Véronique Bockstal: ‘Geld is macht, en daar is niks mis mee’

VERONIQUE BOCKSTAL: "De ervaring die je opdoet door een onderneming op te starten is onbetaalbaar." © Debby Termonia
Ilse De Witte
Ilse De Witte Redacteur bij Trends

Nog voor ze haar boek geschreven had, kreeg Véronique Bockstal al negatieve reacties. “Je gaat toch geen boek schrijven over geld? Ja, toch wel, want geld is macht. Macht geeft mogelijkheden om dingen te veranderen, om mee te beslissen.”

“Mijn mama zei altijd: alles is mogelijk, maar je moet een strategie hebben. Wachten is geen strategie, hopen ook niet.” Véronique Bockstal geeft ons het begin van de speech prijs die ze op de boeklancering van De vrouw van 10 miljoen euro zal geven. Dat gebeurt in de marge van SuperNova, de tweedaagse technologieconferentie waarvan ondernemer en investeerder Jürgen Ingels de grote bezieler is.

Bockstal begon vrij laat te ondernemen, na een carrière van meer dan twintig jaar als consultant en interim-manager. Ze startte haar eerste bedrijf op haar vijftigste en verkocht het na drie jaar. Op haar zestigste richtte ze met Conny Vandendriessche en Ann-Sophie Verstraete The Onwards Collective op, een hands-on coachingbedrijf voor vrouwelijke ondernemers.

Ze schreef eerder De vrouw van 1 miljoen euro, waarmee ze vrouwelijke ondernemers wil helpen te groeien ot een omzet van 1 miljoen euro. Met haar tweede boek wil ze vrouwelijke ondernemers stimuleren om investeerder te worden. “Ik had bijna onmiddellijk na mijn eerste boek het idee voor mijn tweede. Ook al had ik gezworen nooit meer een boek te schrijven: dat idee bleef maar borrelen.”

Wat wilt u met dit boek bereiken?

VERONIQUE BOCKSTAL. “Het gaat mij om het hele ecosysteem. Er zijn te weinig vrouwelijke ondernemers. Vrouwen hebben te kleine bedrijven, werven te weinig mensen aan, deels omdat ze te weinig financiering krijgen. Ik zeg altijd: je poetst een trap van boven naar beneden. Hoe meer vrouwen geld hebben, en de risicobereidheid om te investeren in ondernemers, hoe sneller het hele ecosysteem diverser zal worden. Vrouwen zijn tweemaal meer geneigd dan mannen om te investeren in vrouwen. Dat is onderzocht. Mijn doel is het ecosysteem voor vrouwelijke ondernemers en investeerders sneller op gang te trekken.”

Een kapperszaak is natuurlijk moeilijker op te schalen dan een digitaal platform bijvoorbeeld. Vrouwelijke ondernemers zijn vaak in andere sectoren actief dan mannen. Valt elk bedrijf groot te maken?

BOCKSTAL. “Een techstart-up is gemakkelijker op te schalen. Je hebt ontwikkelaars nodig voor je product en – zodra je product op punt staat – heb je marketing en verkopers nodig. Maar je hoeft niet constant mensen bij te steken in je bedrijf. Vrouwen zijn vaak actief in de dienstensector of sectoren zoals de zorg en schoonheid. Anderzijds: schoonheid is bijvoorbeeld wél schaalbaar. De grote bekende merken van schoonheidsproducten zijn daar het beste voorbeeld van. Maar als je iedere keer mensen moet aanwerven, opleiden, vervangen… Dat is een moeilijker proces dan een tool te ontwikkelen, of iets wat je kunt automatiseren en op grote schaal uitrollen. We hebben te weinig meisjes wetenschappelijke studierichtingen en we hebben zeker en vast ook te weinig vrouwelijke ondernemers in de technologiesector. Maar ook ondernemers in life sciences of health tech hebben geduldige investeerders nodig, die weten dat het tien of vijftien jaar kan duren voor ze hun geld terugzien.”

Véronique Bockstal. “Vrouwen hebben te kleine bedrijven, werven te weinig mensen aan.”

U wilt meer vrouwen, met name vrouwelijke ondernemers, aan het investeren krijgen. Vrouwen beleggen minder dan mannen. Hoe komt dat?

BOCKSTAL. “Vrouwen zijn voorzichtiger in het beheer van hun vermogen. Maar als ze beginnen te beleggen, halen ze vaak hogere rendementen dan mannen. Net omdat ze bewuster met de risico’s omgaan. Mannen nemen meer risico.

Slechts 1,5 procent van het durfkapitaal gaat naar vrouwelijke ondernemers. Dat is peanuts. Als vrouwelijke ondernemers – met de ervaring van het ondernemen – in andere vrouwelijke ondernemers gaan investeren, dan kunnen we dat percentage optrekken. Als je geen ondernemer bent, is de opstap van spaar- en termijnrekeningen naar beleggen in private bedrijven veel groter. Via levensverzekeringen en fondsen investeren de meeste mensen, onbewust, in beursgenoteerde bedrijven.”

Vrouwen hebben ook minder middelen om te beleggen.

BOCKSTAL. “Er zijn volgens mij twee mogelijkheden om meer geld in de handen van vrouwen te krijgen. We kunnen wachten op de grootste welvaartsoverdracht in de geschiedenis. Volgens een rapport van Wealth X wordt tussen nu en 2030 10,6 biljoen dollar in de Verenigde Staten en 3,6 biljoen dollar in Europa van de babyboomers naar de volgende generatie overgedragen. Meer dan de helft van de ontvangers zijn vrouwen. Je kunt nooit helemaal berekenen om hoeveel geld het nu precies gaat, maar vrouwen krijgen de komende jaren een hoop geld in handen. Dat is een eerste geldstroom. De tweede geldstroom zou kunnen komen van vrouwelijke ondernemers, die anders naar hun onderneming leren te kijken, en succesvolle exits uit hun ondernemingen realiseren.”

‘Ongeveer elke ondernemer probeert iets goed te doen voor de maatschappij en liefst van al iets blijvends te creëren dat niet stopt als de ondernemer stopt met ondernemer te zijn’

U zegt dat vrouwen anders naar hun onderneming moeten leren te kijken. Wat bedoelt u daarmee?

BOCKSTAL. “Vrouwen starten vaak een bedrijf vanuit een passie, een hobby. Mijn boodschap is dat je moet beginnen te ondernemen met het einde in zicht. Als je een ondernemer bent en aan het einde van de rit moet vaststellen dat je alleen maar voor jezelf een baan hebt gecreëerd, dan had je misschien toch liever voor een werkgever gewerkt in een negen-tot-vijf-job. Daar krijg je een loon, misschien een bedrijfswagen, je bouwt een mooi pensioen op en je kunt op een normale pensioenleeftijd stoppen met werken. Als ondernemer ga je misschien heel hard gewerkt hebben om in je eigen kosten van levensonderhoud te voorzien, je hebt hopelijk wat gespaard, maar je gaat niks kunnen verkopen of overdragen. Als je begint te ondernemen, moet je ook al nadenken over de exit. Dat kan van alles zijn: je bedrijf doorgeven aan de volgende generatie, je bedrijf verkopen, operationeel een stap terug zetten om in de raad van bestuur te gaan zitten, een externe CEO aantrekken, enzovoort.

“De eerste reactie die ik kreeg, toen ik met mijn idee naar boven kwam: ‘je gaat toch geen boek schrijven over geld’. Ja, toch wel. In mijn intro valt ook het woord macht. Geld is macht. En dan krijg ik als reactie dat macht en vrouwen niet samengaan. Er is niks mis met macht. Macht heeft een toxische lading gekregen, omdat het door sommige mensen misbruikt wordt. Geld geeft macht en macht geeft mogelijkheden om dingen te doen, dingen te veranderen, om te beslissen. Daar is niks mis mee.

“Je moet kijken naar je bedrijf als een financieel actief. Zet het petje van investeerder op. Want je bent een investeerder in je eigen bedrijf. Je steekt daar middelen en tijd in. Hoe denkt een investeerder? Die denkt in termen van rendement. Je bedrijf levert cash op en, als je goed boert, ook winst. Zonder winst kan een onderneming niet blijven bestaan. Het is niet erg als je niet meteen winst maakt, maar je moet wel meteen een winstdoel hebben. Winst is de stuwende kracht, die waarde oplevert. Het doel moet zijn om vermogen op te bouwen binnen en buiten je bedrijf.”

Het is toch ook al knap als iemand uit het niets een zaak uit de grond stampt en een inkomen voor zichzelf weet te genereren?

BOCKSTAL. “Dat is prima, als dat is wat je wilt bereiken. De ervaring die je opdoet door een onderneming op te starten is onbetaalbaar. Dat is een MBA op zich. Je kunt dat op geen enkele school leren.

“Maar je hebt ook maar één leven. Denk er op voorhand over na hoelang jij met die onderneming bezig wilt zijn en wat je ermee wilt bereiken. Wil je financiële vrijheid? Hoeveel loon wil je? Hoeveel passief inkomen, in de vorm van dividenden bijvoorbeeld? Zet het petje van persoonlijke vermogensadviseur op. Denk na over wat je eruit wilt halen en doe wat nodig is om die doelstellingen te bereiken. Daar probeer ik tools voor aan te reiken in mijn boek. Ga af en toe al eens aan het einde van de rit staan. Vraag je af wat er met je bedrijf gaat gebeuren als jij ermee stopt. Dat is een lastige vraag voor de meeste ondernemers. Ondernemers hebben doorgaans niet alleen een commerciële bedoeling met hun bedrijf. Ze willen een probleem oplossen of iets verbeteren met hun product of dienst. Ze willen en passant andere mensen meetrekken in hun verhaal. Ongeveer elke ondernemer probeert iets goed te doen voor de maatschappij en liefst van al iets blijvend te creëren dat niet stopt als de ondernemer stopt met ondernemer te zijn.”

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content