Leo Abruzzese
‘De wereldeconomie krijgt het moeilijk om nog een keer te groeien’
Slome groei is voor de wereldeconomie het nieuwe normaal.
Het wereld-bbp volgens marktwisselkoersen stijgt in 2017 voor het zesde opeenvolgende jaar met minder dan 3 procent, waardoor de al langste periode van zwakke groei in meer dan een halve eeuw nog maar eens verlengd wordt. Het stevige herstel dat na de wereldwijde inzinking in 2008 verwacht werd, is er nooit gekomen en komt er ook in 2017 niet. Het antihandelsbeleid van Donald Trump tast, als het ooit vorm krijgt, mettertijd de wereldeconomie aan, maar in 2017 berokkent het weinig schade. Een zwakke vraag en povere productiviteitsgroei vormen een groter probleem.
Een sterke wereldeconomie groeit doorgaans met 4 procent per jaar tegen marktkoersen. Een groei van 3 procent ligt dichter bij het normale niveau en dat is ook wat de wereld in de twee decennia vóór 2005 gemiddeld behaalde. Regelmatig lukte het de economie om een korte sprint te plaatsen. Maar nu niet meer. De Economist Intelligence Unit (EIU) voorspelt dat het wereld-bbp met slechts 2,5 procent toeneemt in 2017. De jaren onmiddellijk daarna worden nauwelijks beter.
De zwakte is overal. De groei in de eurozone is al zes opeenvolgende jaren niet boven 2 procent uitgestegen. De Verenigde Staten slagen er al meer dan een decennium niet meer in twee opeenvolgende kwartalen van sterke groei aan elkaar te rijgen. De Japanse economie heeft moeite om zelfs maar met 1 procent per jaar uit te breiden. De meeste opkomende markten raakten een decennium geleden al van de kook. China gaat gebukt onder de schulden en kan in 2017 nog een groei van 6 procent realiseren, maar die valt een jaar later terug op ongeveer 4 procent. Onder de grote economieën van deze wereld lijkt enkel India relatief draagkrachtig. Het gaat er met 7,5 procent op vooruit.
Door de trage groei blijven de schijnwerpers gericht op de centrale banken. De Amerikaanse Federal Reserve, tevreden dat de arbeidsmarkt weer richting normaal gaat, heeft gezinspeeld op hogere intresten, al kan de onmiddellijke schok van het Trump-presidentschap voor uitstel zorgen. Hoogstens verhoogt ze in 2017 haar richtrente een enkele keer met een kwart procentpunt, meer zou de economie niet dulden. De Europese Centrale Bank (ECB), de Bank of Japan (BOJ) en de Bank of England gaan op zoek naar meer mogelijkheden om hun kwijnende economieën aan te porren. Jaren van intresten in de buurt van nul of lager hebben geleid tot dalende opbrengsten, maar de centrale bankiers wagen het niet om de koers radicaal te veranderen. Een flinke dosis fiscale stimuli zou nuttig zijn: een lagere consumptie- en inkomstenbelasting, hogere werkloosheidsuitkeringen en infrastructuurinvesteringen kunnen wellicht bereiken wat de centrale bankiers niet kunnen.
Slome groei is voor de wereldeconomie het nieuwe normaal
De trage groei was deels te wijten aan de afnemende productiviteit. De output per werknemer steeg in de Verenigde Staten met 1,9 procent tussen 1990 en 2005, maar slechts met de helft daarvan in het voorbije decennium. De eurozone was al minder productief dan de VS en de toename liep ook daar met de helft terug. De productiviteitsgroei is doorgaans groter in opkomende markten, maar het tempo in China is eveneens achteruitgegaan. De vooruitzichten voor 2017 zijn niet beter. In het Westen hebben de zwakke investeringen en de overdreven regulering hun tol geëist.
Toch wat zonnestralen
Alles bij elkaar hoeft dat nog niet te leiden tot een volledig somber jaar. De Amerikaanse consumenten herwinnen een deel van hun zwier. De stagnatie van de inkomens kan mogelijk gekeerd worden. De jongste cijfers wijzen op een stijging van het inkomen van het gemiddelde huishouden in het snelste tempo sinds minstens 1967. De nationale jobmachine spuit opnieuw 2 miljoen banen in 2017, net als in elk van de voorbije zes jaren. De onzekerheid over sommige van Trumps beleidslijnen kan deels ongedaan gemaakt worden door het vooruitzicht van minder regulering en lagere belastingen. De ommezwaai van China naar een consumentengeleide economie versnelt. De brexit dompelt Europa onder in de jongste van een reeks opeenvolgende crisissen, maar de economische schade blijft voor de meeste landen beperkt.
Na twee jaren van recessie perst Rusland er een beetje groei uit in 2017. Ook aan de Braziliaanse recessie komt een einde, maar de financiën van het land zijn een knoeiboel en een sterk herstel is nog jaren weg. Voor het grote aantal landen die afhankelijk zijn van mijn- en landbouw stijgen de grondstoffenprijzen in 2017 voor het eerst in vijf jaar. Gemiddeld nemen ze met ongeveer 4 procent toe. Maar ook al is de dalende markt van de grondstoffen voorbij, dan nog is een scherpe stijging van de prijzen niet meteen in zicht. Daarvoor is de economische groei wereldwijd te zwak. In een vroeger tijdperk, toen conjunctuurcycli nog van tel waren, zou dat betekend hebben dat er steviger groei in het verschiet lag. Misschien, maar niet in 2017.
Leo Abruzzese, directeur ‘public policy’ en redactiedirecteur van The Economist Intelligence Unit
De wereld in 2017
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier