Vooruitzichten op tweede jaarhelft voor beleggers: met obligaties kunt u weinig mis doen

OBLIGATIES De risicopremie op obligaties van Europese bedrijven ligt boven het historische gemiddelde. © Getty Images/iStockphoto
Ilse De Witte
Ilse De Witte Redacteur bij Trends

Economen verwachten minder economische groei of misschien zelfs een economische krimp. Daar bereiden beleggers zich maar beter op voor. Dat betekent minder aandelen en meer obligaties in de portefeuille nemen.

De economie stuurt tegenstrijdige signalen uit. Dat maakt het voorspellen van de economische groei moeilijk en het kiezen van de juiste beleggingsstrategie nog moeilijker. “Sinds de pandemie zijn de dienstensector en de industrie van elkaar losgekoppeld”, legt Peter Vanden Houte, hoofdeconoom van ING België, uit. Consumenten waren aan huis gekluisterd en begonnen te shoppen. Ze kochten veel spullen voor het huis of voor de tuin. “Dat leidde tot een sterke stijging van de industriële tekorten. De bedrijven hebben hun voorraden zo veel mogelijk proberen aan te vullen, maar sinds enige tijd kopen de consumenten minder goederen. De magazijnen van de bedrijven zitten vol en de verkoop daalt. Er is in de meeste zones al een recessie in de industrie.”

De reële rendementen van overheidsobligaties zijn aantrekkelijker dan ze de voorbije vijftien jaar zijn geweest’ Vincent Juvyns, JPMorgan Asset Management

Het omgekeerde zien we in de dienstensector, die volledig of gedeeltelijk gesloten was tijdens de lockdowns. “Sindsdien heeft de dienstensector een inhaalbeweging gemaakt. Die tegenstrijdige signalen maken het moeilijk een goed beeld te krijgen van de economische toestand.” De vraag is dus vooral hoelang de dienstensector de slabakkende industrie nog kan compenseren, vooraleer we in een krimpscenario terechtkomen. Vanden Houte denkt dat er negatieve kwartalen aan zitten te komen, in de eerste plaats in de Verenigde Staten, maar ook in Europa vallen een of meerdere kwartalen met een economische krimp niet uit te sluiten.

“Het restrictieve monetaire beleid van de Europese Centrale Bank (ECB) moet zich uiteindelijk vertalen in een lagere economische groei”, zegt ook Véronique Goossens, hoofdeconoom van Belfius. Ze verwacht dat de ECB ten vroegste in de zomer van 2024 een versoepeling zal doorvoeren, omdat de inflatie veel te hoog blijft. “De weerslag van het ECB-beleid verloopt bijzonder traag en wordt door een gespannen arbeidsmarkt afgeremd. Zowat overal in de eurozone heerst een tekort aan arbeidskrachten, wat de deur openzet voor looneisen.”

Waarom obligaties?

“We hadden voor de eerste helft van 2023 een voorkeur voor obligaties boven aandelen, en dan nog het liefst obligaties van zeer kredietwaardige bedrijven. Daarmee zaten we verkeerd”, biecht Vincent Juvyns, strateeg van JPMorgan Asset Management, op. Misschien was hij gewoon te vroeg. Voor de tweede helft van 2023 zet Juvyns namelijk opnieuw zijn geld (en dat van zijn klanten) grotendeels in op obligaties. Hij is niet de enige.

Belfius-hoofdstrateeg Nicolas Deltour drukt het als volgt uit. “Ofwel stijgt de rente de komende zes maanden verder, maar minder sterk dan de stijging die we achter de rug hebben, en dan worden obligaties in de portefeuilles minder waard. Alleen hangen er nu wel coupons aan de obligaties, in tegenstelling tot de voorgaande jaren. Het rendement van die coupons compenseert de verliezen van de obligaties die minder waard worden. Ofwel daalt de rente en dan worden de obligaties in portefeuille meer waard.”

Na aftrek van de nog altijd hoge inflatie blijft er niet zo heel veel over van het rendement van obligaties. “Als de inflatie daalt, dan zullen obligatie-beleggers break-even draaien of zelfs winst maken op hun obligaties”, voorspelt Deltour. “De reële rendementen van overheidsobligaties zijn aantrekkelijker dan ze de voorbije vijftien jaar zijn geweest”, voegt Juvyns van JPMorgan Asset Management toe. Het rendement na aftrek van inflatie zit volgens de Amerikaanse vermogensbeheerder pal op het historische gemiddelde van de voorbije 25 jaar.

JPMorgan Asset Management ziet meer waarde in obligaties uitgegeven door Europese bedrijven dan in obligaties van Amerikaanse bedrijven. Het verschil in rente tussen bedrijfsobligaties en overheidsobligaties is groter in Europa dan in de Verenigde Staten en aantrekkelijk in historisch perspectief. Voor hoogrentende bedrijfsobligaties, van bedenkelijke kredietkwaliteit, is het risico op wanbetalingen te groot in verhouding tot het extra rendement dat beleggers kunnen opstrijken.

Maud Reinalter, hoofdstrateeg bij Belfius Asset Management, heeft een voorkeur voor Europese bedrijfsobligaties. “Beleggers krijgen vandaag iets meer risicopremie op obligaties van Europese bedrijven dan op obligaties van Amerikaanse bedrijven.” De risicopremie is het extra rendement boven op de risicovrije rente van overheidsobligaties. De premie ligt ook boven het historische gemiddelde. Daar ligt mogelijk een unieke kans voor beleggers, want economen verwachten dat de centrale banken de rente zullen beginnen te verlagen in 2024.

Steven Vandepitte, strateeg bij ING, kiest voor de gulden middenweg. Hij zou evenveel gewicht geven aan obligaties als aan aandelen in de portefeuille. “Bedrijfsobligaties zijn niet goedkoop en niet duur. Ik zou voor de veiligste obligaties gaan, van kwaliteitsvolle bedrijven. Ook cash en goud kunnen een rol spelen als veilige havens tot de winstverwachtingen van de bedrijven de bodem hebben bereikt.”

Deltour is het daarmee niet eens. “Met cash verlies je twee derde van je koopkracht. Spaar- en termijnrekeningen met korte looptijden zijn valse veilige havens. Want op de vervaldag moet je je geld herbeleggen en riskeer je dat tegen lagere rendementen te moeten doen.” Hij vindt het verstandiger geld te spreiden over obligaties met verschillende looptijden.

Waarom aandelen?

ING-strateeg Steven Vandepitte heeft een déjà vu. “Vervang ‘technologie’ door ‘generatieve artificiële intelligentie’ en ik waan mij weer in 1999.” De technologiezeepbel barstte uiteen in 2000, maar in 1999 liepen de waarderingen van technologiebedrijven al veel te hoog op. “Wie Cisco in 1999 kocht, heeft tien jaar moeten wachten vooraleer hij zijn geld had terugverdiend. Hetzelfde zou kunnen gebeuren met beleggers die vandaag Nvidia kopen.” Nvidia levert diensten en hardware voor AI. Het aandeel ging maal drie sinds begin dit jaar.

“Als beleggers aandelen te duur kopen, dan eten die hoge waarderingen het rendement van de toekomst op. De beurs is de voorbije maanden duurder geworden, maar die rally werd gedreven door waarderingen en niet door bedrijfswinsten”, meent Vandepitte. De winsten van de bedrijven hielden wel beter stand dan gedacht. Ze zullen pas echt op hun bek gaan als de recessie begint. Ook Maud Reinalter van Belfius Asset Management meent dat beleggers iets te optimistisch zijn over de bedrijfswinsten. “Aandelen noteren gemiddeld tegen 16,2 keer de winst, terwijl het gemiddelde over de voorbije twintig jaar op 14,5 lag. Beleggers gaan ervan uit dat de centrale banken snel de bocht zullen maken van renteverhogingen naar -verlagingen. Hun optimisme gaat voorbij aan het feit dat dat zal gepaard gaan met een vertraging van de economie.”

Vervang ‘technologie’ door ‘generatieve artificiële intelligentie’ en ik waan mij weer in 1999’
Steven Vandepitte, ING

Tegelijkertijd werd de sterke stijging van de beursindexen gedreven door een select clubje van aandelen. “95 procent van de stijging van de Amerikaanse S&P500-index werd in de eerste jaarhelft veroorzaakt door de koersstijgingen van de grote technologiereuzen, die ongeveer 28 procent van de index uitmaken.” De technologieaandelen uit de S&P500 noteren tegen 35 keer de winst, terwijl dat acht maanden geleden nog maar 22 keer de winst was.

Maar niet alle aandelen zijn even duur. Vastgoedaandelen noteren een eind onder hun intrinsieke waarde. Vooral kantoren en winkels kregen stevige kletsen op de beurs. Het is geleden van 2009 dat ze nog zo goedkoop oogden. Alleen is het wachten op een bocht van de centrale banken, want voor een herstel van de vastgoedaandelen is allicht een stabilisering of een daling van de rente nodig.

Vandepitte heeft ook wat last van FOMO of fear of missing out. Hij wil niet aan de kant gaan staan, want de aandelenrally zou nog wel even kunnen duren. ING België verkiest groeiaandelen en aandelen van bedrijven met een gezonde balans die ook in mindere tijden hun winsten en kasstromen kunnen verhogen. Belfius trekt de kaart van Amerikaanse aandelen en aandelen uit de groeilanden boven Europese aandelen. Deltour stelt dat beleggers lichtvoetig moeten klaar staan om in te spelen op kansen of bedreigingen, door respectievelijk aandelen bij te kopen of te verkopen. Juvyns merkt ten slotte op dat een hoog dividend, net zoals de coupon bij obligaties, een daling van de bedrijfswinsten kan helpen op te vangen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content