Beroepsonkosten: enkel boetes a priori uitgesloten

Over de belastingaftrek van beroepsonkosten doen nogal wat straffe verhalen de ronde. De voorbije jaren raakten enkele mediagenieke gevallen bekend, zoals de aftrek van een golf-abonnement als beroepsonkost, of een onverlaat die erin geslaagd was een jacht als beroepsonkost te declareren. Maar wat zijn de stel- en spelregels om van een aannemelijke beroepsonkost te kunnen spreken?

Bij de FOD Financiën houdt woordvoerder Francis Adyns de boot af, wanneer we polsen of hij nog meer sterke verhalen over absurde kostenposten kent. “Ongetwijfeld zal elke controleur u een straf verhaal kunnen doen. Bij Financiën besteden we heel wat aandacht aan onze statistieken, maar een categorie “absurditeiten” houden wij er niet op na.” De wetgeving terzake is in principe ook erg breed geformuleerd. “Buiten boetes na veroordelingen, is geen enkele onkost a priori uitgesloten,” zegt Adyns. “Wel moet er uiteraard een duidelijk aantoonbare link zijn tussen de ingebrachte onkost en een professionele activiteit. Bovendien moeten de gemaakte kosten ook in proportie staan met de inkomsten uit die beroepsactiviteit.” De belastingplichtige toont zich vaak creatief met zijn beroepsonkosten. “De legitimiteit van de aangifte moet van geval tot geval bekeken worden,” zegt Adyns hierover nog. “Het eindoordeel of een beroepsonkost al dan niet door de fiscus als zodanig wordt aanvaard, is in handen van de controleur.” (Belga)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content