast alsof de volle eigendom altijd in het vermogen van de ouders heeft gezeten. Enkel wie kan bewijzen dat de gesplitste aankoop niet enkel om fiscale redenen is gebeurd, komt er nog mee weg. Maar dat is in de praktijk een vrijwel onhaalbare opgave.

Dateert de aankoop van vóór 1 juni 2012, dan is er in principe geen sprake van een fiscaal misbruik, op voorwaarde dat de oude spelregels werden gevolgd. Goed om weten is dat de gesplitste aankoop van een gebouw door een vennootschap, die het vruchtgebruik op zich neemt, en de bedrijfsleider, die de blote eigendom verwerft, niet wordt geviseerd.

Voor de andere technieken verwijzen we naar het uitgebreide dossier successieplanning dat op donderdag 23 augustus verschijnt in Trends.

Johan Steenackers

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content