Belgische loonkostenhandicap tegenover buurlanden daalt
Volgens nieuwe cijfers van het Europese statistiekbureau Eurostat stijgen de Belgische loonkosten minder snel dan in onze buurlanden.
Nieuwe cijfers van het Europese statistiekbureau Eurostat bevestigen de effecten van de loonmatiging in ons land. In het tweede kwartaal gingen de lonen in doorsnee maar 0,1 procent de hoogte in. In de drie belangrijke buurlanden nemen de lonen aanzienlijk meer toe, waardoor de bestaande loonhandicap met Duitsland kleiner wordt.
Lage inflatie
In het tweede kwartaal kwam er in de eurozone gemiddeld 1,6 procent bij en in de hele EU 1,9 procent. België kent een beperkte toename van de loonlast met 0,1 procent, met dank aan de loonmatiging die de sociale partners voor 2015 overeenkwamen.
In de belangrijkste buurlanden was er wel een stijging: + 3,1 procent in Duitsland, +0,4 procent in Nederland en +1,5 procent in Frankrijk. Onder België staan enkel Griekenland, Cyprus en Italië, landen waar de loonkost daalde.
Dit jaar kunnen de lonen niet stijgen volgens het akkoord van vakbonden en werkgevers. Volgend jaar is er ruimte voor 0,8 procent opslag. De enige loonsverhoging is dus afkomstig van de baremieke verhogingen en dies meer. De aanhoudende lage infatie speelt eveneens een grote rol. Hierdoor worden de lonen immers veel trager geïndexeerd aan de stijgende levensduurte.
De indexsprong van de federale regering speelt in deze cijfers nog geen rol. Volgens het Planbureau zou de spilindex in plaats van begin 2016 pas in december 2016 overschreden worden, met dus stijgende uitkeringen en ambtenarenlonen in de maanden nadien. (Belga/NS)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier