Belgische spaardrift houdt stand
De Belgische gezinnen zetten weer meer geld opzij, blijkt uit berekeningen van het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR).
De Belgen hebben in het laatste kwartaal van 2011 gemiddeld 17,5 procent van hun beschikbaar inkomen gespaard tegenover 15,3 procent in het eerste kwartaal van vorig jaar.
In het volledige jaar 2011 zette de Belg 16,4 procent van zijn inkomen opzij, wat iets meer is dan de 16,2 procent in 2010. De lichte toename van de ‘spaarquote’, het deel van het beschikbare gezinsinkomen dat niet meteen geconsumeerd of geïnvesteerd wordt, komt volgens het INR in de eerste plaats doordat het bruto beschikbaar inkomen eind 2011 iets sneller groeide dan de consumptie.
In 1995 piekte de spaarquote nog boven de 21 procent, waardoor België de Europese spaarkampioen werd. Door de aanhoudende rentedaling zakte de quote gestaag tot 16,2 procent halfweg 2008, de periode voor de wereldwijde financiële crisis in alle hevigheid losbrak.
Uit de cijfers van het INR blijkt ook dat gezinnen in het vierde kwartaal 2011 ongeveer evenveel bleven investeren in nieuwbouw en renovatie. De uitgaven daalden van 9,3 procent van het inkomen in het derde kwartaal naar 9,2 procent in het laatste kwartaal. De investeringsuitgaven namen toe met 0,3 procent in vergelijking met een kwartaal eerder. Over het hele jaar bedroeg de ‘investeringsquote’ van de huishoudens 9,5 procent, of een half procentpunt minder dan het gemiddelde van 2010. (Belga/BO)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier