Deadline nadert: u hebt nog tot 31 augustus de tijd voor verhoogde kostenaftrek voor investeringen in laadstations
31 augustus 2024 is een belangrijke deadline voor zowel bedrijven als particulieren die investeren in laadinfrastructuur voor hun elektrische wagens. Snel zijn is de boodschap.
Wanneer een onderneming vandaag investeert in bedrijfswagens, dan zijn de bijbehorende autokosten – zoals afschrijvingen, huur, laadstroom, verzekering, verkeersbelasting en onderhoud – tussen 0 en 100 procent aftrekbaar. Het precieze percentage is afhankelijk van de CO2-emissie:
• 0 procent aftrekbaarheid bij een CO2-uitstoot die hoger ligt dan 115 gram/km.
• Tussen 50 en 100 procent aftrekbaarheid bij een CO2-uitstoot tussen 0 en 115 gram/km (hybrides of plug-inhybrides).
• 100 procent aftrekbaarheid bij een CO2-uitstoot van 0 gram/km (volledig elektrisch).
“Volledig elektrische wagens zijn dus volledig aftrekbaar, en dat blijft zo voor elke aankoop, lease of huur vóór 1 januari 2027”, weet Kris Lievens, specialist vennootschapsbelasting bij KPMG. “Daarna blijft een full electric nog altijd voordeliger dan een auto met een brandstofmotor. De aftrekbaarheid zal wel jaar na jaar afnemen, afhankelijk van het moment van de aankoop”.
Ook voor laadstations
Ook de investering in de laadstations voor de elektrische vloot aan het bedrijfsgebouw kunnen ondernemingen voor 100 procent afschrijven. Mogelijk komt uw vennootschap zelfs nog in aanmerking voor een verhoogde kostenaftrek van 150 procent. Dat is het geval voor investeringen in de periode van 1 april 2023 tot en met 31 augustus 2024. Snel zijn is dus de boodschap, want de laadinfrastructuur moet effectief geplaatst zijn.
“De verhoogde aftrek is niet alleen van toepassing op de aankoop van de laadinfrastructuur, maar ook op de bijkomende kosten voor onder meer de installatie, de bekabeling, de aanpassing van de elektriciteitskast en studie- en expertisekosten”, merkt Kris Lievens op. “Ze geldt evenwel niet voor de kosten voor laadkabels, de batterij of de aanleg van specifieke parkeerplaatsen.”
Er gelden voorwaarden om in aanmerking te komen voor de verhoogde kostenaftrek:
• Het moet gaan om een ‘slimme’ laadpaal in nieuwe staat die onder andere de laadtijd en het laadvermogen regelt en meldingen verstuurt.
• De laadinfrastructuur moet publiek toegankelijk zijn. “Iedereen mag dus op eigen kosten zijn wagen komen opladen aan de laadpaal van jouw bedrijf”, verduidelijkt Kris Lievens. “Een permanente toegankelijkheid is niet vereist: de onderneming kan ervoor opteren de laadpaal enkel publiek toegankelijk te maken tijdens ofwel haar openingsuren, ofwel haar sluitingsuren.”
• Uw onderneming dient de laadinfrastructuur af te schrijven over minstens vijf jaar.
‘Volledig elektrische wagens zijn volledig aftrekbaar en dat blijft zo voor elke aankoop, lease of huur vóór 1 januari 2027’
Kris Lievens, KPMG
Bijkomende aandachtspunten
De verhoogde aftrek kan pas worden toegepast op de afschrijvingen zodra het laadstation operationeel en publiek toegankelijk is. Schrijft u het af vooraleer aan die voorwaarden is voldaan, dan bent u voorlopig beperkt tot het gewone afschrijvingspercentage.
“Wanneer je investeert in laadinfrastructuur waarvan slechts een gedeelte publiek opengesteld is, dan kan je de verhoogde investeringsaftrek enkel toepassen voor de investering in de publiek toegankelijke laadpalen”, weet Kris Lievens. “Concreet moet er dan een verdeling gebeuren om het kostenaandeel te bepalen dat in aanmerking komt voor de verhoogde aftrek. Dat gaat dan niet enkel over de kosten van de laadpalen zelf: er moet ook gekeken worden naar een verdeling van de gemeenschappelijke kosten (algemene bekabelingswerken, elektriciteitskast, keuring, enzovoort).
En wat met de btw die u betaalt op de aankoop van de laadpaal? Kris Eeckhout, btw-specialist bij KPMG: “Als de laadpaal, geïnstalleerd bij de onderneming, uitsluitend gebruikt wordt voor het verrichten van handelingen die recht op aftrek verlenen, dan is de btw volledig aftrekbaar. Dat is zo in deze gevallen:
• Het laadstation wordt enkel gebruikt door de bestuurders en werknemers van de onderneming met volledig recht op aftrek.
• Klanten of leveranciers kunnen de laadpaal (al dan niet tegen betaling) gebruiken in het kader van hun bezoek.
• Derden kunnen de laadpaal tegen betaling gebruiken.
Voor particulieren
31 augustus 2024 is niet alleen een belangrijke deadline inzake de verhoogde kostenaftrek voor bedrijven, ook voor particulieren die een thuislaadstation laten installeren verdwijnt de belastingvermindering na die datum. Om de transitie naar een groener wagenpark te stimuleren, introduceerde de federale overheid dat fiscaal voordeel in 2021. Om erop aanspraak te maken, moet voldaan zijn aan bepaalde criteria:
• Het laadstation is permanent bevestigd aan de grond of aan een muur van uw woning of in de directe nabijheid ervan.
• De woning geldt op 1 januari van het belastingjaar als uw fiscale woonplaats. Tweede verblijven komen niet in aanmerking.
• Het laadstation is uitgerust met een energiebeheerssysteem dat de laadtijd en het laadvermogen regelt.
• Het station gebruikt uitsluitend groene stroom. Dat mag via eigen productie (zonnepanelen of warmtepomp) of via een groenestroomcontract van een leverancier.
• De installatie is goedgekeurd door een erkend keuringsorganisme.
“Voldoe je aan deze voorwaarden, dan kun je aanspraak maken op de belastingvermindering”, zegt Kris Lievens van KPMG. “Bij aanvang van deze regeling liep de fiscale aftrek op tot 45 procent. In 2023 werd die verlaagd tot 30 procent, en sinds begin 2024 bedraagt de aftrek nog maar 15 procent. Het einde is nu ook in zicht: enkel uitgaven die effectief betaald worden tot en met 31 augustus 2024 komen nog in aanmerking.”
Of u op het moment van de installatie al beschikt over een hybride of elektrische wagen is niet relevant voor dit fiscaal voordeel. Het wordt per belastingplichtige berekend op maximaal 1.750 euro voor een unidirectioneel en 8.000 euro voor een bidirectioneel laadstation (waarbij elektriciteit in twee richtingen kan worden geladen). De aanvraag verloopt via vak X van uw belastingaangifte. Het volstaat om het totaalbedrag (weliswaar steeds beperkt tot het hogervermelde grensbedrag) van de kosten voor de aanschaf, de installatie en de keuring te vermelden.
“Je hoeft geen eigenaar van de woning te zijn”, merkt Kris Lievens op. “Ook huurders kunnen deze kosten zelf maken en alsnog genieten van de belastingvermindering.”
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier