Transocean

Ondanks de gestegen olieprijs is een structureel herstel van de markt van de verhuur van olieboorinstallaties nog niet aan de orde. Dat is slechts nieuws voor de marktleider Transocean, die steeds meer platforms zonder contract ziet vallen.

Ondanks het herstel van de olieprijs de jongste maanden is een structureel herstel in de markt van de verhuur van olieboorinstallaties nog niet aan de orde. Integendeel zelfs, want een ommekeer is intussen al opgeschoven naar 2018. Dat is uiteraard geen goed nieuws voor de marktleider, Transocean, die steeds meer platforms zonder contract ziet vallen. In oktober 2014 bestond de vloot nog uit 79 platforms, waarvan er 69 actief waren, twee inactief en acht stacked (met verminderde operationele kosten, zonder uitzicht op een nieuw contract). De enorme besparingen bij de olieproducenten reduceerden de vloot intussen naar 60 platforms, waarvan er 32 actief zijn, zes inactief en 22 stacked.

De jongste maanden kon Transocean wel met enkele kleinere, nieuwe contracten uitpakken, met een bescheiden contractwaarde van 184 miljoen USD, te vergelijken met het totale orderboek eind april van 14,6 miljard USD. Het aantal ontmantelde platforms is sinds het begin van de crisis al opgelopen tot 25. Daartegenover staat een nieuwbouwprogramma van elf platforms, waarvan er vier een langetermijncontract op zak hebben. De voorbije maanden werden de opleveringstermijnen van de overige platforms opnieuw verlengd (eerste oplevering vanaf 2020). De kapitaaluitgaven worden daarmee opgeschoven. Dat is cruciaal, gezien de nettoschuldpositie eind maart van 6 miljard USD.

Het management verwacht tegen eind 2017, op basis van het huidige orderboek en rekening houdend met slechts voor 400 miljoen USD nieuwe contracten, een liquiditeitspositie tussen 3,8 en 4,8 miljard USD (inclusief een momenteel nog ongebruikte kredietfaciliteit van 3 miljard USD). Eind maart bedroeg de liquiditeitspositie 5,6 miljard USD. Een kapitaalverhoging wordt uitgesloten, maar de uitgifte van een achtergestelde lening behoort wel tot de mogelijkheden. Tegen 2020 moet 55% van de vloot bestaan uit ultradiepwaterplatforms, tegenover slechts 15% in 2009 en 47% momenteel, terwijl de gemiddelde leeftijd zal dalen van 24 jaar in 2009 en negentien jaar vorig jaar, naar zestien jaar in 2020.

Transocean ziet zijn inkomsten intussen steeds verder terugvallen. Ondanks 209 miljoen USD aan eenmalige betalingen voor vervroegde contractstopzettingen daalde de omzet in het eerste kwartaal met 27,5% tegenover het vorige kwartaal, van 1,85 miljard USD naar 1,34 miljard USD. De gemiddelde bezettingsgraad zakte naar een bedroevende 51%, tegenover nog 60% in het vierde kwartaal, 79% in het eerste kwartaal van 2015 en 71% op jaarbasis in 2015. Het gemiddelde dagtarief daalde van 422.800 USD naar 395.400 USD op kwartaalbasis (400.500 USD per dag in 2015). De nettowinst zakte van 611 miljoen USD in het vierde kwartaal vorig jaar naar 249 miljoen USD, of per aandeel van 1,66 USD naar 0,69 USD. In 2015 bedroeg de recurrente nettowinst nog 4,74 USD per aandeel, maar vanaf het lopende kwartaal, en al zeker tot en met 2018, worden verliescijfers verwacht.

Conclusie

De weg naar een structureel herstel is nog lang voor Transocean. Het aandeel weerspiegelt de uiterst lastige gang van zaken en de moeilijke vooruitzichten, maar het is te vroeg om in te zetten op een ommekeer. In een later stadium van de crisis zien we de marktleider nog steeds een actieve rol vervullen in een onvermijdelijke sectorconsolidatie.

Advies: houden/afwachten

Risico: hoog

Rating: 2C

Partner Content