Belgische loonkosten lopen verder uit op buurlanden
De Belgische loonkosten per werknemer zijn in 2011-2012 met 6,4 procent gestegen. Dat is meer dan in onze buurlanden Duitsland, Frankrijk en Nederland, waar de stijging gemiddeld 5,1 procent bedroeg.
De Belgische loonkosten per werknemer zijn in 2011-2012 met 6,4 procent gestegen. Dat is meer dan in onze buurlanden Duitsland, Frankrijk en Nederland, waar de stijging gemiddeld 5,1 procent bedroeg.
De Belgische loonkostenhandicap stijgt dus met 1,3 procentpunt. Nochtans had de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven in zijn verslag van vorig jaar voorspeld dat die met slechts 0,3 procentpunt zou toenemen. Volgens dat rapport zou de loonkostenhandicap per werknemer ten opzichte van de buurlanden in 2011-2012 aandikken van 4,3 naar 4,6 procent. Volgens de nieuwe cijfers van de Europese Commissie loopt de loonkostenhandicap per werknemer ten opzichte van de buurlanden dus verder op tot 5,6 procent.
Daarmee komt de Belgische concurrentiekracht nog meer onder druk. De voorspelling dat de Belgische loonkostenhandicap zou dalen door de sterke loonstijgingen in Duitsland, klopt niet.
Het criterium loonkosten per werknemer houdt geen rekening met de evolutie van de productiviteit per werknemer, maar het sluit wel zeer dicht aan bij het criterium van loonkosten per uur. Overeenkomstig de wet op het concurrentievermogen gebruiken de sociale partners de evolutie van de loonkosten per uur bij het vastleggen van de loonnorm. (A.M.)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier