China heeft laten weten dat het zijn munt de komende tijd voorzichtig zal laten vlotten. Waardoor die ongetwijfeld duurder wordt. Volgens hoogleraar internationale economie Paul De Grauwe (K.U.Leuven) heeft China ook zelf veel baat bij die beslissing.
Buigen de Chinezen voor de internationale druk? De Grauwe: “Ze doen dit niet alleen wegens die internationale druk. Systematisch dollars kopen om yuans te verkopen geeft potentieel veel inflatie; de vaste wisselkoers is ongetwijfeld steeds moeilijker te combineren met inflatiebestrijding en de Chinezen moeten dus een keuze maken. Ze kondigen nu aan dat ze de yuan wat zullen laten vlotten. Dat zal ongetwijfeld heel geleidelijk gebeuren, net als in de periode 2005-2008, toen ze al eens hetzelfde deden.”
Wat zijn de tastbare gevolgen voor ons? De Grauwe: “We zullen meer euro’s nodig hebben om yuans te kopen, dus om Chinese producten te kopen. Voor ons is dat al een tijdje bezig, want de yuan was gekoppeld aan de dollar en die is de voorbije maanden zelf al aanzienlijk in waarde gestegen ten opzichte van de euro. Het betekent dat onze bedrijven beter zullen kunnen concurreren met de Chinezen en dat we ook gemakkelijker naar China zullen kunnen exporteren.”
En wat verandert er voor Chinezen en Amerikanen? De Grauwe: “Momenteel ligt het accent van het economisch beleid helemaal op de export. Die is nu goed voor 40 procent van hun binnenlands product, tegen 20 procent zo’n tien jaar terug. In diezelfde tijd is hun binnenlandse consumptie achteruitgegaan! Dat geeft spanningen. Het voorzichtig laten stijgen van de yuan betekent dus dat ze meer aandacht willen opbrengen voor de binnenlandse consumptie, ten nadele van de export. Voor de Amerikanen betekent het dat behalve betere concurrentiemogelijkheden ook een vermindering van de afhankelijkheid van één partner die zo veel dollars koopt.”
