Consumentenkredieten zijn nóg duurder geworden: waarop moet u letten?
De maximale tarieven voor consumentenkredieten worden om de zes maanden herbekeken. Op 1 juni 2023 gingen ze de opnieuw de hoogte in, in navolging van de gestegen marktrentes. Wat houdt zo’n krediet precies in, en waarop moet u letten bij het afsluiten ervan?
Een consumentenkrediet helpt u om bepaalde kosten te spreiden. Er bestaan verschillende vormen, en de juiste keuze hangt af van uw doel. Ze vallen allemaal onder de Wet op het Consumentenkrediet, en die legt specifieke voorwaarden en beperkingen op. Welke formule voor u de meest aangewezen is, hangt af van uw bedoeling.
Een lening op afbetaling
Een lening op afbetaling is de populairste vorm. Ze wordt afgesloten voor een bepaalde duur en moet via vaste periodieke stortingen terugbetaald worden. Zo’n krediet kan bijvoorbeeld gebruikt worden om de renovatiewerken aan uw woning of de aankoop van een wagen te financieren. Veel kredietverstrekkers geven hun leningen op afbetaling een commerciële naam die verwijst naar hun doel – zoals een autolening, een renovatielening of een vakantielening.
U kent op voorhand zowel de looptijd als het periodiek (doorgaans maandelijks) terug te betalen bedrag. Verrassingen zijn dus uitgesloten. De duur van de lening is bovendien wettelijk beperkt. De maximale periode waarover ze terugbetaald mag worden, is afhankelijk van het leenbedrag.
Overweegt u een lening op afbetaling om renovatiewerken aan uw woning te financieren? Weet dan dat een hypothecaire lening mogelijk interessanter kan zijn op het vlak van rentevoeten en fiscale voordelen (bijvoorbeeld voor een tweede verblijf). Vraag dus aan uw bankier om een simulatie te maken van beide formules. Iedere kredietgever is verplicht u te informeren over welke lening het meest aangewezen is voor uw situatie (zie kader onderaan).
Houd er wel rekening mee dat een hypothecair woonkrediet minder flexibel is, minder gemakkelijk toegekend wordt en steeds de tussenkomst van een notaris vereist (wat extra kosten met zich brengt). Bovendien vraagt de kredietgever bij deze formule steeds een waarborg – bijvoorbeeld uw woning.
Een verkoop op afbetaling
Een verkoop op afbetaling wordt vaak door winkelketens aangeboden bij de aankoop van huishoudtoestellen. Ook de aankoop van een wagen kan daarmee gefinancierd worden. Deze kredietvorm heeft dus betrekking op een duidelijk geïdentificeerd artikel. U betaalt de geleende geldsom in meerdere stortingen terug, en u kent u op voorhand de looptijd van het krediet en het maandelijks terug te betalen bedrag.
In tegenstelling tot bij een lening op afbetaling vraagt de kredietgever echter meestal een voorschot. Hij kan ook in een clausule voorzien die stelt dat u pas eigenaar wordt van uw aankoop wanneer u alles heeft terugbetaald. Met dit ‘eigendomsvoorbehoud’ beperkt hij zijn risico, aangezien hij het gekochte goed kan terugeisen als u niet meer betaalt. In ruil voor die zekerheden geniet u vaak een interessanter tarief dan bij een lening op afbetaling.
Leasing of financieringshuur
Leasing – ook wel financieringshuur genoemd – is eveneens een vorm van consumentenkrediet. Die stelt u in staat om bijvoorbeeld een auto of een machine gedurende een bepaalde periode te huren. Dat kan tegen relatief voordelige voorwaarden.
Op het einde van de looptijd van de financieringshuur wordt u niet automatisch de eigenaar van het bewuste artikel. Meestal krijgt u wel de mogelijkheid om het te kopen tegen een vooraf afgesproken prijs. Dat bedrag noemt men de restwaarde.
Een kredietopening
Een kredietopening is een financiële reserve die u naar behoefte gebruikt. Dat kan door ‘onder nul’ te gaan op uw zichtrekening, maar het kan ook door middel van een kredietkaart. Deze formule is geschikt voor kleinere, onverwachte bedragen en voor eerder onvoorspelbare periodes waarin u wat liquiditeiten tekortkomt.
De kosten die gepaard gaan met een kredietopening zijn vaak hoog. Is deze formule verbonden aan een (elektronische) kredietkaart, dan betaalt u meestal nog bijkomend.
Hoeveel betaalt u?
Een consumentenkrediet kan u dus helpen om uw uitgaven te spreiden of om een onverwachte financiële tegenvaller op te vangen. Maar voor niets gaat de zon op: u zal steeds intresten en/of kosten moeten betalen. Die kunnen erg hoog oplopen. Het tarief wordt uitgedrukt via het jaarlijkse kostenpercentage (JKP). Dat houdt rekening met zowel de intresten als de kosten. Zo’n all-intarief moet onaangename verrassingen vermijden en maakt het makkelijker kredieten correct met elkaar te vergelijken.
Het is aangewezen voorstellen van meerdere kredietgevers naast elkaar te leggen. Het staat hen vrij de debetrente en de kosten zelf te bepalen. Die vrijheid wordt wel ingeperkt door het bestaan van maximumtarieven. De maximale JKP’s voor consumentenkredieten worden elk halfjaar herbekeken.
De marktrentes zitten al een tijdlang in de lift, en dus is het niet verwonderlijk dat de tarieven op 1 juni 2023 wederom werden aangepast. Ook in december van vorig jaar gingen de wettelijke maxima al de hoogte in.
Vandaag mag het jaarlijkse kostenpercentage voor een lening op afbetaling van meer dan 5.000 euro maximaal 13 procent bedragen. Voor een krediet tussen 1.250 en 5.000 euro geldt een maximum van 16 procent. Leent u tot 1.250 euro, dan betaalt u tot maar liefst 21,50 procent.
Ook voor leasing en kredietopeningen gelden nieuwe maximumtarieven. Voor een leenbedrag tot 5.000 euro is een kredietopening met of zonder kaart in principe altijd goedkoper dan een lening of verkoop op afbetaling. Leent u meer dan 5.000 euro, dan ligt de wettelijke bovengrens voor een kredietopening met kaart (14%) evenwel hoger dan die voor een lening of verkoop op afbetaling (13%).
De federale overheidsdienst Economie wijst erop dat de nieuwe maxima enkel van toepassing zijn op nieuwe kredietcontracten en op lopende contracten met een variabele rentevoet. Ze gelden dus niet voor consumentenkredieten met een vaste intrest.
De kredietgever als objectieve raadgever
Geld lenen kost ook geld, en dat is zeker het geval bij consumentenkredieten. Alvorens zo’n krediet toe te kennen, moet de kredietgever (of de betrokken tussenpersoon) voldoende elementen verzamelen die hem toelaten uw kredietwaardigheid te beoordelen. Als hij van mening is dat u niet in staat zal zijn alles tijdig terug te betalen, moet hij u het gevraagde krediet weigeren.
Na u ondervraagd te hebben over uw financiële situatie en over het doel van het krediet, moet de kredietgever u bovendien het gepaste krediettype voorstellen. Hij dient u ook in te lichten over de financiële gevolgen ervan. Wanneer hij u niet of slecht adviseert, kan hij daarvoor aansprakelijk gesteld worden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier