België kampt met productiviteitscrisis
De hoge productiviteit van werknemers en ondernemingen was lange tijd een van de weinige Belgische concurrentievoordelen. Maar die troef zijn we ondertussen kwijt. In de nasleep van de financiële crisis kalfde onze productiviteitsgroei zwaar af. Enkel Griekenland doet in Europa nog slechter.
In de rankings van de landen met de hoogste productiviteit van werknemers bevindt België zich sinds jaar en dag in de wereldwijde top drie, net na de VS en Noorwegen. Dat is op het eerste gezicht goed nieuws.
Maar reden tot juichen is er niet. Cijfers tonen aan dat België een productiviteitsprobleem heeft, ja zelfs met een productiviteitscrisis kampt. Want de arbeidsproductiviteit – wat een werknemer op een uur tijd produceert – mag in ons land dan wel relatief hoog liggen, de groei van die productiviteit kent een dalende trend. En dat dateert niet van gisteren, zo leert een studie (Kan productiviteit onze economie redden?) van de denktank VKW Metena. “Het lage groeipotentieel van België is niet louter conjunctureel”, zegt auteur en VKW-hoofdeconoom Geert Janssens. “We zitten in een structurele crisis die gekenmerkt wordt door een dalende productiviteitsgroei. Die trend versnelde vanaf 2008, maar werd eigenlijk in de jaren 70 ingezet. Behalve Zweden en de VS gingen alle westerse landen hieronder gebukt.”
Op de grenzen botsen
Die evolutie weegt op de economische groei en de welvaart. Die groei is niet alleen afhankelijk van het aantal werkenden, maar ook van de efficiëntie waarmee ze worden ingeschakeld. Een stijging van de gemiddelde arbeidsproductiviteit doet niet alleen de economische groei toenemen, maar ook de welvaart of het inkomen per capita.
De stijging van onze welvaart in de voorbije decennia is volledig toe te schrijven aan de enorme productiviteitswinsten. Sinds 1970 werd een Belgische werknemer per uur gemeten twee keer zo productief. Het nationaal product per capita steeg navenant. In de jaren zeventig was een productiviteitsgroei van 4 procent op jaarbasis geen uitzondering. Nu is die eigenlijk negatief geworden.
En België staat er in vergelijking met andere landen zeer slecht voor. Enkel in Griekenland ging de productiviteitsgroei nog zwaarder in het rood sinds de financiële crisis van 2008. De totale factorproductiviteit (TFP), grosso modo een maatstaf voor productie-efficiëntie en technologische vooruitgang op de lange termijn, daalde met 3,4 procent. Economen stellen vast dat de Belgische productiviteitsgroei op haar grenzen botst, wat normaal is. Werknemers kunnen op een bepaald moment gewoonweg niet sneller en efficiënter werken, ook al zijn ze steeds beter opgeleid en ook al gebruiken ze zeer performante machines.
Gebrekkige innovatie in ICT
Voor Geert Janssens is het duidelijk: het beleid moet snel een structurele omwenteling maken, gericht op het aanwakkeren van de productiviteit. Hoe kan België de trend keren? Gewoon meer investeren in O&O is onvoldoende. België bevindt zich voor privé-investeringen met 2,5 procent van de toegevoegde waarde die naar O&O gaat trouwens al tussen het OESO- (2,6%) en EU-gemiddelde (2,2%). Maar er zijn een aantal innovatiesectoren waar België in Europees perspectief slecht scoort.
Dat blijkt uit het Europese innovatiescorebord. De maximumscore (veel innovatie) bedraagt 200, het gemiddelde voor de OESO is 100. In toekomstsectoren als draadloos internet (23,7) en informaticanetwerken (44,8) scoort België laag. Voorts valt op dat bedrijven jonger dan vijf jaar weinig patenten aanvragen. Hier bedraagt de score 71,4 tegenover het OESO-gemiddelde van 124,9. België scoort weliswaar goed in ICT-diensten, want in die branche is de toegevoegde waarde het voorbije decennium met 70 procent toegenomen. Idem voor de telecomdiensten (+40%). Die hoge vlucht wordt niet geflankeerd door voldoende eigen industrie en productie in hoogtechnologische sectoren. Janssens: “Dat is nochtans belangrijk omdat productiviteitswinsten en nieuwe technologie steeds meer een gevolg zijn van de wisselwerking tussen productie en dienstverlening. Contact met de klanten via internet, sociale media of platformen voor ideeënuitwisseling zoals intranet levert enorm veel informatie en nieuwe ideeën. Dat zet aan tot productverbetering en -vernieuwing. Je moet daar echter snel kunnen op inspelen en dat vergt nabijheid van productie of op zijn minst O&O rond die productinnovatie. Die link verdwijnt bij ons meer en meer. Het is normaal dat omvangrijke delen van de productie worden uitbesteed naar lagelonenlanden, maar nu dreigt ook de kenniscomponent weg te vloeien.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier