Big Mac-Index vergelijkt koopkracht van munten

Het Britse gerenommeerde weekblad The Economist, bekend vanwege zijn correcte en vooral bloedernstige artikels, hanteert al sinds 1986 een wel erg originele manier om de koopkracht tussen de verschillende munten te vergelijken: de prijs van een Big Mac-hamburger.

Om te zien welke munten onder- dan wel overgewaardeerd zijn, ging The Economist destijds op zoek naar een zo homogeen mogelijk product dat vrijwel overal te krijgen is en kwam uit nij een Big Mac hamburger van fastfoodketen McDonald’s. Want ook al is een Big Mac op een paar kleine verschillen na overal hetzelfde, de prijs varieert sterk. Zo leerde de jongste eiditie van de Big Mac-Index die begin deze maand werd gepubliceerd, dat een Big Mac in de VS 4,37 dollar kost en in de eurozone gemiddeld 3,61 euro. Dat wil zeggen dat de koopkracht van 1 euro gelijk is aan 1,21 dollar. Maar: op het moment van deze berekening was een euro 1,35 dollar waard. Conslusie: de eenheidsmunt was 12 procent overgewaardeerd! De meest overgewaardeerde munten bleken de Zwitserse frank en de Noorse kroon te zijn. Aan de andere kant van het spectrum kwamen de Zuid-Afrikaanse rand en de Chinese yuan uit de bus als sterkst ondergewaardeerde munten. Opvallend is dat nog steeds op basis van de Big Mac-Index ook de Japanse yen vrij goedkoop geprijsd staat. Binnen de eurozone is België de op één na duurste. Een Big Mac kost hier 3,60 euro. De Italianen moeten voor hetzelfde broodje 3,85 euro neertellen, de Ieren slechts 3,50 euro. (Belga)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content