Brusselse gezinnen geven veel minder uit aan transport dan Vlaamse en Waalse
Brusselse gezinnen besteden gemiddeld veel minder aan vervoer dan gezinnen in Vlaanderen en Wallonië. Dat blijkt uit een studie van het Federaal Planbureau naar transportuitgaven in België.
De Brusselse gezinnen spenderen jaarlijks gemiddeld 2.494 euro aan transport. In Vlaanderen is dat 4.094 euro en in Wallonië zelfs 4.362 euro. De Brusselaars betalen wel twee keer meer aan vervoerdiensten, zoals openbaar vervoer en taxi’s: 739 euro tegen 361 euro in Vlaanderen en 209 euro in Wallonië. In Brussel is het autobezit aanzienlijk lager: slechts 53 procent van de gezinnen heeft er minstens één auto. In de andere gewesten is dat ruim 85 procent.
Voorts blijkt dat de gezinnen in 2019, dus voor de coronacrisis, 11 procent van hun consumptiebestedingen aan vervoer gaven. Dat maakt het een belangrijke uitgavenpost, na huisvesting (24 procent) en voeding (13 procent). Na een stagnering tussen 2010 en 2015 zijn de vervoersuitgaven opnieuw toegenomen tussen 2015 en 2019. De stijging bedroeg 17 procent, wat meer is dat de toename van de totale uitgaven met 14 procent. Meer dan de helft van de transportuitgaven gaat naar eigen voertuigen, bijvoorbeeld voor brandstof en onderhoud.