Hoeveel zakgeld geeft u aan uw kinderen (en moet u het bedrag indexeren)?
Zakgeld is leergeld. Daarom raden pedagogen aan uw kinderen al op jonge leeftijd af en toe een centje toe te stoppen. Maar welk bedrag geeft u hen dan, en hoe vaak doet u dat? En is een inflatiecorrectie nodig?
Wie kinderen heeft, doet er goed aan hen al van jongs af aan wegwijs te maken in de financiële wereld. Opvoedkundigen adviseren dan ook om uw zoon of dochter al vanaf kleuterleeftijd mee te nemen naar de winkel of de supermarkt, en hem of haar daar zelf te laten betalen aan de kassa (weliswaar met uw centen). Zo leert uw kind al heel snel wat de precieze functie van geld – meer bepaald: een ruilmiddel voor goederen en diensten – precies is.
‘Je kan je kind al vroeg alleen de bakker laten binnenstappen’, bevestigt pedagoge en gedragstherapeute Marijke Bisschop. ‘Laat je zoon of dochter dan vooraf inschatten hoeveel centjes hij of zij zal nodig hebben. Een brood is een heel tastbaar product, wat alles erg concreet maakt. Dat geldt evengoed voor een drankje of een zakje chips in de sportclub.’
Experts menen dat ook regelmatig een zakcentje geven bijdraagt tot de ontwikkeling van de financiële bewustwording van uw zoon of dochter. Nibud, het Nederlandse instituut voor budgetvoorlichting, adviseert zelfs om daarnaast in een afzonderlijk bedrag voor kledij te voorzien. Uw kind leert zo nog beter de waarde van elke euro kennen, krijgt een idee van wat een budget precies is en leert concrete plannen en keuzes te maken. Zo groeit ook het besef dat er moet gespaard worden om iets groters te kunnen kopen.
Je kind kan zich op een veilige manier voorbereiden op het leven als volwassene
Pedagoge en gedragstherapeute Marijke Bisschop
‘Omdat alles nog op een kleine schaal gebeurt, creëer je zo de perfecte leerschool voor later’, weet Marijke Bisschop. ‘Wanneer er eens een foutje gemaakt wordt, is dat helemaal niet zo erg. Zeker wanneer je als ouder over de schouder meekijkt. Je kind kan zich zo op een veilige manier voorbereiden op het leven als volwassene, waarin het nemen van verkeerde financiële beslissingen veel grotere implicaties heeft. Kortom: zakgeld is leergeld.’
Er staat geen vaste leeftijd op het krijgen van het eerste zakgeld. Maar zodra uw kind kan tellen en lezen, komt het in aanmerking. Dat betekent concreet: vanaf het eerste studiejaar of rond de leeftijd van zes jaar. Uw zoon of dochter kan dan zelf ondervinden hoeveel geld hij of zij krijgt, hoeveel zijn of haar lievelingssnoepjes kosten, hoeveel hij of zij overhoudt na een aankoop, enzovoort. Dat zijn bovendien stuk voor stuk goede rekenoefeningen.
Welk bedrag geeft u?
Hoeveel zakgeld u het beste geeft, hangt af van de leeftijd van uw kind, van uw eigen financiële situatie en van wat er met dat geld moet betaald worden. Af en toe worden studies gepubliceerd over de ‘ideale’ bedragen per leeftijdscategorie. Daaruit blijkt bijvoorbeeld dat tienjarigen gemiddeld 5 euro per week krijgen, terwijl dat bij vijftienjarigen het dubbele is. Maar uiteraard beslist u als ouder helemaal zelf hoeveel u uw zoon of dochter geeft.
5 euro per week krijgen tienjarigen gemiddeld, terwijl dat bij vijftienjarigen het dubbele is.
Op heel jonge leeftijd kunnen enkele centjes of euro’s zeker al voldoende zijn om het spaargedrag aan te moedigen. Uw zoon of dochter leert zo ook meteen de verschillende geldstukken te herkennen. Naarmate uw kinderen ouder worden, kunt u overwegen het bedrag te verhogen en hen meer uitgaven, bijvoorbeeld ook kleding, zelf te laten bekostigen. Geleidelijk aan kunt u hen steeds meer verantwoordelijkheid geven over hun eigen budget.
Pedagogen adviseren doorgaans een vast bedrag en een vaste regelmaat. ‘Want zo creëer je structuur en een houvast’, zegt Marijke Bisschop. ‘Voor een kind van bijvoorbeeld zes jaar is een wekelijkse frequentie een goed idee, want op zo’n leeftijd lijkt een week een eeuwigheid. Heb je een tiener in huis, dan valt een maandelijks bedrag te overwegen. Dat leert hem of haar een budget over een langere periode te beheren.’
Door de inflatie wordt alles duurder. Betekent dat dat u ook het zakgeldforfait moet verhogen? ‘Niet per se, want ouders moeten waarschijnlijk ook op veel dingen bezuinigen’, stelt Karin Radstaak van Nibud. ‘Dat is een boodschap die je ook met je kinderen kunt delen.’ Overloop samen de uitgaven van uw kind, ga na in welke mate die gestegen zijn en geef eventueel besparingstips. Volstaan die niet, dan is een (beperkte) inflatiecorrectie misschien toch wel aan de orde.
‘Samen de uitgaven overlopen is zeker aangewezen’, bevestigt Marijke Bisschop. ‘Een van mijn dochters vroeg als studente eens om meer zakgeld. Maar bij het in kaart brengen van haar onkosten bleek ze vaak op restaurant te gaan. Ze kreeg met andere woorden te veel geld.’
Maak goede afspraken
Spreek af wat uw kind wel en niet van het zakgeld mag kopen. Een broodje op woensdagmiddag, een frisdrank na een voetbaltraining of een bioscoopticket in het weekend zorgen wellicht voor weinig discussies. Maar hoe staat u tegenover alcohol of make-up op jonge leeftijd? Bepaal vooraf de regels en grenzen, en zet die bij voorkeur op papier. Zo leert uw kind ook meteen het concept en de waarde van een financiële overeenkomst kennen.
U hoeft het evenwel niet altijd eens te zijn met elke uitgave. Want precies door fouten te maken en daarover te praten leren uw kinderen het meeste bij. Wees als ouder betrokken, maar grijp niet onmiddellijk in bij elke misstap: een euro verloren is meestal een ervaring of inzicht gewonnen.
Bespreek vooraf niet alleen met uw kind wat het wel en niet van het zakgeld mag kopen, maar ook wat het daarmee moet kopen. Denk bijvoorbeeld aan eigen kleding of extra data bij een mobiel abonnement.
Het is zeker geen slecht idee om samen spaardoelen op korte en lange termijn te bepalen. Door uw kinderen aan te moedigen om zelf te sparen voor iets wat ze graag willen, stimuleert u hun spaargedrag. Bovendien zullen ze de uiteindelijke aankoop des te meer appreciëren.
Is het vooropgestelde spaardoel bereikt? Ga dan zo snel mogelijk samen naar de winkel. Op die manier maakt u het resultaat van de inspanningen meteen tastbaar. Marijke Bisschop: ‘Maar evengoed is dat het moment waarop je kind zich afvraagt: ‘Wil ik dit nu écht zo graag? Want als ik nog wat langer blijf sparen, kan ik iets veel groters of leukers kopen.’ Die bewustwording is belangrijk.’
Door bijvoorbeeld zelf elke maand een bedrag aan de kant te zetten voor de volgende vakantie, geeft u alvast het goede voorbeeld. Betrek uw kinderen dus – eventueel spelenderwijs – bij uw eigen spaarplannen. En door hen mee te nemen wanneer u boodschappen doet, maakt u hen ook bewust van het feit dat u niet zomaar álles kunt kopen wat u zou willen.
Voor tieners is het aangewezen een zicht- en spaarrekening te openen
Pedagoge en gedragstherapeute Marijke Bisschop
Spaarpot of spaarrekening?
Voor een jong kind stelt geld op de bank weinig voor. Echte muntstukken maken alles veel tastbaarder. Het is dan ook geen slecht idee om samen een leuke spaarpot aan te schaffen waarin u elke week een klein bedrag stopt. Door geregeld samen te tellen hoeveel geld er in de pot zit, ziet uw kind het resultaat van de spaarinspanning.
‘Tieners betalen hun courante uitgaven meestal met hun bankkaart of hun smartphone’, weet Marijke Bisschop. ‘Een zicht- en spaarrekening voor hen openen is dan ook aangewezen. Zo geraken ze in één moeite vertrouwd met basisbegrippen zoals rekeninguittreksels, overschrijvingen en intresten. Ook dat draagt bij tot de financiële bewustwording van je kind.’
Heel wat banken bieden trouwens voordelige rekeningen aan op maat van jongeren. Die helpen hen bij het dagelijkse beheer van hun centen. Websites als Spaargids.be, Zichtrekeningen-Vergelijken.be, Bancompare en Wikifin laten u makkelijk de jongerenrekeningen van verschillende banken vergelijken. Zodra uw tiener een eigen rekening heeft, is het voor u als ouder makkelijk om daarop bijvoorbeeld maandelijks een vast bedrag te laten storten met behulp van een doorlopende opdracht.
Ook voor klusjes?
Volgens experts is het geen goed idee om uw kinderen – naast het vast bedrag – bijkomend zakgeld te geven voor elke huishoudelijke klus. Hun gedrag wordt dan al snel afhankelijk van dat beloningssysteem, en dat is niet de bedoeling. Een kind moet beseffen dat het geen vergoeding mag verwachten voor het dekken van de tafel, het opmaken van het bed of het opruimen van zijn of haar kamer.
Voor grotere en minder frequente kwarweitjes – zoals het gras maaien, de haag snoeien of de auto wassen – kunt u eventueel wél in een extra zakcentje voorzien. Daarvoor kunt u bijvoorbeeld tarieven afspreken. Maar die staan bij voorkeur los van het vaste zakgeld.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier