K+S slikt annus horribilis door
Zowat alles wat verkeerd kon gaan, ging vorig jaar verkeerd voor K+S. De meststoffen droegen voor het eerst minder bij aan de winst dan de zoutactiviteiten. Het management verwacht dit jaar een significante verbetering.
Zowat alles wat verkeerd kon gaan, ging vorig jaar verkeerd voor de Duitse meststoffen- en zoutproducent K+S (voluit Kali und Salz). Boven op de sectorgebonden laagconjunctuur in de meststoffenbranche kwamen de aanhoudende problemen over het lozen van het zoute afvalwater van drie meststoffenfabrieken in Duitsland. Door een wettelijke beperking van de afvallozing moest het bedrijf zijn zoutproductie meermaals onderbreken. De groepsproductie zakte daardoor van 6,8 naar 6,1 miljoen ton. K+S verwierf in december een tijdelijke, beperkte vergunning die dit jaar bij normaal weer nog 200.000 ton productie zal kosten (als het weer te droog is, moet het de productie nog altijd onderbreken). Tegen 2018 moet een nieuwe verwerkingsfabriek het afvalwater met 20 procent verminderen, zodat de productie kan normaliseren.
Tot overmaat van ramp was er in juli een arbeidsongeval in Legacy, het nieuwe potashproject in de Canadese provincie Saskatchewan, dat 100 miljoen euro extra kosten tot gevolg had. De opstart werd verschoven van eind 2016 naar het tweede kwartaal van 2017. Dit jaar wordt een eerste productie van 600.000 à 700.000 ton verwacht, en tegen eind 2017 zou de jaarlijkse productiecapaciteit oplopen tot 2 miljoen ton. Door die problemen daalde de omzet van de meststoffenafdeling met 27 procent tot 1,53 miljard euro, en kromp de bedrijfskasstroom (ebitda) met 73,2 procent tot 184,8 miljoen euro. Onder invloed van twee opeenvolgende zachte winters viel het verkochte volume smeltzout terug met 15 procent. De gemiddelde verkoopprijs zakte naar 60 euro per ton (-7%). De overige zoutactiviteiten presteerden stabiel, waardoor de omzet afklokte op 1,76 miljard euro (-8%) en de ebitda op 322,3 miljoen euro (-15,4%).
De meststoffen droegen voor het eerst minder bij aan de winst dan de zoutactiviteiten. Op groepsniveau daalde de bedrijfswinst (ebit) met 70,7 procent tot 229,3 miljoen euro, en de recurrente nettowinst (zonder eenmalige elementen) met 76 procent tot 130,5 miljoen euro (0,68 euro per aandeel). Het brutodividend daalt op basis van een onveranderde pay-outratio van 40 à 50 procent van de recurrente nettowinst van 1,15 euro tot 0,3 euro per aandeel.
Het management verwacht dit jaar een significante verbetering van de ebit in beide afdelingen. De nettoschuld klom in 2016 met 962 miljoen euro tot 2,38 miljard euro, of een stevige 4,4 keer de ebitda 2016. De nettoschuld zal dit jaar nog verder toenemen door Legacy. Vanaf 2018 wordt die afgebouwd. Voorlopig houdt K+S nog altijd vast aan zijn doelstelling om de ebitda tegen 2020 op te krikken naar 1,6 miljard euro (519,1 miljoen euro in 2016). De zoutafdeling, die een ebitda van 400 miljoen euro moet halen bij een normale winter, is goed op weg, maar voor de meststoffenafdeling wordt dat een hele uitdaging. Legacy is een cruciale hoeksteen, naast verdere besparingen (al 600 miljoen euro besparingen tussen 2013 en 2016). Daarnaast investeert K+S extra in gespecialiseerde meststoffen, via de overname van Huludao Magpower in China en het nemen van een belang van 30 procent in Al-Biariq in Saudi-Arabië.
Conclusie
Het aandeel van K+S blijft zwak presteren. De succesvolle opstart van Legacy en de verdere afbouw van de milieuproblemen in Duitsland kunnen de koers de komende jaren een forse impuls geven. De schuldpositie is aanzienlijk, maar zit dicht bij een cyclische piek. Op lange termijn zien we veel opwaarts potentieel.
Advies: koopwaardig
Risico: gemiddeld
Rating: 1B
Munt: euro
Markt: Frankfurt
Beurskapitalisatie: 4,04 miljard euro
K/w 2016: 31
Verwachte k/w 2017: 18
Koersverschil 12 maanden: -1%
Koersverschil sinds jaarbegin: -7%
Dividendrendement: 1,4%
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier