Doorstaat het bankgeheim de test van het Grondwettelijk Hof?
In het dispuut tussen Karel De Gucht en de fiscus met betrekking tot de opheffing van het bankgeheim heeft het Gentse hof van beroep beslist om het Grondwettelijk Hof te laten oordelen of de wet op het bankgeheim al dan niet indruist tegen het grondwettelijk beschermd recht op privéleven.
Karel De Gucht ligt al enige tijd in de clinch met de Bijzondere Belastinginspectie (BBI) die hem beschuldigt van belastingontduiking. De BBI wilt de bankrekeningen van het echtpaar De Gucht inkijken en beroept zich op de nieuwe wet op het bankgeheim die voorziet dat dit kan. De Gucht verzet zich hiertegen en bracht de zaak voor de Gentse rechtbank.
In eerste aanleg werd de BBI in het gelijk gesteld maar De Gucht tekende beroep aan tegen dit vonnis. Het Gentse hof van beroep heeft nu beslist om niet onmiddellijk een uitspraak ten gronde te doen, maar de zaak eerst voor te leggen aan het Grondwettelijk Hof. Het Hof moet oordelen of de nieuwe wet, die de fiscus toelaat om informatie bij banken in te winnen, niet strijdig is met het grondwettelijk – en eveneens door internationale bepalingen – beschermd recht op privéleven. Het Gentse hof van beroep vraagt eveneens aan het Grondwettelijk Hof om na te kijken of de nieuwe wet op het bankgeheim voldoende precies geformuleerd is en ‘evenredig is met het daarin nagestreefde doel van de bestrijding van fiscale fraude’.
Als het Grondwettelijk Hof oordeelt dat het bankgeheim indruist tegen de grondwet, dan moet de huidige wet op het bankgeheim worden aangepast.
Johan Steenackers
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier