Onduidelijke vooruitzichten voor Deceuninck

© Belga Image

Het beeld dat we zagen bij andere vennootschappen in het eerste halfjaar, zagen we ook bij Deceuninck: de omzet viel erg mee, maar er zat wel druk op de marges. De winst groeide dus trager dan de omzet. Maar vooral de voorzichtigheid over de rest van 2022 zette druk op de beurskoers van de profielenproducent van ramen en deuren.

Om de cijfers goed te kunnen interpreteren, moeten we er een boekhoudkundige regel bij halen. Omdat in een belangrijke markt, Turkije, de inflatie op drie jaar boven 100 procent ligt, moet Deceuninck de boekhoudregels voor hyperinflatie (IAS29) toepassen. We zullen uiteraard focussen op de cijfers voor de IAS29-regel. Want ‘boekhoudkundig’ klom de omzet in de eerste jaarhelft met 25,4 procent: van 404,0 miljoen naar 506,8 miljoen euro. Maar zonder de hyperinflatieboekhouding gaat het om een toename met 21,0 procent, tot 488,7 miljoen euro. Dat is nog altijd 4,4 procent beter dan de 468,2 miljoen euro die de analisten gemiddeld hadden vooropgesteld.

De omzettoename is wel uitsluitend het gevolg van het prijs-mixeffect, want het volume lag 24,5 miljoen euro lager (-6,1%) en de wisselkoersverliezen liepen op tot 64,2 miljoen euro door de extreme daling van de Turkse lira (TRY).

Regionaal bekeken, zien we dat Turkije en de opkomende markten de geringste omzetgroei in euro optekenen (+13,1%), precies door de tuimelperte (-68,9%) van de Turkse munt. De grootste sprong was voor Noord-Amerika (+31,9%). Ondanks de focus op de strategische klanten en het laten vallen van kleinere was daar slechts een beperkte volumedaling (-3,8%). De sterkere dollar (+12,4%) en het doorvoeren van prijsverhogingen (prijs/mix +23,4%) deden de rest.

Ondanks de omzetstijging met 21 procent steeg de aangepaste bedrijfskasstroom (ebitda) maar met 11,2 procent: van 51,0 miljoen naar 56,8 miljoen euro. Dat houdt in dat de ebitda-marge (bedrijfskasstroom/omzet) is gezakt van 12,6 procent in de eerste zes maanden van vorig jaar naar 11,6 procent voor de periode januari-juni dit jaar. De ebitda in zowel Europa als Noord-Amerika lag zelfs lager dan in dezelfde periode van vorig jaar, vooral door de kosteninflatie in onder meer logistiek. De ebitda in Turkije en de opkomende markten klom wel 7,3 miljoen euro (+37,4%) hoger.

De nettowinst maakte wel een duik van 11,4 procent: van 20,6 naar 18,2 miljoen euro. Dat heeft mee te maken met de beslissing van de West-Vlaamse onderneming haar activiteiten in Rusland op ‘nul’ te zetten in de boekhouding. Ze gaan wel door, al staan ze al enkele maanden op erg laag pitje. Per aandeel zakte de nettowinst van 0,15 naar 0,12 euro voor IAS29.

Mede door een gevoelige toename in het werkkapitaal is de netto financiële schuld toegenomen van 97,0 naar 121,2 miljoen euro, of 1,2 keer ebitda (was 0,9 keer). De CEO, Bruno Humblet, gaf aan dat de activiteit recentelijk is vertraagd, en dat er dus reserves zijn met betrekking tot de rest van het jaar. Maar de ondersteunende factor van de EU Green Deal blijft natuurlijk wel overeind. Gebouwen moeten energiezuiniger worden. Tegen 9 keer de verwachte winst, 1,2 keer de boekwaarde en tegen een verwachte verhouding ev (ondernemingswaarde)/ebitda (bedrijfskasstroom) van maximaal 5 voor 2022 is het aandeel in dat perspectief erg ondergewaardeerd (koopwaardig; rating 1B).


Advies: koopwaardig

Risico: gemiddeld

Rating: 1B

Koers: 2,35 euro

Ticker: DECB BB

ISIN-code: BE0003789063

Markt: Euronext Brussel

Beurskapitalisatie: 324,1 miljoen euro

K/w 2021: 17

Verwachte k/w 2022: 9

Koersverschil 12 maanden: -42%

Koersverschil sinds jaarbegin: -34%

Dividendrendement: 2,5%

Partner Content