Koersbodem CFE raakt stilaan uitgebaggerd

De Belgische bouw- en baggergroep CFE overtuigde opnieuw niet met haar halfjaarcijfers. Beleggers rekenden nochtans op beter nieuws na het koopadvies enkele dagen voor de rapportering. Het tweede kwartaal viel zoals verwacht nog zwakker uit dan het eerste.

De omzet bij de bagger-, waterbouw- en milieugroep DEME zakte in het tweede kwartaal naar 513 miljoen euro, een daling van 4,1 procent tegenover het eerste kwartaal (-12,9% vergeleken met het eerste kwartaal van 2019), maar vooral 30,3 procent minder dan in het tweede kwartaal van 2019 (735,5 miljoen). Na zes maanden geeft dat een groter dan verwachte daling met 22,3 procent tot 1,05 miljard euro. Ongeveer de helft van de daling wordt toegeschreven aan covid-19 en de impact van de fors gedaalde olieprijzen. Vooral de divisies baggerwerken (-25% tot 429 miljoen euro) en offshore (-25,4% tot 434,9 miljoen) kregen stevige klappen. Tot overmaat van ramp raakte op 2 mei het offshore-installatieschip Orion tijdens een kraantest zwaar beschadigd. Dat schip zou in de tweede helft van mei in de vloot komen, maar zal nu pas eind 2021 worden opgeleverd. Het uitstel zorgt voor extra kosten voor huur van externe capaciteit. DEME schat de impact van covid-19 en het uitstel van de oplevering van Orion op de bedrijfskasstroom (ebitda) in de eerste jaarhelft op 60 miljoen euro. Voor het volledige jaar wordt de impact op 100 miljoen euro geschat.

De ebitda daalde met 22,8 procent tot 153,8 miljoen euro, of een ebitda-marge van 14,7 procent (14,8% vorig jaar), onder de historische vork van 16 à 20 procent. Vooral in de baggerwerken staan de marges onder druk. De nettowinst zakte met 65 procent tot 15,5 miljoen euro. Positiever is de evolutie van het orderboek, van 3,75 miljard euro eind 2019 naar een record van 4,3 miljard. Met dank aan het grote contract van 700 miljoen euro voor de bouw van de 18 kilometer lange Fehmarnbelt, ‘s werelds langste onderzeese weg- en spoorverbinding die vanaf de tweede jaarhelft van 2021 wordt gebouwd tussen Duitsland en Denemarken. Op jaarbasis verwacht DEME een omzetdaling tussen 15 en 20 procent en een hogere nettowinst dan in het eerste semester.

De bouwafdeling boekte een omzetdaling met 15,6 procent tot 423,2 miljoen euro. In het eerste kwartaal zakte de omzet nog met 2,2 procent tot 221,2 miljoen. De totale impact van covid-19 in het eerste semester wordt op 70 miljoen euro geschat, waarvan drie kwart in België. Op jaarbasis loopt de schade op tot 100 miljoen euro. Het nettoverlies verhoogde van 2,9 miljoen euro vorig jaar naar 7,6 miljoen. Op jaarbasis wordt toch nog nettowinst verwacht, ondanks een verwachte omzetdaling met 10 procent. Het orderboek zakte sinds eind 2019 met 6,3 procent tot 1,3 miljard euro, waarvan -9,4 procent tot 921,3 miljoen voor de bouwafdeling die met extra margedruk wordt geconfronteerd.

Op groepsniveau daalde de omzet met 19,3 procent tot 1,49 miljard euro, de ebitda met 22,8 procent tot 159,8 miljoen euro (ebitda-marge van 11,2 naar 10,7%), en de nettowinst met 80,3 procent tot 8,4 miljoen euro. De nettoschuld bleeft stabiel op 803 miljoen euro.


Conclusie

Het aandeel van CFE zakte na de halfjaarcijfers tot nauwelijks 10 procent boven het dieptepunt van maart (50,6 euro). We verwachten dat dit niveau zal standhouden bij de volgende algemene beursdaling. Het is duidelijk dat covid-19 het verhoopte margeherstel vertraagt. Haast is er nog niet bij, maar tegen een ondernemingswaarde van nauwelijks zeven keer de verwachte bedrijfskasstroom 2020 betaalt de geduldige langetermijnbelegger een aantrekkelijke instappremie.


Advies: koopwaardig

Risico: gemiddeld

Rating: 1B

Koers: 57,2 euro

Ticker: CFEB BB

ISIN-code: BE0003883031

Markt: Euronext Brussel

Beurskapitalisatie: 1,45 miljard euro

K/w 2019: 11

Verwachte k/w 2020: 21

Koersverschil 12 maanden: -35%

Koersverschil sinds jaarbegin: -41%

Dividendrendement:

Partner Content