Dankzij de mobiliteitsvergoeding kunnen werknemers hun bedrijfswagen inleveren in ruil voor een maandelijks geldbedrag. Is deze zogenoemde cash-for-carregeling wel interessant?
Met de mobiliteitsvergoeding wil de regering het woon-werkverkeer inperken. De keuze om de auto in te ruilen voor geld ligt bij de werkgever én de werknemer. Het kan weliswaar alleen in ondernemingen die al minstens drie jaar bedrijfswagens aanbieden (tenzij ze nog geen drie jaar bestaan). De werknemer moet in de jongste drie jaar ook minstens twaalf maanden een bedrijfsvoertuig gehad hebben, en drie maanden ononderbroken vóór de inruil.
De mobiliteitsvergoeding wordt berekend op basis van de cataloguswaarde (in nieuwe staat) van de in te leveren auto, de eventuele eigen bijdrage in de wagenkosten en de aanwezigheid van een tankkaart:
- 20 procent van 6/7de van de cataloguswaarde (min de eventuele werknemersbijdrage) indien u geen tankkaart heeft, of
- 24 procent van 6/7de van de cataloguswaarde (min de eventuele werknemersbijdrage) indien u wel een tankkaart heeft.
Beperkte belasting
Het brutobedrag wordt nog belast, maar de parafiscale behandeling is grotendeels vergelijkbaar met die van de salariswagen. ‘De mobiliteitsvergoeding is immers geen loon’, legt Veerle Michiels uit. Zij werkt in het Juridisch Kenniscentrum van de hr-dienstverlener SD Worx. ‘Als werknemer betaal je belastingen op slechts 4 procent van 6/7de van cataloguswaarde. Het maakt niet uit of je een oude, vervuilende wagen dan wel een recenter, milieuvriendelijker model inlevert.’
Sociale bijdragen zijn niet verschuldigd. De werkgever betaalt enkel een solidariteitsbijdrage aan de RSZ, die gelijk is aan de CO2-solidariteitsbijdrage van de ingeruilde salariswagen. Werknemers die opteren voor cash for car, moeten zelf de kosten voor hun woon-werkverplaatsingen financieren, ongeacht het gekozen vervoermiddel. De werkgever heeft geen enkele verplichting meer om hierin bij te dragen.
De moeite waard?
Welk nettobedrag levert het inruilen van uw bedrijfsauto u concreet op? ‘Stel, je hebt een dieselwagen met een cataloguswaarde van 31.000 euro en een CO2-uitstoot van 108 gram per kilometer’, illustreert Veerle Michiels. ‘Heb je ook een tankkaart, dan heb je bij inlevering recht op 531 euro per maand bruto. Dat is de maandelijkse kostprijs voor je werkgever, terwijl jijzelf er als werknemer netto 474 euro per maand aan overhoudt.’
Het Federaal Planbureau becijferde dat de cash-for-carregeling nadelig is voor wie veel kilometers aflegt. ‘Het mobiliteitsbudget, dat onlangs groen licht kreeg van de ministerraad, is dan ook een beter alternatief dan de mobiliteitsvergoeding’, stelt Veerle Michiels. ‘Het houdt in dat werknemers wellicht vanaf oktober hun bedrijfswagen kunnen inruilen voor een milieuvriendelijker model. Met het resterende bedrag kunnen ze een duurzaam transportmiddel zoals een treinabonnement of een elektrische fiets financieren.’
