Biotechboss Rudi Mariën: ‘ThromboGenics had vorig jaar verkocht moeten worden’
Rudi Mariën is op kousenvoeten uitgegroeid tot de ongekroonde koning van de Vlaamse biotech. Dat zijn lucratieve deals op de korrel worden genomen, neemt hij niet.
Er is niemand in de Vlaamse biotech die de West-Vlaming Rudi Mariën niet kent, en vice versa. Mariën (68) heeft de Vlaamse biotech bijna drie decennia gekleurd. Nadat de apotheker eerst een bloeiende business uitbouwde met zijn klinische labo BARC, financierde hij de lancering van Innogenetics, het eerste Belgische rode biotechbedrijf, gericht op geneesmiddelentoepassingen.
Met Innogenetics kende hij hoge pieken en diepe dalen, tot het bedrijf in 2008 werd verkocht en Mariën 37 miljoen euro opstreek. Ook BARC heeft hij intussen van de hand gedaan, net als zijn belang in de Franse holding CEL die BARC had overgenomen. De opbrengst werd vooral in andere biotechbedrijven geïnvesteerd. Mariën is onder meer aandeelhouder van de beursgenoteerde bedrijven ThromboGenics, Ablynx, Galapagos en MDxHealth, en van bedrijven als Biocartis en ActoGeniX, die klaar staan voor de grote doorbraak.
Bij de verkoop van het plantenbiotechbedrijf Devgen van anderhalf jaar geleden passeerde Mariën weer langs de kassa en cashte tientallen miljoenen euro. De kritiek die hij toen binnen en buiten de sector moest slikken, ligt hem nog altijd zwaar op de maag.
U weet als geen ander dat financiering van biotech problematisch blijft.
Mariën: “Dat klopt. Zeker early stage. Je hebt te veel fall outs. Op honderd nieuwe bedrijven raken er maar twee of drie verder. Maar als je halfweg de rit instapt, zullen er van de 100 misschien 30 of 40 het einde van de rit bereiken. Daarom doe ik ook niet aan early stage-financiering. Al denken mensen dat ik daarop zal terugkomen. Onder meer een minister heeft daar al harde kritiek op gegeven, op het feit dat investeerders zoals ik later instappen. Om maar te zwijgen over de beschuldiging dat ik al eens verkoop. Wij gaan volgens die excellentie met het geld lopen. Er is niets verkeerd aan geld verdienen. Maar blijkbaar is dat voor sommigen een probleem.”
“Misschien heeft het te maken met de verkiezingen die eraan staan te komen. Dat bepaalde politici vinden dat ik alleen voor het geld ga. Als je zo’n stigma moet krijgen… De afgunstmaatschappij speelt hier enorm. Als je al die praat hoort, zijn we precies allemaal schurken. Waar halen ze dat toch?”
Met de 30 miljoen euro van Devgen hebt u weer extra mogelijkheden om te investeren?
Mariën: “Dat geld eet ik inderdaad niet op. Dat wordt hergebruikt, hergeïnvesteerd in life sciences. Ik bouw op, ondanks de kritiek dat ik ook verkoop. Vooral dat ik zei dat een bedrijf als Devgen moest verkocht worden, wordt me nog altijd zeer kwalijk genomen. Nochtans geeft dat unieke voordelen. Wat zou dat anders hebben gegeven binnen drie of vier jaar, met de discussies over genetisch gemanipuleerde organismen (ggo’s)? En de expansie? Devgen zat in India in welgeteld één provincie? Dat is geen bedrijf dat de volgende 24 maanden 1800 mensen kon aanwerven en 300 miljoen euro zou ophalen. Je moet je limieten kennen.”
“Soms voel je dat bepaalde bedrijven denken dat ze een J&J of Janssen Pharma worden. Blijf toch een keer met beide voeten op de grond. Ik kan toch niet zeggen dat ik hier een bedrijf van 12.000 man ga oprichten? Ik kan die financiering nooit vinden. We zijn een klein landje. Paul Janssen is heel slim geweest om zijn zaak aan het begin van de jaren zestig te verkopen. Daardoor is het zo groot geworden. Anders bestond het misschien niet meer. Men zweeft soms wel.”
“Ik weet dat het een zwaar statement is, maar ook ThromboGenics had vorig jaar verkocht moeten worden. Ik zei dat trouwens een jaar geleden al. Ze hadden hun product op de markt, en chapeau daarvoor. De rechten voor Europa verkopen aan Alcon was de juiste visie. Hoe zouden ze het anders ook doen, in al die landen met al die regels? Maar dan werd beslist om het product zelf te verkopen in Amerika, en dat was een blunder. ThromboGenics dacht daar met vijftien man te gaan verkopen. Ze weten niet hoe groot Amerika is. Bovendien, als al je business in Amerika is, moeten ook de topmensen in Amerika zitten, niet in Leuven.”
U leest het volledige interview met Rudi Mariën deze week in Trends.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier