De volgende crisis wordt nog erger
In hun ijver om het banksysteem veiliger te maken, hebben de toezichthouders een vlotte werking van de financiële markten aan banden gelegd. De volgende financiële crisis – die er onvermijdelijk ooit komt – dreigt daardoor zwaarder te worden dan de vorige.
Sinds de financiële crisis van 2008-2009 hebben toezichthouders een rist regels ingevoerd om de banken veiliger te maken. Op die manier hopen ze te kunnen vermijden dat belastingbetalers moeten opdraaien voor de redding van banken. Maar in hun haast om het banksysteem veiliger te maken, hebben toezichthouders het financiële systeem nog riskanter gemaakt. Daarvoor waarschuwde Jamie Dimon, de topman van de Amerikaanse bank JPMorgan Chase, begin april in zijn jaarlijkse brief aan de aandeelhouders. Volgens Dimon zijn vooral de obligatiemarkten kwetsbaarder voor de volgende crisis, die er onvermijdelijk ooit komt.
Grotere en minder liquide markt
In een liquide markt kunnen beleggers vlot en tegen lage transactiekosten aandelen of obligaties kopen en verkopen. Op de aandelenmarkten is de liquiditeit altijd al groter geweest dan op de obligatiemarkten. In de obligatiemarkt spelen banken de rol van marktmaker. Zij houden obligaties aan, die door klanten gekocht kunnen worden, en ze kopen obligaties van klanten die wensen te verkopen. Zo verzekeren ze de liquiditeit in de markt. Hun beloning is het verschil tussen de aan- en verkoopprijs van de obligaties. Maar door de toegenomen regulering is het voor banken duurder geworden om hun traditionele rol als marktmakers te spelen.
Ook de ultralage rente maakt de rol van marktmakers minder interessant: klanten aanvaarden geen hoge transactiekosten als het rendement op de obligaties die ze kopen al zeer laag is. Om die redenen is voorraad obligaties die marktmakers aanhouden de voorbije jaren dramatisch gedaald. Regulering heeft ook het handelen voor eigen rekening (proprietary trading of prop trading) minder aantrekkelijk gemaakt.
Daartegenover staat dat de obligatiemarkten de voorbije jaren sterk zijn gegroeid. Volgens cijfers van de Europese Centrale Bank is de totale markt voor euro-obligaties sinds begin 2007 met 43 procent aangegroeid tot 14.324 miljard euro. Zowel bij obligaties uitgegeven door financiële instellingen (+57%), bedrijven (+69%) als overheden (+27%) is er een forse toename van het totale uitstaande kapitaal. In de Verenigde Staten is die stijging nog meer uitgesproken.
Grotere volatiliteit
Een derde opmerkelijke evolutie is dat prijsgevoelige beleggers de jongste jaren een fors grotere rol zijn gaan spelen in de obligatiemarkten, zowel in de VS als in Europa. In tegenstelling tot traditionele beleggers die obligaties kopen en bijhouden tot de eindvervaldag (zoals verzekeraars en pensioenfondsen), zijn beleggers in bijvoorbeeld beleggingsfondsen en beursgenoteerde indextrackers (ETF’s) sneller geneigd hun fondsen te verkopen. Die mogelijkheid snel te verkopen is een van de redenen van de populariteit van die fondsen. In momenten van grote stress, wanneer beleggers naar de uitgang willen rennen, vertaalt dat zich wel in een grote massa verkooporders in korte tijd.
En daar knelt het schoentje. De grotere omvang van de obligatiemarkten en de kleinere rol van banken als marktmakers betekent dat een grote massa verkooporders moeilijker verwerkt kan worden. Het aantal potentiële kopers is kleiner geworden, wat bovendien de verkoopkoersen drukt.
De volledige analyse leest u deze week in Trends
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier