Hoe en waar laad ik mijn elektrische wagen het beste op? 8 vragen en 8 antwoorden

Elektrische wagen opladen: er blijven veel vragen. © BELGA
Ilse De Witte
Ilse De Witte Redacteur bij Trends

Het blijft een kopzorg voor wie elektrisch rijdt: waar laad ik mijn wagen het beste op? De minister van Financiën nam onlangs weliswaar wat onzekerheid weg over de terugbetaling van laadkosten voor bedrijfswagens. Maar daarmee zijn nog niet alle vragen beantwoord. Trends doet een poging.

Het aantal inschrijvingen van nieuwe elektrische wagens was in de eerste negen maanden van dit jaar met 96.233 ruim 40 procent hoger dan in dezelfde periode vorig jaar. Liefst 83.420 daarvan waren leasingwagens of auto’s op naam van bedrijven, dankzij het gunstregime in de vennootschapsbelasting. Het aantal inschrijvingen van tweedehandse elektrische wagens verdubbelde bijna, van 8.795 naar 16.004. De nieuwmarkt is dus zo’n zes keer maal groter dan de occasiemarkt. Op de tweedehandsmarkt voor elektrische wagens zijn er vandaag ongeveer evenveel bedrijven (51%) als particulieren (49%) actief als koper, terwijl het aandeel van particulieren op de tweedehandsmarkt traditioneel veel hoger ligt.

Stijn Blanckaert schreef samen met Jochen De Smet het boek Iedereen elektrisch! Revolutie in het autorijden en is sinds augustus algemeen directeur van Renta, de Belgische Federatie van Voertuigen Verhuurders. Hij is de geknipte man om uit te leggen waar al die elektrische rijders het beste hun wagen kunnen opladen.

1. Waar laad ik mijn elektrische bedrijfswagen het beste op?

“Heel wat bedrijven hebben bij hun elektriciteitsleverancier het tarief voor grootverbruikers of industrieel laden verkregen. Daarom is het altijd beter om op het werk te laden.” Maar niet alle kantoorgebouwen hebben voldoende laadpalen staan op hun parking. Wanneer laden op het werk niet lukt, bent u thuis het goedkoopste af. “Bij publieke laadpalen betaalt u een bijkomende marge voor de operatoren.”

2. Kan ik de kosten voor het opladen van mijn bedrijfswagen aan een publieke laadpaal terugkrijgen van mijn werkgever?

Bij de meeste elektrische bedrijfswagens is een laadkaart inbegrepen, net zoals bij bedrijfswagens op fossiele brandstoffen meestal een tankkaart hoorde. “De wet zegt: als werkgevers kosten terugbetalen aan hun werknemers, dan moeten dat de werkelijke kosten zijn.” Met een tankkaart is het niet zo moeilijk de werkelijke kosten te verrekenen, met een laadkaart om aan publieke laadpalen op te laden ook niet. De grote moeilijkheid is vooral de terugbetaling van de kosten van thuis opladen (zie vraag 4).

3. Zijn er grote prijsverschillen tussen aanbieders van laadkaarten?

Het landschap van de publieke laadpalen is nog altijd een beetje het Wilde Westen, zoals Trends al schreef op 17 januari. “Er zitten nog wat cowboys in de sector, maar steeds minder. Er is wel nog altijd weinig transparantie over wat je betaalt aan een laadpaal. Het is een kluwen. Met sommige apps kun je wel op voorhand checken waar er laadpalen beschikbaar zijn en welke tarieven er gelden. Die tarieven kunnen ver uit elkaar liggen. Met een laadpas van zowat eender welke aanbieder kun je intussen wel terecht bij een ruim netwerk aan laadstations.”

Er zitten nog wat cowboys in de laadsector, maar steeds minder. Er is wel nog altijd weinig transparantie over wat je betaalt aan een laadpaal

Stijn Blanckaert,

Renta

Met een laadpas van TotalEnergies of Shell zal u goedkoper laden aan een laadstation van een van beide aanbieders. Met diezelfde laadpas laden bij een andere aanbieder kost meer. De aanbieders van laadpassen heten in het jargon mobility service providers (MSP’s).

4. Welke kosten kan ik terugkrijgen voor het thuis opladen van mijn bedrijfswagen?

“Daarvoor moet je eerst weten hoeveel elektriciteit richting het laden is gegaan. Daarom zullen de laadstations bij de werknemers thuis communiceren met de werkgevers. Je hebt tegenwoordig ook al draagbare trage laders, die gewoon in het stopcontact kunnen en laden tegen 3,6 kW in plaats van 11 kW, en die ook communiceren met de systemen van de werkgevers. Met zo’n lader heb je geen wallbox of laadpaal nodig.”

“Daarnaast moet je weten aan welke prijs per kWh die elektriciteit is afgenomen van de leverancier. Voor een bedrijf met maar enkele werknemers is het misschien haalbaar om elke maand het juiste tarief op te vragen, voor 200 of 2.000 werknemers lukt dat niet meer. Daarom gebruiken de meeste werkgevers één terugbetalingstarief dat ze baseren op de gemiddelde prijs die de Belgische gezinnen betaalden. De Belgische energiewaakhond CREG berekent die.” Voor september bedroeg het gemiddelde tarief per kilowattuur (kWh) 32,83 cent in België, verdeeld over 31,48 cent in Vlaanderen, 35,68 cent in Brussel en 34,25 cent in Wallonië.

Over het gebruik van dat tarief voor de terugbetalingen was veel onzekerheid. “De aftredende minister van Financiën, Vincent Van Peteghem (cd&v), heeft onlangs in een antwoord op een parlementaire vraag toegezegd dat bedrijven dat CREG-tarief voorlopig mogen gebruiken, maar op termijn moet er een structurele oplossing uitgewerkt worden. De belastingadministratie stond het tot nu oogluikend toe en de minister heeft bevestigd dat er geen heksenjacht gaat komen. De onzekerheid is nog niet volledig weg, want met welke langetermijnoplossing zal de regering of de administratie komen? De technische oplossingen maken het niet mogelijk om de werkelijke kosten terug te betalen. De sector pleit voor realisme.”

Heel wat particulieren hebben contracten met variabele energieprijzen, waardoor ze pas bij de afrekening aan het einde van het jaar weten hoeveel ze per kWh hebben betaald. Sommige mensen hebben zonnepanelen en laden hun elektrische wagen al eens op met de stroomoverschotten. “Dat maakt de berekening van de werkelijke kosten complex of zelfs onmogelijk. Met recent geïnstalleerde zonnepanelen kost het laden van jouw elektrische wagen misschien 10 cent per kilowattuur. Als de werkgever jou per kWh 30 cent terugbetaalt, steek je dat verschil op zak. Even goed zullen er werknemers zonder zonnepanelen zijn en/of met veel minder voordelige elektriciteitscontracten, die meer dan 30 cent per kWh betalen en dus minder terugkrijgen dan ze hebben uitgegeven.”

Het kost natuurlijk ook wat om zonnepanelen te installeren. Voor wie in Vlaanderen woont, kan het laden van de bedrijfswagen thuis ook het capaciteitstarief opdrijven. Dat stukje van de elektriciteitsfactuur hangt af van uw piekverbruik. “De meeste nieuwe laadpalen zijn uitgerust met load balancing. Als je bijvoorbeeld je oven en je droogkast inschakelt, zal die laadpaal het laden automatisch vertragen. Ook de trage laders waarmee je auto een hele nacht in het stopcontact moet zitten, sturen het capaciteitstarief niet echt hoger.”

5. Krijgen veel werknemers een laadpaal thuis van hun werkgever?

“Een laadstation thuis wordt minder systematisch toegekend dan een laadkaart. Sommige werkgevers zeggen dat de werknemers op het werk of aan publieke laadpalen moeten opladen. Andere werkgevers bieden alleen de werknemers met een eigen woning de optie aan, nog andere werkgevers laten zelfs bij huurhuizen een laadpaal installeren op hun kosten.”

6. Zijn er grote verschillen in prijs of kwaliteit tussen de aanbieders van laadpalen?

“Er zijn heel wat fabrikanten van laadpalen en nog meer installateurs. De laadpalen van het Belgische Smappee zijn bijvoorbeeld zeer degelijk.” Als uw werkgever een laadpaal bij u thuis wil plaatsen, dan heeft u niet te kiezen met welke fabrikant of leverancier u wil samenwerken. U kunt in theorie natuurlijk zelf een andere laadpaal laten installeren bij u thuis. Maar de belastingvermindering voor particulieren die thuis op eigen kosten een laadpaal installeren, is eind augustus volledig uitgedoofd.

7. Kan ik mijn elektrische wagen als thuisbatterij gebruiken?

In theorie kunnen elektrische wagens helpen om stroomoverschotten op het ene moment en tekorten op een ander moment op te vangen. Daarvoor moet laden in twee richtingen mogelijk zijn (bi-directioneel). “Je moet een onderscheid maken tussen vehicle-to-load, vehicle-to-home en vehicle-to-grid. Technisch kunnen de batterijen van sommige wagens nu al elektriciteit afgeven aan een toestel. Je zou je autobatterij kunnen aansluiten op je koffiemachine, of je elektrische fiets ermee opladen. Maar er is nog geen protocol voor het terugleveren van elektriciteit uit de autobatterij aan je woning of aan het net. De elektriciteitsnetbeheerder is daar niet klaar voor. Daar moet toch stilaan over nagedacht worden.”

Er is nog altijd geen protocol voor het terugleveren van elektriciteit uit de autobatterij aan je woning of aan het net

Stijn Blanckaert,

Renta

8. Kunnen werknemers hun bedrijfswagen als thuisbatterij gebruiken?

“Werkgevers staan daar eerder weigerachtig tegenover. Nogal wiedes, want je zou dan op de parking van het bedrijf je auto volledig kunnen opladen en ’s avonds al die elektriciteit gebruiken om je huis van stroom te voorzien. Efficiënt ingezet zouden de batterijen van alle elektrische wagens samen een kerncentrale kunnen vervangen. Het is er nog wat vroeg voor, maar hopelijk kunnen we in de nabije toekomst een kader bedenken waarin de elektrische bedrijfswagens wel als buffer voor het elektriciteitsnet kunnen dienen zonder dat dit problemen voor werkgevers en werknemers met zich brengt.”

Is elektrisch rijden duurder of goedkoper?

Het is nog altijd een bron van veel discussies: is – rekening houdend met alle kosten – elektrisch rijden nu duurder of goedkoper dan rijden op fossiele brandstoffen. Ook Stijn Blanckaert van Renta heeft geen eenduidig antwoord.

“Voor werkgevers die bedrijfswagens aanbieden, is de zogenoemde total cost of ownership (TCO, de prijs met alle mogelijke kosten inbegrepen, nvdr) van elektrische wagens lager dan die van wagens op fossiele brandstoffen. Dat is vooral te danken aan het gunstige fiscale regime voor elektrische wagens dat een grote omwenteling voor onze sector heeft teweeggebracht.”

“De kosten-batenanalyse van elektrische wagens voor particulieren is momenteel minder overtuigend. In aankoop zijn elektrische wagens nog altijd duurder. De kosten voor energie zijn bij laden op kantoor of thuis per kilometer een heel stuk lager dan de brandstofkosten voor diesel- of benzinewagens. Er zijn ook minder onderhoudskosten, omdat er geen bewegende delen zijn, geen zuigers en kleppen waarlangs olie passeert bijvoorbeeld. Elektrische wagens verslijten ook minder snel, maar de herstellingskosten zijn wel vaak hoger en ook de verzekeringspremies liggen mogelijk hoger.”

“De grootste uitdaging voor de sector van de leasingwagens is de herverkoop. Na afloop van een leasingcontract worden die wagens voornamelijk aan particulieren verkocht. Door de omschakeling naar elektrische auto’s is er een ander herverkoopscenario. De particulier is nog niet mee met de switch naar elektrisch, waardoor de tweedehandsmarkt vele malen kleiner is. Dat is geen comfortabele situatie voor ons.”

‘Stabiliteit en langetermijnvisie zijn nodig’

Elektrische wagens zijn in aankoop nog altijd een pak duurder dan vergelijkbare types op een klassieke brandstof. Vlaanderen geeft voorlopig nog een premie voor particulieren die een elektrische wagen van minder dan 40.000 euro kopen, maar vanaf 2025 wordt die afgeschaft. De mobiliteitsfederatie Traxio merkt dat de Vlaamse premie nochtans een duidelijk effect heeft op de aankopen van particulieren. 81,5 procent van de aankopen van nieuwe elektrische wagens en 75,1 procent van de aankopen van tweedehands elektrische wagens in 2024 gebeurde door Vlamingen. Traxio waarschuwt dat het aanbod van elektrische voertuigen op de tweedehandsmarkt de vraag steeds meer overtreft, wat leidt tot een lagere restwaarde van elektrische wagens. Dat zou de prijzen op de leasingmarkt kunnen opdrijven. Het afschaffen van de premie voor particulieren kan dus ook gevolgen hebben voor de wagenparken van de bedrijven.

De Belgische markt houdt beter stand dan die in het buitenland. “De transitie gaat trager dan de autoproducenten hadden verwacht, waardoor ze toch nog langer dan gepland auto’s op fossiele brandstoffen zullen blijven produceren. Het ontbreekt overheden aan een langetermijnvisie. Ook Duitsland heeft zijn subsidies stopgezet en de markt is er volledig ingestort. Het is heel ontwrichtend voor de sector als de regels van het spel voortdurend veranderen. Wij vragen vooral stabiliteit in de regelgeving en plannen op lange termijn”, zegt Stijn Blanckaert van Renta.

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content