Beursblog: Hieraan herken je de superieure bedrijven

Warren Buffett © reuters
Jef Poortmans
Jef Poortmans redacteur bij Trends

Sommige bedrijven hebben, net als sommige mensen, dat tikkeltje extra, die panache en flair waardoor ze boven het gemiddelde uitsteken en dat blijven doen. Er is moeilijk de vinger op te leggen, maar er is bestaat wel een term voor. En er zijn manieren om die winnaars eruit te pikken.

Als de Engelse taal ergens in uitblinkt, dan wel in het samenballen van verschillende en tegelijk aanverwante betekenissen in een enkel krachtig woord. In het Nederlands hebben we dan vijf synoniemen en drie omschrijvingen nodig om er de volledige betekenis van te vatten.

‘Slotgracht’ klinkt vies

Die betekenisdichtheid van het Engels is ook zeer sterk in beleggingsjargon. Het meest treffende voorbeeld daarvan is de term moat. Volgens het Oxford-woordenboek is dat een “diepe brede gracht omheen een kasteel, fort of stad, gevuld met water en bedoeld als verdediging tegen aanvallen”.

Maar de term heeft decennia geleden ook ingang gevonden bij beleggers, nadat Warren Buffett hem is beginnen gebruiken om een bepaald type bedrijf te beschrijven. Bedrijven met een moat zijn bedrijven met een concurrentieel voordeel. Het zijn ondernemingen die dankzij hun merkbekendheid, technologie, verdienmodel, cultuur of andere ontastbare redenen een stapje voor hebben op hun concurrenten.

Maar het gaat verder dan een concurrentieel voordeel. Van die bedrijven gaat ook een zekere superioriteit en onaantastbaarheid uit. Het is niet zo dat andere bedrijven een moat zomaar even kunnen kopiëren om dat gat dicht te rijden. Een moat is vaak een mix van eigenschappen. Bij Coca-Cola is dat het geheime recept van cola, intellectuele eigendom dus, en dat heeft geleid tot een ongezien sterk merk. Bij Apple is dat de combinatie van design, gebruiksvriendelijkheid en een ecosysteem, waaruit gebruikers nog moeilijk uit kunnen ontsnappen eenmaal ze eraan verknocht zijn.

Dus, in het Nederlands is een moat een onaantastbaar, superieur concurrentieel voordeel. Sommigen vertalen het ook gewoon als ‘slotgracht’, maar dat klinkt niet. Ik ben geen fan van onnodig Engels, maar in dit geval zie ik weinig elegante Nederlandse alternatieven. En moat klinkt ook gewoon goed. Rond en puntig tegelijk. ‘Slotgracht’ heeft een rioolgeurtje, een beetje zoals een ‘sterfgracht‘.

Oorzaken en gevolgen

Los van die taalbeschouwelijke beslommeringen, de fondsenspecialist en onderzoeksbureau Morningstar doet veel studiewerk rond moats en wijst op vijf bronnen of oorzaken ervan:

  1. immateriële activa: dat zijn ontastbare zaken in handen van bedrijven, zoals merknamen of intellectuele eigendom
  2. netwerkeffecten: denk aan de grote techgiganten, eenmaal je als klant met hun spinnenweb bent verkleefd, kom je er moeilijk nog uit
  3. gelinkt aan het vorige: de kosten om te veranderen – swithching costs in het Engels, weer zo’n voorbeeld van een meeromvattende term
  4. kostenefficiëntie: bedrijven die dankzij technologie goedkoper produceren en daarmee met lagere prijzen hun concurrenten de markt uit duwen
  5. schaalefficiëntie: sommige markten zijn klein en worden zo sterk gedomineerd door een beperkt aantal spelers dat het voor nieuwe spelers niet loont te proberen in die markt in te breken, denk aan telecom of nutsvoorzieningen

Met die zaken komen bepaalde bedrijven dus aan een moat. Maar vooral de gevolgen ervan zijn voor beleggers belangrijk. Bedrijven met een moat halen hogere winsten (zowel bruto als operationeel), genereren meer vrije kasstroom, halen een hoger rendement op hun ingezette middelen en groeien gedurende lange tijd in een hoger tempo dan hun marktgemiddelde.

De keerzijde – voor zover je het dat kunt noemen – van al dat lekkers is een (veel) hogere waardering. Ook op de beurs betaalt men meer voor kwaliteit.

Voor beleggers die zelf de triage tussen deze beurskampioenen en hun moatloze concurrenten niet willen doen, heeft Morningstar een aantal moat-indexen, die dat selectieproces zelf doen.

Ter inspiratie, de toptienposities van de Global Wide Moat Focus-index bevat zowel een aantal dooddoeners als een aantal onbekende verrassingen.

Bron: Morningstar

Partner Content